Lees- en kijktip: Waarom autoritaire regimes niet werken (maar toch blijven zitten)

De redactie deelt regelmatig een journalistieke tip over de oorlog in Oekraïne. Vandaag tip ik, Riffy Bol, algemeen redacteur, een interessant interview over de autoritaire geschiedenis van Rusland.

Op het eerste gezicht lijkt Rusland misschien bezig aan een slingerbeweging: van de grootschalige politieke zuiveringen onder Jozef Stalin in de jaren dertig naar de liberale glasnost en perestrojka van Michail Gorbatsjov in de jaren tachtig naar de nieuwste golf van binnen- en buitenlandse terreur door Vladimir Poetin nu.

Maar dat Rusland vanaf het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 tot de annexatie van de Krim in 2014 de potentie had om uit te groeien tot een volwaardige democratie naar westers model is retrospectief wensdenken, legt de Amerikaanse historicus Stephen Kotkin uit in het leerzaamste interview dat ik tot dusver las over de Russische invasie in Oekraïne.

Rusland, zegt Kotkin, had al ver voor Poetin een onvrij politiek systeem. En het kwam ook niet door diens verre voorganger Stalin dat het land ineens met ijzeren vuist werd geregeerd.

Volgens Kotkin is het de eeuwenoude Russische politieke cultuur die de dictator en zijn misdaden vorm geeft: de staat onderwerpt het volk met harde hand continu aan Grote Uitdagingen die getrotseerd moeten worden. Het bedreigen en belagen van de oppositie in parlement en pers lijkt voldoende om als autocratisch regime aan de macht te blijven.

De tragiek van Rusland is dat het een nauwelijks te onderschatten nationale trots en identiteit heeft, die in theorie een status als grootmacht rechtvaardigt, maar het land in de afgelopen decennia vooral een hardnekkig minderwaardigheidscomplex heeft bezorgd. Ondanks zijn slagkracht in de landbouw, ruimtevaart en nucleaire bewapening is Rusland er nooit in geslaagd het Westen economisch en militair te evenaren.

The New Yorker: ‘The Weakness of the Despot’ (Leestijd: 25 minuten, kijktijd: 20 minuten)