Klein huiselijk verzet tegen Poetin: thermo-ondergoed
Meer laagjes kleren dragen en de verwarming omlaagdraaien. Zo kun je binnenshuis (een beetje) in verzet komen tegen Poetins gas.
De oorlog in Oekraïne maakt onze enorme afhankelijkheid van Russisch gas pijnlijk duidelijk. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) adviseert daarom in alle gebouwen de thermostaat een graad lager te zetten, als onderdeel van een groter plan om de gascrisis in Europa te beperken. Elk gebouw een graad kouder zou ongeveer 10 miljard kubieke meter gas per jaar schelen, stelt het.
Elke handomdraai is daarmee een soort middelvinger naar Poetin.
Iedere graad lager levert in een gematigd klimaat zoals wij in Nederland kennen een energiebesparing op van ongeveer 6 tot 10 procent. Dat is ook nog eens mooi meegenomen in de strijd tegen die andere grote crisis, klimaatverandering.
Natuurlijk: dit is niet dé manier om van onze Russische gas-afhankelijkheid af te komen. En het is ook geen duurzame oplossing voor mensen die te maken hebben of krijgen met energiearmoede en daardoor zelfs niet kunnen koken of warm kunnen douchen. Maar als je je huis verwarmt met gas, en de keuze hebt, is het goed om hier in deze tijd extra op te letten (voel je ook zeker aangesproken als je je verwarming op standje tropisch hebt staan).
Als je de thermostaat omlaagdraait, kun je een ander ‘verwarmingsmechanisme’ aanzwengelen: je eigen lichaam. Dat is zo’n 37 graden Celsius vanbinnen, en 33 tot 34 graden vanbuiten (huidtemperatuur). De temperatuur is buiten veelal lager dan dat, waardoor we onze warmte verliezen. Andere dieren hebben daar een oplossing voor: een dik verenpak of een flinke laag haren.
Onze troef? Kleren.
Het werkt zo: het laagje lucht tussen de huid en kleding warmt op door de warmte die het lichaam afgeeft. Lucht is een relatief slechte warmtegeleider. Dat maakt het een goede isolator.
Net zoals bij woningisolatie geldt: hoe goed kleding isoleert, hangt af van het materiaal, de dikte, en hoe gemakkelijk de warme lucht kan ontsnappen.
Voor de hoeveelheid kleren die je nodig hebt bij een bepaalde temperatuur, bestaat een rekeneenheid: de clo.
De clo werd bedacht in de Tweede Wereldoorlog voor het Canadese leger, door de Brits-Canadese hoogleraar Alan Burton. Eén ‘clo’ is gelijk aan de thermische isolatie die nodig is om iemand die stilzit comfortabel te houden bij een temperatuur van 21 graden Celsius. Het staat gelijk aan iemand gekleed in een driedelige outfit (hemd, broek, colbert) en ondergoed. Elke 0,18 clo die hier bovenop komt (een dikke trui is al snel 0,4 clo) betekent een graad extra bescherming. Met deze rekeneenheid konden generaals uit het Canadese leger berekenen wat voor uniform hun soldaten moesten dragen om het niet te koud te krijgen aan het Europese front.
Waar het op neerkomt: hoe meer gewicht aan kleren je draagt, hoe hoger de clo-waarde, dus hoe warmer je blijft. Het dragen van 3 kilo kleding staat daarbij gelijk aan 1 clo. Dit laat ook meteen zien waarom het niet erg comfortabel is je lichaam alleen via kleding op warmte te houden, als die omgevingstemperatuur onder de 10 graden komt. Bij 5 graden binnen zouden we dan 8 tot 9 kilo aan kleding moeten aantrekken om het niet koud te krijgen.
Vandaar ook dat het Amerikaanse leger in de jaren zestig aan militairen voorschreef maximaal 4 tot 5 clo-units te dragen. Soldaten moesten mobiel en behendig genoeg blijven.
Intussen bestaan er – met dank aan uitvindingen in de ruimtevaart-, defensie- en sportindustrie – allerlei lichtgewicht synthetische materialen als polyester, acryl en nylon met hetzelfde effect bij minder gewicht.
Niet voor niets wemelt het in de bergen – en op straat – van mensen gekleed in kleurrijke synthetische (dons)jassen: ultralicht en heerlijk warm.
Dit brengt ons op het volgende: de invloed van verschillende soorten stoffen.
Katoen isoleert relatief slecht. Desalniettemin: een volle laag katoenen thermokleding staat gelijk aan 0,4 clo. Trek je die extra onder je kleren aan, dan heb je genoeg om de binnentemperatuur met zeker 2 graden te kunnen verlagen en zo’n 20 procent te besparen op de stookkosten.
Zet je dit af tegen wol, dan zie je wat een enorm verschil dit oplevert: een volle laag wollen ondergoed levert 1 clo op. Hiermee zou je de thermostaat dus maar liefst 5 of 6 graden lager kunnen zetten!
Maar tot welke temperatuur het aangenaam voor je is, hangt ook af van andere factoren. Sekse bijvoorbeeld – het vrouwenlichaam heeft minder spierweefsel waardoor het meer moeite heeft warmte te produceren. En ook baby’s en kinderen reageren anders op temperatuurwisselingen dan de gemiddelde volwassene – net als ouderen trouwens. En het is ook maar net wat je gewend bent.
Dus waar de een zich comfortabel voelt met een extra T-shirt, zal de ander een extra dikke trui nodig hebben om een graad lager op de thermostaat te compenseren.
Ten slotte, bedacht ik me zo, zouden we dat beetje extra geld, voor wie het kan missen, misschien wel kunnen stoppen in een fonds voor mensen die momenteel echt in de kou zitten vanwege de torenhoge gasprijzen. Of het geld op een andere manier zinnig besteden, aan een goed doel, aan de mensen in Oekraïne. Want als we er zelf weer nieuwe spullen van gaan kopen, dan is die milieuwinst al snel tenietgedaan.
Benieuwd hoeveel middelvingers naar Poetin jij weet te trotseren.