Waarom transparantie niet hét antwoord is op misstanden in de mode-industrie

Emy Demkes
Correspondent Consumptie

Een unieke, nieuwe wet in de staat New York moet zorgen voor een eerlijkere en schonere kledingindustrie. Dat klinkt mooi, maar de grootste oorzaak van de misstanden in de modesector blijft nu buiten schot.

De staat New York kondigde begin deze maand een uniek wetsvoorstel aan. De zogenaamde verplicht met een omzet van om informatie over hun productieketen publiek te maken. Denk bijvoorbeeld aan de namen en adressen van hun toeleveranciers – kledingfabrieken, stoffenmakers, weverijen – en cijfers over hun materiaalgebruik, waterverbruik en CO2-uitstoot. Het idee daarachter: als er meer openbare kennis is van de milieu- en maatschappelijke impact van kledingbedrijven, kunnen die makkelijker verantwoordelijk gehouden worden voor de uitbuiting en vervuiling die ze veroorzaken.

Mocht de wet dan is New York de eerste staat in de Verenigde Staten die specifiek kledingbedrijven via wetgeving aanpakt. Sterker nog: de Fashion Act wordt dan de eerste wet ter wereld die dat doet.

Het gebrek aan transparantie is niet het probleem

In internationale media werd de Fashion Act vol lof onthaald. 

Vanessa Friedman, modejournalist bij The New York Times ‘een wet die [...] de grootste merken in de mode effectief trokken een soortgelijke conclusie, en benadrukten dat de wet ook eerlijkere werkomstandigheden zal afdwingen.

Ik snap waar dat enthousiasme vandaan komt. Ik heb zelf die weliswaar niet specifiek op de kledingindustrie toegespitst is, maar waar modebedrijven zich ook Ik ging destijds mee in het idee dat het transparant maken van de productieketen, en het verantwoordelijk houden van bedrijven voor de misstanden die zich daar voordoen, dé manier is om de mode-industrie eerlijker en duurzamer te maken. 

Maar inmiddels zie ik dat anders. 

De misstanden in de kledingindustrie zijn het gevolg van scheve machtsverhoudingen

En wel hierom: ik heb me gerealiseerd dat de misstanden in de productieketens van de kledingindustrie – of het nu gaat om veel te lage lonen of het gebruik van schadelijke (verf)stoffen – niet het gevolg van een gebrek aan informatie of transparantie zijn. Ze zijn het gevolg van extreem scheve machtsverhoudingen tussen enerzijds de kledingmerken en anderzijds hun leveranciers.

Een voorbeeld. Een Nederlands kledingbedrijf plaatst een bestelling van, zeg, twintigduizend spijkerbroeken bij een fabrikant in Bangladesh en wil deze binnen drie maanden geleverd krijgen. Een maand later heeft de fabrikant alle stoffen ingekocht, arbeiders ingeroosterd en andere bestellingen afgehouden vanwege deze grote order. Maar dan laat het Nederlandse bedrijf weten dat het toch maar tienduizend spijkerbroeken wil. De fabrikant gaat er niet tegen in, omdat hij te bang is dat hij zijn complete order kwijtraakt. Maar door de extra kosten die hij nu heeft gemaakt, kan hij zijn arbeiders nooit een eerlijk loon betalen en houdt hij al helemaal geen geld over om te investeren in schonere productiemethoden. 

Eerlijkere mode-industrie? Perk de macht van kledingmerken in

Die scheve machtsverhouding tussen modemerken en leveranciers werd nooit eerder zo goed duidelijk als aan het begin van de coronapandemie. In maart 2020 annuleerden kledingbedrijven massaal hun bestellingen bij hun fabrikanten. Bestellingen die soms al een halfjaar van tevoren waren gedaan, en waarvan enkele al in de fabrieken klaarlagen om verscheept  

De macht van de kledingmerken maakt dat de hele keten in een constante race to the bottom verkeert. De merken creëren prikkels voor onhoudbaar gedrag, waardoor de toeleveringsketens steeds complexer en minder transparant worden, omdat elke schakel in de keten de risico’s probeert af te wentelen op iemand anders. 

Het gevaar van wetgeving als de New Yorkse Fashion Act is dat de nadruk komt te liggen op verificatie en controle van allerlei schakels in de terwijl het eigenlijk kledingbedrijven zijn die hun eigen machtspositie tegen het licht moeten houden. Alleen als hun toeleveranciers een betere onderhandelingspositie krijgen, ontstaat er ruimte om arbeiders eerlijker te betalen en te investeren in minder vervuilende productiemethoden. 

Als de staat New York een écht nieuwe trend wil introduceren, dan zet hij het inperken van de macht van kledingbedrijven dus centraal in de Fashion Act. En dan maar hopen dat de rest van de wereld snel zal volgen.

Meer lezen?