Slecht nieuws: er is te veel chemie onder de mensen

De wildgroei der chemische meuk heeft de veilige grens voor de mensheid overschreden, stellen wetenschappers deze week. De productie van chemicaliƫn nam sinds 1950 toe met een factor 50 en zal opnieuw verdrievoudigen tegen 2050. Veel belandt vroeg of laat in het milieu.
Er was eens een schuim dat levens redde. Als er dan een vliegtuig crashte, een vrachtwagen kantelde, of een fabriek in de hens vloog: hoera voor blusschuim. Of eigenlijk: voor perfluoroctaansulfonzuur (PFOS), een bestanddeel met chemische verbindingen zó sterk dat het elke vlam verstikte voor die ideeën kreeg.
Decennialang stortten we bakken blusschuim over al wat brandgevaarlijk was. Ook tijdens blusoefeningen. Zo ging er dermate veel schuim doorheen, dat PFOS nu over de hele wereld in het drinkwater zit ā en zelfs in ons bloed.
Wel jammer dus dat hoge concentraties PFOS leiden tot nier- en teelbalkanker. Of schade aan lever en schildklier, een lager geboortegewicht van babyās en andere suboptimale dingen.
En helemaal vervelend dat er zo nóg 350.000 verschillende chemicaliën zijn die dagelijks in allerlei fases en vormen in het milieu belanden, om allerlei goede redenen, waarvan een onbekend percentage even giftig is.


Vandaar dat veertien onderzoekers alarm slaan deze week: al die chemische meuk bedreigt het welzijn van mens en ecosysteem. Een kritische grens lijkt overschreden.
Lijkt, want er zijn zó veel verschillende stoffen (en er komen elke dag nieuwe stoffen bij) en ze worden geproduceerd in zulke grote volumes, dat het ondoenlijk is om van al die ānieuwe entiteitenā ā chemicaliĆ«n, pesticiden, medicijnen enzovoorts ā te onderzoeken hoe schadelijk ze precies zijn en waarom.
Koppel dat aan de monsterlijke toename van de stoffen waar wĆ©l enig zicht op is ā plastics, antibiotica, veelgebruikte oplosmiddelen ā en er is genoeg grond om te stellen dat de planetaire maat vol is, aldus de onderzoekers* in Environmental Science and Technology.
Met dit paper wordt eveneens een van de laatste openstaande vraagtekens in het āplanetaire grenzenā-overzicht van het Stockholm Resilience Centre opgevuld: een taartdiagram van de negen grootste planetaire problemen, zoals klimaatverandering, zoetwatergebruik en ozonafbraak, dat in stoplichtkleuren aangeeft hoe het ermee staat.

De nieuwe-entiteiten-taartpunt kleurt dus dieprood, al is die grens verder niet gekwantificeerd. Van de ozonlaag meet je de dikte in Dobson-eenheden (DU). Voor het klimaat kun je broeikasgassen als CO2 meten in parts per million (ppm). Maar deze nieuwe-entiteiten-grens moet opgaan voor ruim 350.000 verschillende chemicaliƫn, met een onbekend groot aantal bijproducten.
Een paar stoffen kun je uitgebreid onderzoeken om tot een harde grens te komen, maar alles? āZijn we duizenden jaren zoet mee, in het huidige tempoā, zegt Cynthia de Wit, coauteur en hoogleraar milieuchemie aan de Universiteit van Stockholm.
āDe snelheid waarmee de chemische industrie nieuwe stoffen verzint, produceert en in het milieu dumpt, ligt vƩƩl hoger dan ons vermogen om voor elke chemische stof afzonderlijk drempels vast te stellen.ā De balans tussen evaluatiesnelheid enerzijds en productietempo anderzijds is compleet doorgeslagen richting productie.
āHet is absurd hoeveel verschillende chemicaliĆ«n we producerenā, zegt De Wit. āEn in enórme hoeveelheden: dat is ook een ding. Er zijn aantallen en er zijn volumes.ā
Kortom: de evaluatie ligt duizenden jaren achter. Vandaar dat rood.
Resultaten uit het verleden
Niet al die 350.000 chemicaliĆ«n zijn giftig. Sommige zijn als tafelzout, of worden in het milieu afgebroken tot onschadelijk spul. De Wit: āMaar wat we wel weten is dat we er zelfs vroeger al, met een veel lagere productie van chemicaliĆ«n in soorten en volume, altijd in slaagden iets te maken met onverwacht zeer negatieve effecten.ā
Neem cfkās, een koelmiddel in koelkasten en drijfgas in spuitbussen: niemand wist dat ze de ozonlaag zouden verdunnen. Of de klassieker DDT, een Nobelprijswinnend pesticide: niemand wist dat het in dieren zou afbreken tot DDE en allerlei populaties zou doen crashen, van de slechtvalk tot de iconische Amerikaanse zeearend.
Er zijn veel chemicaliĆ«n waarvan āde industrieā lang volhield dat ze Ć©cht veilig waren, tot die positie onhoudbaar werd: arsenicum, asbest, dioxine, formaldehyde, lood, styreen, vinylchloride, zeswaardig chroom, TCE, PCE, PCBās, PBDEās, perchloraat. Of ftalaten ā weekmakers die zorgen dat PVC flexibel blijft, het glyfosaat in Roundup, de neonicotinoĆÆden die werken als bijengif, en meer pesticiden als difenylether, antrachinon, difenylamine, chloorprofam* ā de lijst is lang.
Het is vóór introductie ook lastig te zeggen wat een nieuw middel op grote schaal aanricht. Want voor de mens het lab introk bestonden deze stoffen helemaal niet. Teruggaan naar āpre-industriĆ«le niveausā ā een geliefd streven ā betekent dus teruggaan naar nul en dat kunnen we vergeten. De productie van chemicaliĆ«n nam sinds 1950 toe met een factor 50 en zal opnieuw verdrievoudigen tegen 2050, verwachten de onderzoekers.

Misschien moeten we elke nieuwe chemische stof verbieden tot diens onschadelijkheid bewezen is. Guilty until proven innocent.
De Wit: āJa, want nu is alles innocent until proven guilty, en het ontbreekt ons aan tijd en wetenschappers om al die stoffen āschuldigā te verklaren. Zeker daar producenten vaak geheimhouden wat er precies in hun producten zit. Je moet een halve detective zijn om een ingrediĆ«ntenlijst boven tafel te krijgen.ā
O?

Een voorbeeld. De Wit: āIk onderzoek brandvertragers. Vaak staat er op de verpakking: dit is een brandvertrager, hij is geschikt voor plastics en hij bevat geen broom. Goed, geen broom, wat wel? Dan moet je monsters testen en analyseren. Maar veel producenten zetten wetenschappers op een zwarte lijst. Wil je iets van hun product kopen, verkopen ze het niet aan je. Dus moet je zelf uitzoeken in welke producten die specifieke vlamvertrager zit. Bijvoorbeeld in een computer. Dan koop je de computer en schraap je er stukjes plastic af ter analyse van de vlamvertrager. Pff...ā
Verboden op stoffen leiden tot een verschuiving van productie, niet tot een vermindering
āAls ik hieraan denk, en dan aan de immense schaal waarop de chemische industrie produceert... Kansloos.ā
Het probleem met broomhoudende brandvertragers: ze zijn toxisch voor mens en niet-mens. Brandweerlieden die ermee werken krijgen veel vaker kanker dan het algemene publiek, ze ontregelen hormoonhuishoudingen, veroorzaken neurologische problemen en ze breken niet af, dus eenmaal in het milieu stapelen ze eindeloos op (bioaccumulatie).
Alle brandvertragers verbieden dan maar? Zo werkt het niet. Per land of statenverband, zoals Europa, wordt steeds een specifieke stof verboden. Dit verklaart de wildgroei van 350.000 chemicaliƫn: een producent introduceert in reactie op een verbod simpelweg een nieuwe variant van het uit de gratie gevallen molecuul, aldus De Wit.
De auteurs noemen dit het ālock-in effectā, verboden leiden tot een verschuiving in wat er geproduceerd wordt, niet tot een vermindering in productie.
Moraal van het verhaal: je kunt de broomhoudende vlamvertragers uitbannen, maar dan heb je nog steeds een broomindustrie die een andere afzetmarkt zal vinden voor al dat broom, en producenten van vlamvertragers die broom vervangen door een nieuw element dat ongeveer hetzelfde doet en mogelijk weer even schadelijk is.
Intersekse vissen
Dus zitten we nu met 350.000 ānieuwe entiteitenā, plus een onbekend aantal bijproducten, die alle aandacht verdienen. Al heerst er hoofdzakelijk stress over plastics ā want zichtbaar en overal: er zit plastic in de lucht, in je poep, je hersenen, ongeboren kind en zelfs in Noordpoolsneeuw ā en over de poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS), een familie van meer dan zesduizend chemicaliĆ«n zoals de eerder genoemde PFOS en PFOA, ook wel de āforever chemicalsā geheten, omdat ze gewoonweg niet afbreken in het milieu.
PFOA wordt gebruikt voor teflon in antiaanbakpannen, of gore-tex in kleding die ademt maar waterafstotend is. PFOA belandt rechtstreeks van de productie-installaties in het milieu, of wordt simpelweg gedumpt op stortplaatsen zoals gigantische chemiebedrijven als DuPont in de Verenigde Staten doen, met stervend vee en zieke mensen tot gevolg.
Voor Nederland zijn het chemiebedrijven als 3M die vanuit BelgiĆ« jaarlijks duizenden kiloās PFAS in de Westerschelde lozen. Veel vis daar heeft nu huidkanker. Eind vorig jaar riepen experts op zeker geen Westerschelde-vis meer te eten.


Na onderzoek en rechtszaken werden enkele PFAS verboden. De Wit: āMaar mensen willen nog steeds teflonpannen.ā Dus zijn er nu, in plaats van een handjevol, duizenden perfluorverbindingen op de markt. āDat nieuwe PFAS steeds erg lijken op de oude, blijkt als wetenschappers toxiciteitstests doen.ā
Geregeld hebben stoffen ook effecten die je niet voorziet. Zo blijken veel chemicaliƫn door het lichaam aangezien te worden voor hormonen.
Veel chemicaliƫn blijken door het lichaam aangezien te worden voor hormonen
De Wit: āVeel broomhoudende brandvertragers verstoren de schildklierhormonen. Terwijl de schildklier uiterst belangrijk is voor de ontwikkeling van de hersenen en je stofwisseling, vooral als jong mens.ā
āHet is echt moeilijk om te weten hoeveel chemicaliĆ«n hormoonverstorend zijn, omdat ze daar niet automatisch op getest worden. Het zijn wetenschappers die dat ontdekken.ā
Biologen vinden in rivieren en kustwateren bijvoorbeeld intersekse vissen ā manvissen die half in vrouwtjes veranderen ā of geslachtelijk getroebleerde krabjes* en slakjes,* door hormoonontregelende chemicaliĆ«n die zich gedragen als oestrogeen.
Maak schadelijk spul herbruikbaar
Hoe komt deze nieuwe-entiteiten-taartpunt ooit terug in het groen?
De Wit: āIn het paper pleiten we voor een productieplafond.ā Zeg: een cap of harde bovengrens aan wat de wereldwijde chemische industrie jaarlijks produceren mag. Het is de meest voor de hand liggende manier om de enorme toevoer te vertragen. Een beetje het CO2-model.
Verder hoopt De Wit op meer risicoanalyse en regelgeving. Vergeet de verboden op losse chemicaliƫn, maar verbied meteen hele klassen: dus in ƩƩn keer Ɣlle poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS), of alle vlamvertragers, of alle bisfenolen.
Maar het meeste heil ziet De Wit in āgroene chemieā. āAls je toch chemicaliĆ«n maakt voor gebruik in producten, laat ze dan afbreken tot onschadelijke stoffen in het milieu.ā
Dus 1. stop de groei in productie, 2. vergroot het aantal chemicaliƫn dat snel geanalyseerd en gereguleerd kan worden. En 3. stap over op groene chemicaliƫn.
Of De Wit deze ontwikkelingen al ergens spot?
āWat je merkt is een grotere nadruk op ācirculaire economieā of circulaire systemen.ā Geen slecht idee om producten te maken die het eerst eindeloos lang doen en vervolgens herbruikbaar zijn ā als er dan toch schadelijk spul in moet.
āMaar goed, kijk naar plastic: in theorie herbruikbaar of recyclebaar, toch wordt verreweg het meeste ervan verbrand. En dat is eigenlijk gewoon het verstoken van olie via een omweg.ā

