Wollen kleding als wapen in tijden van oorlog
Vriend afgelopen week, kijkend naar de thermostaat op 18,5 graad: ‘Zie je wel, het ís hier ook gewoon veel te koud.’
Ik: ‘Trek dan wat extra clo’s aan. Dat groene wollen vest van mij, zeker 0,4 clo. 3 graden compensatie.’
Werk en privé gescheiden houden? Dat lukt niet altijd. Dit keer had dat te maken met mijn vondst van de ‘clo’. Clo, afgeleide van clothes of clothing, is een manier om te berekenen hoeveel kleding je nodig hebt om genoeg warmte te bieden bij een bepaalde temperatuur.
De Engels-Canadese hoogleraar Alan Burton bedacht hiervoor een simpele rekensom, zodat elke generaal tijdens de Tweede Wereldoorlog kon berekenen wat er nodig was om de soldaten genoeg bescherming te bieden tegen die andere grote vijand: de erbarmelijke omstandigheden.
Het komt erop neer dat bij een temperatuur van 21 graden, een driedelige outfit (lange broek, shirt of trui met lange mouwen en een paar sokken) genoeg comfort biedt om je lijf warm te houden. Dit staat ongeveer gelijk aan 1 clo. Elke 0,18 clo erbij of eraf, staat gelijk aan 1 graad. Wetende dat een trui tussen de 0,20 en 0,40 clo is, kun je daarmee de thermostaat al met 1 tot 3 graden omlaag zetten. Als elk gebouw in heel Europa de verwarming 1 graad naar beneden zet, levert dit een besparing op van 10 miljard kubieke meter gas per jaar, stelde het Internationaal Energieagentschap onlangs in haar plan om de afhankelijkheid van Russisch gas te verkleinen.
En er is natuurlijk meer voor te zeggen: het vermindert de druk op het klimaat en scheelt centjes – zeker nu.
Meer hierover? Ik schreef er dit stuk over:
Het geheim van schapenwol: schubben
Ik kwam bij de clo terecht omdat ik aan het uitzoeken was waarom wol zo vaak om haar warmte wordt geprezen, en welke thermische verschillen er zitten tussen kledingstoffen. Met de gestegen gasprijzen zet ik de verwarming zelf niet meer hoger dan 18 graden. Met een dik wollen vest over mijn kleren gaat dat prima, merkte ik.
Dat gevoel bleek ook wetenschappelijk onderbouwd. Het geheim van schapenwol ligt verscholen in de structuur: in tegenstelling tot alle andere textielvezels zijn wolvezels gehuld in minuscule schubben. Wie een wolhaar onder de microscoop legt, ziet een oppervlak dat doet denken aan dakpannen of een dennenappel. Door de lucht die tussen wolvezels wordt vastgehouden ontstaat er een thermale barrière die de uitwisseling van warmte verhindert. Maar het echt verbluffende effect van wol is dat het tijdens het absorberen van vocht zelfs warmte afgeeft. Dus als je vanuit een warm en droog huis een koude en vochtige avond instapt, absorbeert jouw wollen kleding niet alleen de nattigheid in de lucht maar genereert het ook zijn eigen warmte.
Om die reden speelde wol in veel oorlogen ook een belangrijke rol. Het bekendste verhaal is waarschijnlijk die van de Engelse campagne Knit for Victory tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarover Sally Coulthard schrijft in haar boek Een kleine geschiedenis van de wereld aan de hand van schapen. Brieven van soldaten aan het thuisfront over de erbarmelijke omstandigheden – nat en koud – aan het front, bewogen met name vrouwen en kinderen om wollen breiwerken te vervaardigen voor hen. Handschoenen, sokken, mutsen, sjaals, dekens, truien: miljoenen werden er gemaakt.
In de Verenigde Staten en Australië gebeurde hetzelfde. De warme wollen kleding hielp geallieerde soldaten in de loopgraven, waar kou en vocht evenzeer dodelijke vijanden bleken als de Duitsers, overleven. Niettemin hadden de breiwerken ook op een andere manier invloed op de oorlog: de soldaten voelden zich enorm gesterkt door het thuisfront. En het gaf de breiers op hun beurt een gevoel dat ze iets waardevols konden bijdragen – wat voor hun mentale gesteldheid van groot belang was.
Op de infographic hieronder kun je goed zien hoe de structuur van wol verschilt ten opzichte van andere textielvezels.
Dat was ’m weer voor deze week. In de volgende nieuwsbrief zal ik meer vertellen over het verhaal waar ik nu aan werk. Iets met het ontbreken van de juiste context om de duurzaamheidsambities van kledingbedrijven te beoordelen – en het uitblijven van het bevragen van die grote boosdoener: groei.
Tot dan!
Emy