Dankzij deze wet verbeter je met één letter je leven
Wetten maken de samenleving. Daarom vragen we politici: wat is je lievelingswet? Deze week: Kamerlid Lisa van Ginneken (D66) over de Transgenderwet. De evolutie van die wet reflecteert de emancipatie van trans personen.
Toen Lisa van Ginneken (D66) zich kandideerde voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021, vroegen bekenden haar of ze niet meer dacht te kunnen bereiken buiten de Tweede Kamer. Als belangenbehartiger kun je toch wat vrijer spreken, was het idee.
Haar antwoord: nee. Want als Kamerlid kun je iets wat je als belangenbehartiger nooit zal kunnen.
Een wet maken.
‘Mensen denken: wetten maken? Boring!’ vertelt Van Ginneken. ‘Maar wetten bepalen hoe ons leven eruitziet. Het enige wat je nodig hebt is een goed idee en een meerderheid.’
Goed voorbeeld van een wet die invloed heeft gehad op honderden Nederlanders is de Transgenderwet. Van Ginneken koos deze, toen ik haar voor deze serie over favoriete wetten van politici vroeg. Na enig wikken en wegen, dat wel. Want zij is het eerste openlijke transgender Kamerlid ooit. En om juist in gesprek te gaan over een wet die specifiek de transgender gemeenschap aangaat, dat vond ze in eerste instantie wel héél erg voor de hand liggen.
De wet is onderdeel van haar portefeuille in de Tweede Kamer (bij haar aanstelling vroeg ze juist expliciet om portefeuilles buiten de trans-emancipatieagenda). Maar bovendien vertelt de Transgenderwet – die inmiddels meer dan vijfendertig jaar bestaat – het verhaal van de groeiende acceptatie van trans mensen in de Nederlandse samenleving.
‘Dat is wat ik er mooi aan vind’, aldus Van Ginneken, ‘hoe je in de ontwikkeling van deze wet ziet hoe de samenleving tegen het thema “transgender” aankijkt. In het begin is dat nog ronduit vijandig – heel stigmatiserend, heel isolerend. Maar door latere wetswijzigingen zie je dat het een wet wordt waarbij trans mensen steeds meer voor vol aangezien worden, en hun zelfbeschikking langzaam maar zeker terugkrijgen. Zoals het hoort.’
Sinds 1985 regelt de wet hoe je je geslachtsregistratie kan wijzigen
Kort gezegd regelt de Transgenderwet hoe transgender personen de geslachtsregistratie op hun geboorteakte kunnen wijzigen. Daarmee kunnen ze bijvoorbeeld paspoorten aanvragen waarop een geslachtsaanduiding staat die klopt met wie ze zijn. En daarmee veranderen instanties ook de aanhef in brieven die aan hen zijn gericht.
De chirurgische eis had specifiek tot doel om trans personen onvruchtbaar te maken
Dat werd al in 1985 bij wet geregeld. Voor die tijd een vooruitstrevende stap. Maar, vertelt Van Ginneken, de eisen waren – met de bril van nu op – ronduit ‘onthutsend’: ‘De eerste eis was dat je naar de rechter moest om het te vragen. De andere was dat je chirurgie moest hebben ondergaan. Zodat je – om het even zo te zeggen – ook daadwerkelijk genitaliën had die pasten bij de letter die je in je paspoort wilde.’
Die chirurgische eis had specifiek tot doel om trans personen onvruchtbaar te maken. Nederland kende in die tijd nog geen homohuwelijk, dus het was niet mogelijk dat een kind wettelijk gezien twee ouders van hetzelfde geslacht zou hebben. Van Ginneken: ‘Om dat koste wat kost te voorkomen, werd dus geëist dat je je lichaam ingrijpend aanpaste met chirurgie.’
De wet schreef voor dat geslachtswijziging enkel kon als iemand ‘nimmer meer in staat zal zijn kinderen te verwekken’ of ‘kinderen te baren’.
Boud gezegd: wilde je als trans persoon een paspoort met de correcte genderaanduiding, dan moest je kinderwens bij het grofvuil.
Sterilisatie hoeft niet meer, maar wél een verklaring van de psycholoog
In 2014 werd de Transgenderwet voor het eerst gewijzigd; niet alleen de gang naar de rechter kwam te vervallen, ook de sterilisatie-eis werd afgeschaft.
Opnieuw een ‘enorme stap voorwaarts’. Maar het ‘walhalla’ was het volgens Van Ginneken nog niet. De nieuwe wet vereiste namelijk een verklaring van een psycholoog, die bevestigde dat je daadwerkelijk ‘de duurzame wens had om in het andere geslacht te leven’. ‘Daar zit natuurlijk nog steeds een stigmatisering in’, aldus Van Ginneken, ‘namelijk dat een erkend psycholoog moet bepalen of jij wel transgender bent. Dat is wederom een fundamentele ontkenning van onze zelfbeschikking.’
Toch: is zo’n deskundigenverklaring écht zo’n slecht idee? Voor de medische behandeling van trans personen is toch ook goedkeuring van een psycholoog nodig?
Het is uiteindelijk maar een letter in een database
‘Ik denk ook dat die verklaring vanuit dat perspectief ooit op tafel is gekomen’, zegt Van Ginneken. ‘Maar er zijn twee redenen waarom die vergelijking mank gaat. Ten eerste: de juridische geslachtswijziging is niet zo onomkeerbaar als sommige medische behandelingen. Het is uiteindelijk maar een letter in een database. Dus waarom daarvoor vergelijkbare waarborgen moeten gelden, zie ik niet.’
‘Ten tweede stel ik die waarborgen die in de medische transitie gesteld worden óók ter discussie. Want natuurlijk is het belangrijk dat er voor een medische behandeling een indringend gesprek gevoerd wordt. Snap je waar je aan begint? Begrijp je dat het onomkeerbaar is? Maar dat kan een arts ook beslissen, dat hoeft een psycholoog niet te doen.’
Volgens Van Ginneken is de onderliggende aanname nog steeds dat trans personen een beetje in de war zijn: ‘We moeten telkens eerst even goed door de mangel, voordat we een beslissing over onszelf mogen nemen. Totale onzin.’
Het voorstel van het vorige kabinet: de deskundigenverklaring vervalt
Gelukkig staat er inmiddels opnieuw een wetswijziging op stapel. Na een evaluatie van de wetswijziging in 2014 stuurde de minister voor Rechtsbescherming eind vorig jaar opnieuw een voorstel tot wijziging van de Transgenderwet naar de Tweede Kamer. De belangrijkste aanpassing? Het vervallen van de deskundigenverklaring.
Van Ginneken: ‘Als de wetswijziging straks wordt aangenomen kan iedere trans persoon gewoon naar de gemeente gaan en de geslachtsregistratie wijzigen. Er geldt enkel nog een wachttijd van twaalf weken. Misschien onnodig, maar onbezonnenheid wordt daarmee keurig tegengehouden.’
Over het nieuwe voorstel zou vorige week gedebatteerd worden, maar dat werd tot nader order uitgesteld. ‘Mijn schuld!’ lacht Van Ginneken.
De wijzigingen gingen Van Ginneken namelijk niet ver genoeg. Daarom diende ze twee amendementen in.
Haar eerste amendement regelt dat ook jongeren onder de 16 bij de gemeente hun geslachtsregistratie kunnen aanpassen. Momenteel kunnen jonge trans personen tussen de 12 en de 16 dat alleen met tussenkomst van een rechter. ‘Waar ik vooral bang voor ben’, zegt Van Ginneken, ‘is dat die rechter zegt: ik heb geen eigen inhoudelijke grond om een oordeel te vellen, ik ga een expert vragen. En dan hebben we de psycholoog weer terug!’
Hetzelfde geldt voor non-binaire personen die een genderneutrale geslachtsregistratie wensen. Ook zij moeten nog steeds langs de rechter voor een ‘X’ in hun paspoort. ‘Totaal overbodig’, aldus Van Ginneken. ‘Sommige rechters zeggen ook in hun uitspraak – en terecht – dat ze het idioot vinden dat dit in de wet nog geen mogelijkheid is.’ Ook daarvoor diende ze dus een voorstel in.
Systemen zijn nog niet voldoende ingericht op diverse aanspreekvormen
Of haar amendementen het gaan halen, vindt Van Ginneken moeilijk te zeggen: ‘Ik verwacht dat ze op principiële gronden voldoende steun zullen krijgen. Maar als de minister tijdens het debat oordeelt dat de “X” in het paspoort écht heel ingewikkeld te implementeren is, dan denk ik dat andere partijen misschien niet voor dat amendement zullen stemmen.’
Dat het een flinke duit zal kosten, lijkt in elk geval al zeker. In 2019 concludeerde een rapport dat de kosten voor het aanpassen van digitale registratiesystemen op een breed gebruik van een genderneutrale geslachtsregistratie in de miljoenen zouden lopen. Moeten we dat wel willen?
Van Ginneken: ‘Ik denk dat de huidige handmatige processen bij de gemeenten en instanties voorlopig nog prima zullen werken. Toen de wet in 2014 veranderde en de drempel van de rechter en de sterilisatie-eis wegvielen, groeide het gemiddelde aantal geslachtswijzigingen van tachtig naar zeshonderd per jaar. Zeven keer zo veel dus. Vergelijk dat met het aantal personen in Nederland met een “X” in het paspoort. Dat zijn er momenteel vijftien. Als je dat keer zeven doet, blijft het allemaal nog heel overzichtelijk.’
Voor de langere termijn stelt ze voor om het aanpassen van die systemen mee te nemen in de updates van registratiesystemen die nu al lopen: ‘Als het gaat om het aanspreken van mensen, dan zijn er ook allerlei behoeften om daar flexibeler mee om te gaan. Vanuit de adelstand bijvoorbeeld. Dus er lopen al allerlei experimenteerprojecten om de Basisregistratie Personen flexibeler te maken in het aanspreken van mensen. Daar zouden we dit ook in mee kunnen nemen.’
Waar tegenstanders voor vrezen
De Transgenderwet heeft dus al meerdere vormen gehad. Maar over de recentste wijzigingsvoorstellen is het laatste woord nog niet gezegd. Vooral de voorgenomen afschaffing van de deskundigenverklaring is omstreden. Met name vanuit de hoek van het genderkritische feminisme klinkt al jaren luide kritiek op zelfidentificatie, en het in de wet verankeren van het recht daarop.
‘Al toen het wetsvoorstel door de minister naar de Kamer was gestuurd, ontplofte mijn e-mailbox, met mails van organisaties als Stichting Voorzij’, vertelt Van Ginneken. ‘Clubs die moord en brand schreeuwen over dat het verdwijnen van de psycholoog de rechten van vrouwen zou aantasten.’
Een mannelijke verkrachter kan ook nu al een jurk aantrekken en binnenlopen
Het meestgehoorde argument is dat mannelijke verkrachters zich straks toegang kunnen verschaffen tot vrouwen-wc’s en -kleedkamers. Een ridicuul argument volgens Van Ginneken – mensen die kwaad willen hebben daar deze wet helemaal niet voor nodig: ‘Een mannelijke verkrachter kan ook nu al een jurk aantrekken en binnenlopen. Bovendien weten we helaas ook dat ruim driekwart van de verkrachters bekenden zijn van het slachtoffer. Dus dat relativeert het risico dat je loopt in een kleedkamer toch ook al een beetje.’
Dat je beter een kleedkamer in kunt lopen dan dat je met iemand trouwt, wil Van Ginneken nu ook weer niet zeggen. ‘Maar ik denk dat die hele discussie over het risico wat cisgender vrouwen lopen wel op reële gronden gevoerd moet worden. Al sinds 1985 kunnen trans mensen hun juridische geslacht wijzigen. En we hebben sinds 1985 welgeteld nul gevallen waarbij dit tot een verstrekkend geweldsincident heeft geleid.’
Maar is Van Ginneken niet bang dat dit soort argumenten straks ook zullen vallen in het debat dat ze zal moeten voeren in de Tweede Kamer?
Zelf zegt ze van niet. ‘Want ik weet dat het gaat gebeuren. De genderkritische feministen hebben een bondgenoot gevonden in de conservatief-christelijke partijen. Ik zie een partij als de SGP vaak argumenten gebruiken die ik ken uit die radicaal-feministische hoek.’
‘En uiteindelijk ben ik ook gewoon blij dat dit onderwerp toch in mijn portefeuille valt. Het is een probleem dat ik van dichtbij ken, maar het is ook gewoon een juridische administratieve kwestie in onze samenleving die we op moeten lossen. Het onderliggende thema is hier niet transgender, maar discriminatie. Deze wet kan het leven van mensen echt heel veel beter maken. Dat horen wetten te doen.’