Ook in een te groot huis kun je klem zitten

Josta van Bockxmeer
Correspondent Wonen
Fotografie door Khalid Amakran (voor De Correspondent)

De wooncrisis is meer dan een tekort aan huizen – het is ook een gebrek aan passende huizen. Vandaag: de alleenstaande oudere in een groot huis.

Aan het huis van Agaath Bartelds is te zien dat het een heel leven achter zich heeft. De 76-jarige gaat voor naar de eerste verdieping, waar behalve de kamer waar ze zelf slaapt nog twee slaapkamers zijn. Allebei met een bed erin.

Een verdieping hoger, op zolder, staan onder de dakbalken nog een bed, een bank en een televisie. Een klein hokje opzij biedt plaats aan de strijkplank. Vroeger was zelfs dat een slaapkamertje, vertelt Bartelds. De zolder was vertimmerd tot kleine kamers, in totaal sliepen vier van haar zes kinderen er.

Inmiddels woont Bartelds – wit, golvend haar, een lichtblauwe trui en een sjaaltje om haar hals – alleen in het huis in de Amersfoortse wijk Schothorst. Haar echtgenoot overleed in 2001, haar jongste zoon ging negen jaar later het huis uit. Niet dat de kamers sindsdien leeg staan: toen haar zoon vorig jaar ging verbouwen, trok hij een tijdje in met zijn partner en drie kinderen. Haar dochter woonde vijf jaar lang in Bangladesh, kwam elke zomer twee maanden naar Nederland met haar gezin en logeerde bij Bartelds.

Maar sinds een paar maanden wordt het huis echt te groot en is Bartelds op zoek naar iets anders, vertelt ze beneden in de ruime woonkeuken met uitzicht op de tuin. ‘Ik zou het niet meer redden, zo’n heel gezin over de vloer.’ Bovendien wordt het onderhoud steeds duurder, vanwege het tekort aan bouwvakkers en technici.

Veel ouderen wonen in huizen waar een heel gezin in past

Bartelds is niet de enige. wonen alleen of met zijn tweeën in het huis waar ze ooit hun kinderen hebben opgevoed. Ze lijden niet direct onder de woningnood, integendeel: ze zitten er riant bij. Meestal hebben ze lage maandlasten, doordat hun hypotheek (bijna) is afbetaald.

Maar in hun huizen is eigenlijk genoeg plek voor een heel gezin – en die zitten vaak wél om woonruimte verlegen. De oplossing: laat de ouderen die dat willen, doorstromen naar een kleinere woning. Dan maken ook jongeren meer kans op een goed huis. ‘Je weet dat er veel jonge mensen op zoek zijn naar een huis. Dat is nou echt zegt Bartelds.

Alleen zijn die kleinere woningen niet zo makkelijk te vinden. Op haar manier zit ook Bartelds klem op de woningmarkt.

…maar kleinere woningen zijn moeilijk te vinden

Ze is al gaan kijken bij een woongroep verderop, waar een collega woont van haar werk als stadsgids in Amersfoort. Maar de groep wil niet al te veel vergrijzen, en neemt daarom alleen nieuwe bewoners van onder de 70 aan. Bij een complex van een woningcorporatie, een leuk pand met een gemeenschappelijke tuin, vond ze de woningen wel érg klein. Een woon- en een slaapkamer, meer was het niet. ‘En ik wil wel mijn hele gezin met hun kinderen kunnen ontvangen.’

Dan zijn er nog de nieuwe seniorenwoningen op het terrein van een voormalig zwembad in de buurt. Het zijn koophuizen, die de toekomstige bewoners op eigen initiatief laten neerzetten. Even overwoog ze zich erbij aan te sluiten. Maar die woningen zijn helaas te duur.

Het is geen toeval dat Bartelds moeite heeft een woning te vinden. Bijna twee derde van de Nederlandse woningvoorraad terwijl En als er wel kleinere woningen beschikbaar zijn, maken de hoge huren verhuizen vaak onaantrekkelijk. Niet zelden krijgen ouderen die hun huis verkopen en gaan huren hogere maandlasten terwijl ze kleiner gaan wonen.

De wens gemeenschappelijk te wonen maakt de zoektocht moeilijker

En er is nog iets anders, wat vaak buiten beeld blijft in het debat over aantallen woningen en maandlasten. Bartelds wil graag een appartement dat deel uitmaakt van een grotere gemeenschap. Anders is ze bang te vereenzamen.

Ze zag het gebeuren bij haar schoonzus die weduwe werd. Die had een prachtig appartement, mét inpandig balkon. Maar van daaruit kon ze geen praatje maken met de mensen op straat. ‘Ze heeft dat appartement acuut verkocht en is weer in een gewone eengezinswoning gaan wonen. En ze was al over de 70.’

Bartelds kent het gevoel van gemeenschap uit haar huidige buurt. Toen ze in 1978 met haar gezin in Schothorst kwam wonen, waren de huizen pas vier jaar oud, en woonden er veel jonge gezinnen. Langs de voordeur loopt geen straat maar een voetpad. De kinderen konden zo over de stoep naar school lopen.

Het gezin was lid van de en de leden hadden onderling een hechte band. ‘Het was niet klitten en kletsen, maar je kon altijd bij elkaar terecht. En als de ene moeder niet thuis was, was de andere er wel’, zegt Bartelds. Iedereen deed iets: de ene buurvrouw bracht het kerkblaadje rond, de andere knipte haren.

Ze moet lachen als ik het woord ‘vrijwilligerswerk’ gebruik. ‘Het gebeurde veel vanzelfsprekender’, legt ze uit. ‘We zeiden niet: o, zij doet vrijwilligerswerk.’ Meerdere keren bood ze onderdak aan jongeren die tijdelijk een plek nodig hadden – gewoon, omdat het nodig was, omdat ze in Amersfoort kwamen studeren of het een periode niet zo goed konden vinden met hun ouders.

Een populair idee: zelf woningen neerzetten

Het liefst zou Bartelds samen met een groep ouderen zelf woningen neerzetten. Ze heeft zich daarom ingeschreven bij Knarrenhof, een organisatie die De huizen – een mix van koop en huur – liggen rondom een gemeenschappelijke binnentuin, die de bewoners zelf onderhouden. Er is een apart huis dat dienstdoet als gemeenschappelijke ruimte.

In Amersfoort is er genoeg vraag naar een Knarrenhof: er zijn inmiddels Alleen al aan het pleintje waar Bartelds woont, wonen vijf senioren in hun eentje. Toch zal zo’n hofje er niet snel komen, denkt Bartelds. Ze is naar een bijeenkomst van de gemeente over de huisvesting van ouderen geweest, maar kwam er teleurgesteld vandaan. ‘Alle grond is aan projectontwikkelaars verkocht, dus de gemeente heeft daar

Voorlopig blijft Bartelds dus wonen in haar grote huis. Ze heeft net de hypotheek verhoogd, om zonnepanelen te kunnen plaatsen. Een van haar zoons heeft daar een bedrijf in. ‘Ik woon hier nog fantastisch’, zegt ze terwijl ze de tuin in kijkt. ‘Er komt wel een keer iets.’

Meer lezen?