Gemeenten, schiet op met die aardgasvrije woningen
Het is een van de grote opgaven van de komende jaren: het aardgasvrij maken van huizen. Zeker nu Europa vanwege de oorlog in Oekraïne zo snel mogelijk onafhankelijk wil worden van gas uit Rusland, moet Nederland wel in hoog tempo zonnepanelen op daken leggen en warmtepompen installeren.
Maar toen ik de afgelopen weken in de verkiezingsprogramma’s dook en debatten bekeek in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen, zag ik iets opvallends. Veel lokale partijen willen helemaal niet zo’n haast maken met het verduurzamen van huizen.
‘Het is niet realistisch om van iedereen tegelijk te vragen om op korte termijn afscheid te nemen van zijn gasaansluiting’, schrijft bijvoorbeeld de Rotterdamse VVD in haar verkiezingsprogramma. Het CDA in Den Haag heeft het uitsluitend over isoleren, andere maatregelen voor het verduurzamen van huizen komen niet aan bod.
Het klopt natuurlijk dat eerst isoleren zinvol is. Hoe minder energie je verbruikt, hoe minder je op een duurzame manier hoeft op te wekken. Toch is er volgens mij ook iets anders aan de hand: wethouders en gemeenteraadsleden hebben zich laten afschrikken door de complexiteit van de verduurzaming.
Gemeenten lopen achter op de afspraken uit het Klimaatakkoord
Er zijn protesten tegen windmolens in de buurt van woonwijken – ook in mijn brievenbus lag een protestflyer. Warmtenetten zijn een andere mogelijkheid, maar ook daar zitten veel bewoners niet op te wachten, omdat ze vaak zijn aangesloten op een helemaal-niet-zo-duurzame biomassacentrale of op zware industrie. En er zijn zorgen over de kosten van de transitie, die vooral armere huishoudens hard kunnen raken. Zonnepanelen zijn nog de minst controversiële technologie, maar die leveren naar verhouding weinig op.
Gemeenten lopen nu al achter op de afspraken uit het Klimaatakkoord. De plannen om de eerste 1,5 miljoen woningen van het aardgas te halen hadden eind vorig jaar af moeten zijn, maar de ambities van lokale bestuurders reiken nu toe niet verder dan ongeveer 500.000 woningen.
Ik denk dat gemeenten alles op alles moeten zetten om woningen van het gas te halen, ondanks de complexiteit. De klimaatverandering wacht niet.
Stem op een partij die duurzame warmte lokaal wil opwekken
Waar moet je dan op stemmen als je wilt dat woningen zo snel mogelijk aardgasvrij worden? Ik zou zeggen: een partij die zo veel mogelijk duurzame energie binnen de eigen gemeentegrenzen wil opwekken. Dat betekent dat plannen voor windmolens zo veel mogelijk doorgaan. Dat er op alle lege daken zonnepanelen komen te liggen. En dat er warmtenetten komen die wél duurzaam zijn, omdat ze bijvoorbeeld zijn aangesloten op een datacentrum.
Natuurlijk, er zijn ook landelijke oplossingen nodig. Zoals windparken op zee, een stikstoffabriek ter vervanging van aardgas of volgens sommige partijen kernenergie (er is veel te zeggen over de voor- en nadelen van deze technologieën, maar het voert te ver om daar hier op in te gaan). Maar we hebben niet de tijd om daarop te wachten.
Voor wie zijn de woningen in jouw gemeente?
Iets anders om over na te denken voor je naar het stemlokaal gaat: gemeenten spelen een cruciale rol bij het oplossen van de wooncrisis. Ze bepalen waar woningen moeten komen, en wat voor woningen dat moeten zijn.
Ik schreef een stuk waarin ik betoogde dat lokale partijen vooral moeten inzetten op de bouw van sociale huurwoningen. Een van de redenen: dat deel van de woningmarkt is de afgelopen tien jaar met maar liefst 150.000 huizen gekrompen. Het gevolg: ellenlange wachtlijsten en een sterke toename van het aantal dakloze mensen.
Wat mij verbaasde, is dat de verschillen tussen gemeenten heel groot zijn als het gaat om het aandeel corporatiewoningen aan de totale woningvoorraad. Terwijl in Rotterdam 44 procent van de woningen eigendom is van een woningcorporatie, is dat in het Utrechtse Bunnik 15 procent. In het Gelderse Rozendaal is het zelfs maar 5 procent. Doordat lang niet elke gemeente evenveel prioriteit geeft aan sociale huur, schuiven ze het probleem van het gebrek aan woningen voor de lagere inkomens op elkaar af.
Minister Hugo de Jonge gaat woningbouw sterker sturen
Als het aan minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge ligt, bestaat in 2030 in elke gemeente ten minste 30 procent van het woningaanbod sociale huurwoningen. Dat staat in het eerste deel (van in totaal zes) van zijn plannen voor het bestrijden van de woningnood, die hij afgelopen vrijdag naar de Tweede Kamer stuurde.
Wat er verder nog in staat: van de 900.000 woningen die er tot 2030 bij moeten komen, moeten er 350.000 middenhuurwoningen (tussen de 760 en de ongeveer 1000 euro kale huur per maand) en betaalbare koop (tot 355.000 euro) zijn. Nog eens 250.000 huizen moeten sociale huurwoningen zijn.
Hoe De Jonge dat concreet gaat bereiken, is nog niet duidelijk. Zijn ambtenaren hebben uitgezocht welke wettelijke mogelijkheden er zijn om de bouwplannen van gemeenten te sturen. De komende tijd gaan ze uitwerken hoe dat precies moet gebeuren. Een paar mogelijkheden die het ministerie noemt zijn bindende afspraken met corporaties en subsidie op koopwoningen.
Het lijkt er dus op dat gemeenten de komende jaren hun autonomie deels kwijtraken. Daarmee draait het ministerie (een deel van) de decentralisatie terug waarvan het afschaffen van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) in 2010 het sluitstuk was. Ik denk dat dat een goede ontwikkeling is, want het is onder andere die decentralisatie waardoor gemeenten nu meer taken hebben dan ze aankunnen.
Om te lezen, kijken en luisteren
- Journalist Bas Mesters maakt voor De Groene Amsterdammer een serie over coöperaties. Hij begon met de wooncoöperatie en schrijft onder andere over de Nieuwe Meent, waarvan ik een van de oprichters ben. Het mooie van zijn artikel en de bijbehorende podcast vind ik dat hij zich concentreert op de samenwerking in de groep, de problemen die daarbij komen kijken en hoe je die kunt oplossen.
- Follow the Money publiceerde een goed stuk over de grootschalige woningbouwplannen van de kleine poldergemeente Zuidplas (in de buurt van Gouda). Het is een fascinerend verhaal over enorme investeringen in bouwgrond en de verliezen die daarbij komen kijken, de dubbele pet van de provincie Zuid-Holland en de wenselijkheid van bouwen onder zeeniveau.
- Ik lees met veel plezier de serie over alleenwonenden van de Volkskrant. De artikelen maken op een luchtige manier duidelijk dat wonen over veel meer gaat dan het hebben van een dak boven je hoofd. Hoe je woont, zegt heel veel over de manier waarop je je leven inricht.
- En over de verduurzaming van steden gesproken: ik vind deze animaties van de Duitse ontwerper Jan Kamensky prachtig. Hij laat zien hoe mooi duurzame steden kunnen zijn. Je krijgt meteen zin om erdoorheen te lopen (met dank aan Thalia Verkade voor de tip).
Tot de volgende!
Josta