Waarom de Tweede Kamer niet werkt
Het idee dat Tweede Kamerleden voldoende middelen hebben om daadkrachtig de macht te controleren is mesjogge.
Als beginnend student assisteerde ik ooit een Tweede Kamerlid. Ik had aangeboden om onderzoek te doen naar schuldenbeleid, dat onder zijn portefeuille viel. Na twee weken stond er een plan – zes voorstellen om het partijprogramma te verbeteren.
Eenmaal in Den Haag verwachtte ik dat hij het ontwerp zou doorzagen. Een volksvertegenwoordiger wist ongetwijfeld meer dan een snotneus die wat stukken had gelezen. Maar het omgekeerde was waar. Hij noemde het ‘geweldig’ en was blij dat hij de punten bij een volgend Algemeen Overleg kon inzetten. Aan het eind sloeg hij me op m’n schouder: ‘Kun je misschien ook nog jeugdzorg doen?’
De extreem schrale ondersteuning van onze Kamerleden
Op dat moment was ik verbaasd. Inmiddels niet meer. Want als je naar de cijfers kijkt, ligt zo’n reactie precies in de lijn der verwachting. Parlementariërs hebben de tijd noch de middelen om hun werk fatsoenlijk te doen.*
Wat houdt dat werk in? De Tweede Kamer moet het beleid van de regering controleren en wetten maken. Dat beleid wordt gemaakt door twintig ministers, van wie twaalf een eigen ministerie hebben. Bij die ministeries werkten in 2020 maar liefst 123.857 ambtenaren (fte).* Dat aantal groeit snel – vijf jaar eerder waren dat er nog 107.579.*
Daartegenover staat de ondersteuning van parlementariërs. Die is op z’n zachtst gezegd schraal. Een Tweede Kamerlid heeft gemiddeld twee medewerkers.* Alsof je het leger van Luxemburg vraagt om de grens van Oekraïne te bewaken tegen een aanval van de Russen.
Niet alleen de ondersteuning schiet tekort, ook het parlement zelf is dun bezet. Het aantal Tweede Kamerleden per hoofd van de bevolking is in Nederland minder dan de helft van het gemiddelde in de Europese Unie. Op elke 100.000 inwoners staan in Oostenrijk, Denemarken en Portugal twee volksvertegenwoordigers, in Nederland is dat minder dan één.
In 1956 werd het aantal Kamerleden voor het laatst verhoogd, terwijl de bevolking sindsdien groeide met zo’n 7 miljoen mensen.* Ons parlement is een bedrijf dat weigert meer mensen aan te nemen terwijl het aantal klanten is verdubbeld.
Anderhalf ministerie per Kamerlid
De versplintering van het politieke landschap voert de werkdruk verder op. Door de wildgroei aan kleine partijen is het gemiddelde zetelaantal per fractie de afgelopen twintig jaar gehalveerd. Vijftien van de negentien fracties hebben minder dan tien zetels. De dossierdichtheid – het aantal ministeries dat een Kamerlid met controleren – is daardoor verdubbeld. Gemiddeld moet één Tweede Kamerlid anderhalf ministerie controleren. Lachwekkend, als het over iets anders ging dan het landsbestuur.
En dan zijn daar nog sociale media. Tweede Kamerleden zijn tegenwoordig heel actief op Twitter, waar kiezers en journalisten hen onderwerpen aan een constante stroom vragen en bezwaren. Steeds meer tijd besteedt de moderne politicus aan het markeren en uitstallen van ideeën, steeds minder aan het opbouwen van dossierkennis.
De explosie aan moties – het aantal is de afgelopen twintig jaar vervijfvoudigd – kun je moeilijk los zien van dit verschijnsel. Ooit waren moties bedoeld om inhoudelijk beleid te beïnvloeden, maar nu worden ze gretig gebruikt om de eigen standpunten te etaleren. Slaagt de motie, dan is dat mooi meegenomen. Wordt de motie geblokkeerd, dan kan de initiatiefnemer de concurrent publiekelijk aanvallen op haar stemgedrag. Een screenshot van de uitslag en 280 tekens aan geveinsde verontwaardiging zijn voldoende.
Wie wil er nog politicus zijn?
Terwijl de werkdruk toeneemt, is de zittingsduur van Tweede Kamerleden flink afgenomen. Ruim een derde zit er minder dan één jaar. Bij VVD, GroenLinks en ChristenUnie liep meer dan de helft de deur uit voor de verkiezingen van 2021.* Dat politici steeds vaker bedreigd worden,* maakt het nog minder aantrekkelijk om voor de politiek te kiezen, laat staan langdurig.
Het ambt verandert langzaam in een springplank voor andere beroepen. Bijna de helft (!) van de voormalig Tweede Kamerleden gaat aan de slag als belangenbehartiger of lobbyist.* Met zo’n draaideur moet het niemand verbazen dat KLM de financiële risico’s van haar verdienmodel steevast overhevelt naar de belastingbetaler. Weinig verrassend dat Rutte-III het afschaffen van de dividendbelasting uit het niets het regeerakkoord infrommelde. Geen wonder dat de lasten op vermogen en winst in het nieuwe regeerakkoord omlaag gaan, terwijl elke coalitiepartij in haar verkiezingsprogramma beloofde deze te verhogen.
Verdubbel de Tweede Kamer, vervijfvoudig de hulp
Discussies over tegenmacht blijven afgelopen jaar vaak in abstracties hangen, terwijl de cijfers boekdelen spreken. Het idee dat Tweede Kamerleden voldoende middelen hebben om daadkrachtig de macht te controleren is mesjogge.
Hoe maken we het beroep van Tweede Kamerlid weer uitvoerbaar? De Jetten-gelden en extra financiering van de onderzoeks- en wetgevingsdiensten van de Tweede Kamer uit het regeerakkoord zijn positief, maar een druppel op een gloeiende plaat. Ook de wens van Rutte IV om het parlement te versterken met aanbevelingen van de commissie-Remkes is een lichtpuntje, maar het regeerakkoord specificeert niet om welke ideeën het gaat.
Wil je de Kamer tanden geven, dan moet je daadkrachtiger zijn. Verdubbel daarom het aantal leden en vervijfvoudig stapsgewijs de ondersteuning. Ook zouden we serieus moeten nadenken over een kiesdrempel, om de wildgroei aan minifracties tegen te gaan. Bovendien hebben partijen zelf een verantwoordelijkheid – zij zouden meer moeten doen om hun meest ervaren volksvertegenwoordigers in de Kamer te houden.
Het speelveld van de machtscontrole staat op dit moment niet scheef, maar verticaal. Dat verander je niet met gerommel in de marge.