Leestip: Waarom krijgen Oekraïense vluchtelingen meer hulp dan Syrische of Afghaanse?
De redactie deelt regelmatig een journalistieke tip over de oorlog in Oekraïne. Vandaag tip ik, Josta van Bockxmeer, correspondent Wonen, een essay over de vraag waarom Oekraïners in het Westen op veel meer steun kunnen rekenen dan, bijvoorbeeld, Syriërs.
Het is een vraag die al weken rondzingt – ook op de redactie van De Correspondent – maar waar bijna niemand echt raad mee weet. Waarom behandelen Europeanen de ene vluchteling anders dan de andere? Waarom staan mensen in de rij om Oekraïners op te halen van het station, terwijl (in de woorden van programmamaker Sinan Can) Afghanen die voor Nederland hebben gewerkt lang niet allemaal hierheen konden komen, en de kinderen uit het Griekse vluchtelingenkamp Moria ook niet?
De vraag is moeilijk omdat hij ongepast voelt, alsof je afbreuk doet aan de hulp aan mensen die dat overduidelijk nodig hebben. Maar dat maakt hem niet minder relevant.
Schrijver Emy Koopman, die eerder promoveerde op een onderzoek naar empathie, ging in de Volkskrant op zoek naar een antwoord. Het kan er niet aan liggen dat Oekraïners op ons lijken, of dat het land relatief dichtbij is, schrijft ze. Die twee dingen garanderen nog geen medeleven – dat ervaren we eerder bij het zien van anderen in nood die onschuldig of hulpeloos overkomen. En belangrijker: ze zetten niet aan tot actie.
De ‘wensidentificatie’ met de Oekraïense helden
Wat mensen wél in beweging brengt, is de ‘wensidentificatie’ die we volgens Koopman ervaren als we kijken naar de beelden van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky die zijn volk toespreekt vanuit een belegerde stad en van Miss Oekraïne in gevechtstenue. Ze lijken niet op ons, ze zijn beter dan wij. En als wij ze ondersteunen, straalt hun heldendom op ons af.
Koopman waarschuwt de lezer ook. Want zodra er scheurtjes komen in het verhaal van David tegen Goliath, kan de steun snel afnemen. Kijk maar naar de Syrische mannen, die verdacht werden door de opkomst van jihadistische rebellengroepen.
Met Koopmans conclusie – dat ze hoopt op mensen die zich niet laten leiden door onbetrouwbare emoties als medeleven – is nog lang niet alles gezegd. Wat is bijvoorbeeld een betere omgang met crises als deze, wanneer nemen we echt verantwoordelijkheid? Het is te hopen dat er de komende tijd meer van dit soort verhelderende stukken verschijnen.
Lees hier het verhaal van Emy Koopman in de Volkskrant