Vrouwen, trap niet in de val die liefde heet
Vrouwen cijferen zich nog altijd vaak weg in naam van de liefde. Waarom? En hoe komen we af van die reflex?
Een aantal jaar geleden trok ik in een tweedehands boekwinkel een werk uit de kast dat mijn leven veranderde.
De tweede sekse van Simone de Beauvoir, het zei me maar vagelijk wat. Was dat niet dat beroemde essay over vrouwen, de ‘feministische bijbel’? De uitgave die ik in mijn handen had, stamde uit het verschijningsjaar, 1949. Het papier was vergeeld en brokkelig geworden, de rug werd gesterkt door plakband. Ik kocht hem, meer omdat het me amuseerde om een cultuurmonument mee naar huis te nemen, dan omdat ik verwachtte als moderne vrouw nog iets van dit boek te leren.
Fout gedacht. Terwijl de zomerhitte mijn appartement binnendrong en de stad onder mijn openstaande ramen voortraasde, las ik in een paar koortsachtige dagen het magnum opus van Simone de Beauvoir. De potloodlijnen waarmee ik mijn opwinding onderstreepte, maken duidelijk wat me zo trof. Niet de uiteenzetting over de historische onderdrukking van vrouwen. Ook niet het droevige handjevol burgerrechten dat zij op het moment van schrijven hadden – die zaken leken me inmiddels rechtgetrokken. Maar wat me midscheeps raakte, omdat het over mij ging en over veel van de vrouwen om mij heen, was De Beauvoirs analyse van de liefde. En van alle ellende die eruit voortvloeide.
De Beauvoirs analyse van de liefde raakte me midscheeps
Ik streepte aan: ‘Het meisje leert dat ze geliefd moet zijn om gelukkig te zijn; om geliefd te zijn, moet ze wachten op de liefde. De vrouw, dat is Doornroosje, Ezelhuidje, Assepoester… opgesloten in een toren, een paleis, een tuin, een grot, geketend aan een rots, gevangen, slapend; ze wacht.’
De Beauvoir somt de bekendste sprookjes en legenden van het Westen op, van Sneeuwwitje tot Andromeda. Verhalen waarin de vrouwen zonder uitzondering mooi zijn, wachten, en worden gered door een man.
De les?
‘De hoogste noodzaak voor een vrouw is om een mannenhart te betoveren.’ Niet door zich te ontplooien, door moreel of geestelijk uit te blinken: ‘Het is niet door haar waarde als mens te vergroten dat een vrouw aan waarde wint in de ogen van mannen, maar door zich te vormen naar hun droombeeld. […] Mannen houden niet van tomboys, en ook niet van blauwkousen of geleerde vrouwen; te veel durf, te veel ontwikkeling, te veel intelligentie, te veel karakter schrikken hen af. […] Vrouwelijk zijn, dat betekent: je machteloos tonen, nietszeggend, passief, volgzaam… Elke bevestiging van haar eigen identiteit doet afbreuk aan haar vrouwelijkheid en haar kansen om te verleiden.’
Tot mijn stomme verbazing voelde ik, als jonge en op het oog nogal vrijgevochten vrouw, dat De Beauvoir ook mij beschreef
Tot mijn stomme verbazing voelde ik, als jonge en op het oog nogal vrijgevochten vrouw, dat De Beauvoir ook mij beschreef. De druk waaronder mijn huwelijk was komen te staan sinds ik gedebuteerd was als literair auteur en plotseling in de schijnwerpers stond; de gewoonte, waarop ik mezelf regelmatig betrapte, me dommer voor te doen dan ik ben, in een poging aardig gevonden te worden; de regelmaat waarmee ik dat vooral tegenover mannen deed; en de verbetenheid waarmee ik tegen mezelf herhaalde dat ik gelukkig was, gelukkig móést zijn, en dat ik daaraan niet mocht twijfelen – al die dingen kwamen in een ander daglicht te staan door De Beauvoirs scherpe, ironische analyse die, ondanks het halfvergane papier waarop ze gedrukt stond, nog altijd niet verjaard was. De filosoof die ik passé waande, had het hart van mijn intiemste gedrag getroffen.
Wat moest ik dan zijn? Afhankelijk?
‘Hoe meer [de vrouw] vooruitgang boekt, hoe meer ze afziet van andere kansen; door zich te ontwikkelen tot blauwkous en geleerde, zal ze mannen in het algemeen afschrikken; ofwel ze vernedert haar echtgenoot, haar geliefde, door te veel succes. Ze doet [daarom] niet alleen extra haar best om elegant en frivool over te komen, ze remt zichzelf ook af’, schrijft De Beauvoir.
In de jaren nadat ik ze had aangestreept, wonnen bovenstaande zinnen alleen maar aan gewicht. Inmiddels doen ze me denken aan verschillende geliefdes. De mannen onder hen met wie ik iets betekenisvols had, noemden me vroeg of laat ‘intimiderend’. Een woord dat bijna elke keer werd gevolgd door het woord ‘castrerend’. Dat schokte me: intimideren was ver van mijn bedoeling, en ik begreep het ook niet. Het probleem, legde een van de geliefden desgevraagd uit, was niet dat ik gemeen was; en mijn tengere lijf was al zeker geen bedreiging. Maar ik was ‘soeverein’.
Hoe kan ‘soeverein’ zijn castrerend zijn? En wat moest ik dan zijn, om het klokkenspel intact te laten? Afhankelijk?
Aan de hand van De Beauvoir begreep ik het volgende: stel je voor dat je als jongen geleerd hebt hoe het hoort te gaan in een relatie. Je hebt talloze scènes bestudeerd (liedjes, films, boeken, de mensen om je heen), je weet wat jouw rol is, en hoe de ander zich hoort te gedragen. En dan stapt de ander het podium op en houdt zich niet aan de regels. Laat zich niet redden. Wacht niet lijdzaam op je eerste stap. Wat moet jij dan, wat is jouw rol nog? Het maakt je verward en onzeker.
Als de vrouw zich niet als vrouw gedraagt, hoe weet jij dan een man te zijn?
Trouwen om überhaupt te kunnen bestaan
Simone de Beauvoir, Franse filosoof en schrijver, werd in 1908 geboren in Parijs, in een keurig, katholiek, bourgeois gezin. Tijdens Simones kinderjaren had het gezin nog geld genoeg, maar al snel raakte het aan lager wal, en moest het damast en bedienden inruilen voor een klein en donker appartement, waarin zelfs niet altijd genoeg te eten was.
De kleine Simone was voorbestemd om te trouwen. Ze kreeg een opleiding op een nonnenschool die haar in staat moest stellen een goede partij aan de haak te slaan. Maar toen haar bruidsschat eenmaal verdampt was, werd duidelijk dat het meisje zichzelf zou moeten onderhouden. Ze mocht verder studeren, om als lerares haar kostje bij elkaar te kunnen scharrelen.
In een tijd dat het huwelijk gold als de enige fatsoenlijke carrière voor een vrouw, was er voor haar familie nauwelijks een grotere schandvlek denkbaar. Ook Simone hoopte jarenlang dat haar rijke neef Jacques om haar hand zou vragen. Dat hij dat niet deed, opende een levenspad dat haar in staat stelde zich te ontwikkelen tot een van de invloedrijkste filosofen van de twintigste eeuw.
Een man kon in die tijd vrijgezel blijven, hier en daar een maîtresse hebben, niemand die het hem aanrekende
Voor mannen lagen de zaken in die tijd heel anders. Een man had nog allerlei andere opties: hij kon carrière maken en vrijgezel blijven, hier en daar een maîtresse hebben, en niemand die het hem aanrekende; zijn leven kon alsnog gelden als een groot succes. Sterker nog, hoe meer een man zich ontplooide op het gebied van sport, cultuur, werk of intelligentie, hoe aantrekkelijker hij werd voor vrouwen, aldus De Beauvoir. Terwijl precies het omgekeerde gold voor een vrouw: hoe verder zij zich waagde van het beeld van de passieve, elegant in katzwijm wachtende droomvrouw, hoe minder kans ze had om een man te verleiden. Ze werd – ze wordt – intimiderend.
Deze dynamiek is fnuikend. Ze zorgt ervoor dat een vrouw de neiging heeft om zich klein te maken om in de mal van de begeerlijke, passieve, lieve vrouw te passen. Vervolgens ziet ze zich met al haar capaciteiten en verwachtingen beperkt tot dit ene domein – een domein dat voor hem slechts een van de vele is.
Het verdrietigste aan deze analyse van De Beauvoir is dat hij nog steeds grotendeels van kracht is. Misschien niet voor jou: wellicht herken jij je totaal niet in de man noch in de vrouw die De Beauvoir oproept. Misschien accepteer jij nooit dat seks vooral draait om, en ophoudt met, het orgasme van de man. Misschien sta jij als vrouw geen doodsangsten uit bij het idee onaantrekkelijk te worden. Misschien toom jij je als vrouw nooit in om sympathieker te lijken. En wie weet heb je nooit het gevoel gehad dat jij een gewicht toekent aan liefde dat de man in je leven niet lijkt te voelen.
Maar zo wel: lees verder. Je bent niet de enige.
Eerst even wat feiten op een rij
Vrouwen die te veel ambitie tonen, en hun man professioneel voorbijstreven, vergroten de kans op scheiding, zo schreef correspondent Tamar Stelling. Die succesvolle vrouwen compenseren hun maatschappelijke slagen bovendien door meer ‘vrouwelijke’ zorgtaken te gaan uitvoeren in het huis. Alsof ze boete doen voor hun onfeminiene succes.
Andere statistieken stemmen niet veel vrolijker. Mannen hebben vaker orgasmes dan vrouwen, vooral bij heteroseksuele seks. Uit een studie onder 52.000 volwassenen bleek dat 95 procent van de heteroseksuele mannen onder hen ‘bijna altijd of altijd’ klaarkomt tijdens seks. Voor hun bedpartners – heteroseksuele vrouwen – eindigt 66 procent van de vrijpartijen met een orgasme. En dat verschil komt niet zomaar op conto van ‘de anatomie’; van de lesbische vrouwen rapporteert 86 procent ‘bijna altijd of altijd’ klaar te komen. Er loopt dus een oncomfortabele spleet door het heterobed.
En er is een zorgkloof. Nog altijd besteden vrouwen in Nederland bijna twee keer zo veel tijd aan het huishouden als mannen: gemiddeld 23,19 uur per week, tegenover 12,19 voor de man. Vrouwen klokken dan ook minder betaalde werkuren per week en verdienen minder. Vooral het baren van een kind betekent, enkel voor de vrouw, een forse en langdurige inkomensval. Het gevolg is dat ruim een op de drie Nederlandse vrouwen – 36,2 procent – niet economisch zelfstandig is.* En wie voor haar dagelijks brood afhankelijk is van haar partner, kan er minder gemakkelijk voor kiezen om die partner te verlaten, mocht de relatie haar niet bieden wat ze zocht. Bijvoorbeeld omdat de lusten voor haar structureel minder zijn, en de lasten structureel groter.
En ook nu blijft de vrouw zich klein maken in naam der liefde
De vrouw die zich anno nu nog klein maakt uit naam van de liefde, is het onderwerp van de bestseller Drie vrouwen uit 2019. Voor dit boek volgde de Amerikaanse journaliste Lisa Taddeo jarenlang intensief drie vrouwen, en tekende hun verhalen op.
Het verhaal van Maggie bijvoorbeeld, die als zeventienjarige een verhouding heeft met haar docent Engels, die haar na gebruik steenkoud laat vallen en ongestoord verder gaat met zijn carrière, terwijl zij wegglijdt in een depressie. Het verhaal van Sloane, die niets liever wil dan begeerd te worden, en voor het plezier van haar man met andere mannen naar bed gaat, terwijl hij meedoet of toekijkt. En het verhaal van Lina, een gefrustreerde huisvrouw wier man haar niet meer aanraakt, en die ervan overtuigd is dat haar leven geen zin heeft buiten de liefde. Als ze een minnaar krijgt, heeft ze het gevoel dat ze uit de dood herrijst – ook al weet ze goed dat zij voor hem niet zo veel betekent en dat hij nooit voor haar zal kiezen.
Geen van de geschetste relaties in 'Drie vrouwen' is gelijkwaardig
Geen van de geschetste relaties is gelijkwaardig. In geen ervan wordt het verlangen van de vrouwen echt beantwoord. En dat maakt het bedenkelijk dat Drie vrouwen werd onthaald als een treffend portret van de situatie van vrouwen nu, of liever: van vrouwen en liefde. ‘Er loopt geen vrouw rond die zich niet zal herkennen’ in deze verhalen, schreef The Observer bijvoorbeeld. ‘Een geschenk aan vrouwen wereldwijd die het gevoel hebben dat hun verlangens genegeerd en hun stemmen niet gehoord worden’, schreef The Sunday Times. En mannenblad Esquire raadde het boek aan zijn lezers aan als ze hun vrouw wilden begrijpen.
Hoe een goede echtgenoot te zijn
Mannen die hun vrouw willen begrijpen kunnen natuurlijk ook terecht bij WikiHow. Die populaire website biedt antwoorden op allerlei vragen, geschreven door een grote groep anonieme bijdragers. Een van de vragen waarover die zich buigen: hoe een goede echtgenoot te zijn.
Het beeld dat opdoemt uit de antwoorden wekt opnieuw de indruk dat De Beauvoirs analyse van ongelijkwaardige liefde nog altijd relevant is. Wat te denken van de volgende tips voor hem:
‘Luister naar wat ze te vertellen heeft. Doe niet net alsof je luistert — luister echt.’ ‘Begrijp dat je vrouw een onafhankelijk individu is, en dat ze soms niet wil wat jij wil.’ ‘Steun haar in haar inspanningen. Of het nou om salsadansen gaat, of dat ze met haar vriendinnen wil gaan stappen, steun haar. Jouw steun zorgt ervoor dat ze zich veilig voelt, en dat ze berekende risico’s durft te nemen.’
De vrouw moet in deze visie 'beschermd en verdedigd' worden, zodat ze 'risico’s' durft te nemen
De vrouw moet in deze visie ‘beschermd en verdedigd’ worden, zodat ze risico’s durft te nemen: salsadansen, oei! En haar man moet eraan herinnerd worden echt naar haar te luisteren, alsof ze een onafhankelijk individu is.
De bescherming komt hem toe; het huishouden, romantiek en seksuele bevrediging zijn in dit visioen eerder vrouwentaken, waar de goede echtgenoot expliciet aan herinnerd moet worden. ‘Verras haar eens door het huis schoon te maken.’ ‘De trouwdag is erg belangrijk voor je echtgenote, en dat zou het voor jou ook moeten zijn.’ ‘Probeer om je vrouw evenveel te bevredigen als ze jou bevredigt.’ Probeer het, het zou belangrijk voor je moeten zijn: omineuze bewoordingen.
Voor vrouwen geldt het omgekeerde
Het gekoppelde artikel, dat uitlegt hoe je een goede echtgenote kunt zijn, toont precies het omgekeerde beeld. Het waarschuwt de vrouw niet voor het gevaar dat ze haar man zou vergeten, maar drukt haar juist op het hart zich niet in hem te verliezen. Zo luidt het eerste advies: ‘Voldoe aan de behoeften van je man, zonder die van jezelf uit het oog te verliezen.’ Al snel gevolgd door de tip: ‘Behoud je eigen identiteit.’ Als je man er morgen vandoor zou gaan, heb je dan nog eigen vrienden, hobby’s of clubs? En: ‘Als dat niet zo is, moet je man altijd een gat proberen te vullen dat hij niet kan vullen.’ En zal hij zich verstikt voelen. Als je daarentegen ‘als individu een zinvol leven leidt’, heb je de relatie (!) meer te bieden.
Tot slot wordt de echtgenote eraan herinnerd dat zij en haar man ‘een team moeten vormen’. ‘Als je hem helpt om een succes te behalen is het ook jouw succes, en andersom. Als je zijn werk makkelijker maakt, zal hij eerder openstaan om jou ook te helpen.’ Voilà, de moderne liefdesrelatie: zij helpt hem met zijn werk, hij steunt haar in het salsadansen. De goede bedoelingen spatten eraf, net als de ongelijkwaardigheid.
Als je erover nadenkt, is dat niet verbazingwekkend. Want hoe kan er eigenlijk sprake zijn van een liefde die voor man en vrouw even zwaar weegt – en dus gelijkwaardig kan zijn – als vrouwen blijven voltijdmoederen of deeltijdwerken, het gros van de zorgtaken blijven uitvoeren, en het grootste gedeelte van hun levensvervulling blijven zoeken in het intieme domein?
Simone de Beauvoir was niet ‘tegen’ liefde: ze besteedde juist een groot deel van haar filosofische aandacht aan liefde en relaties
Simone de Beauvoir was niet ‘tegen’ liefde: sterker nog, ze besteedde haar leven lang een groot deel van haar filosofische aandacht aan liefde en relaties, en stelde die ook in haar eigen leven centraal. Maar ze wilde dat liefde alle betrokken partners zou doen groeien. Ze was klaar met ‘de vrouw achter de grote man’, en met een vals ideaal waarin de ene partner achter de andere verdween. Ze ergerde zich aan het beeld van ‘liefde’ dat de vrouw beperkte tot facilitator van haar man, van haar kinderen, maar niet van haar eigen ontplooiing.
In een gelijkwaardige relatie daarentegen bleven beide partners onafhankelijk (je zou kunnen zeggen: soeverein), en steunden elkaars projecten wederzijds. Waarbij de projecten van de vrouw zich in het ideale geval niet beperkten tot shoppen en salsadansen: ook zij had een bijdrage te leveren aan cultuur, wetenschap en maatschappij.
De Beauvoir schreef het met overtuiging en het concept van gelijkwaardige liefde is simpel. Maar begrijpen en doen zijn verschillende dingen. Zelf las ik heus voldoende feministische geschriften, maar heb ik me echt bevrijd van het dwingende verlangen begeerd en geliefd te worden, desnoods ten koste van andere vormen van ontplooiing en geluk, uit angst dat ik anders, op een of andere duistere manier, niet echt zou bestaan? Doe ik me nooit meer liever, tammer, dommer voor dan ik ben, om maar niet ‘intimiderend’ te zijn?
Het lezen van De tweede sekse is niet zomaar genoeg. Zelfs het schrijven ervan volstaat niet.
Simone de Beauvoir, de vierde vrouw...
Een paar jaar na mijn confrontatie met De tweede sekse, ik was inmiddels gescheiden, las ik een biografie over Simone de Beauvoir. Ze was een heldin voor me geworden, en ik zocht in haar leven misschien een model voor het mijne, dat ik zojuist had stukgesmeten en nu weer op moest bouwen. Ik wist dat De Beauvoir een levenslange relatie had met de filosoof Jean-Paul Sartre, maar dat ze beiden vrij waren om andere, secundaire liefdes te beleven, waarover ze elkaar eerlijk vertelden.
Dat klonk avontuurlijk, open en vrijgevochten. En toch ook geruststellend dicht bij het bekende ideaal van eeuwige, enige liefde: Sartre en De Beauvoir werden in hetzelfde graf begraven op het Cimetière Montparnasse waar ik, toen ik in Parijs studeerde, regelmatig langsliep, en dat ik beschouwde als het summum van moderne romantiek.
Maar in plaats van een voorbeeld te vinden, raakte ik steeds verder ontgoocheld. De biograaf, Deirdre Bair, schetst in haar boek een relatie die allesbehalve gelijkwaardig was. Waarom noemde De Beauvoir, die een immense stempel drukte op de twintigste eeuw, zichzelf ‘slechts een leraar’, en Sartre ‘de echte filosoof’? Waarom redigeerde ze intensief al zijn teksten, terwijl dat betekende dat ze nauwelijks tijd had voor haar eigen schrijfwerk? Waarom accepteerde ze dat hij haar toesprak ‘als een klein meisje’? Waarom beweerde een vrouw met zo’n indrukwekkend oeuvre dat hij van hen tweeën de oorspronkelijke denker was? En waarom had Sartre tot op zijn oude dag een hele rits piepjonge vriendinnetjes, en zij niet? Hoe gelijkwaardig was deze liefde?
En waarom had Sartre tot op zijn oude dag een hele rits piepjonge vriendinnetjes, en zij niet?
Met de feiten leek niet te twisten: Bairs biografie put uit de memoires die De Beauvoir tijdens haar leven zelf publiceerde, en uit intensieve interviews met de filosoof, afgenomen vlak voor haar dood. Dit was de geautoriseerde versie, de versie die De Beauvoir had goedgekeurd.
Ik kon er niet bij: Simone de Beauvoir had dan misschien het standaardwerk geschreven over de eeuwige en nog altijd voortdurende ongelijkwaardigheid in relaties tussen man en vrouw – ze had dan misschien de levens van de drie vrouwen van Taddeo voorspeld –, maar ze schilderde zichzelf in feite af als een vierde vrouw, die zo in het rijtje paste.
Toen ik onlangs aan een literaire vriend vertelde dat ik bezig was met een essay over de filosoof, zei hij: ‘O, De Beauvoir, ja, die was heel ongelukkig hè, met Sartre die steeds maar vreemdging…’
Jarenlang was dit de manier waarop zij werd herinnerd. Toen De Beauvoir in 1986 stierf, schreven de kranten over haar als het hulpje van Sartre dat zijn ideeën populariseerde, maar zelf – aldus The Times, Le Petit Larousse, Le Revue des Deux Mondes en vele andere – niet in staat was tot origineel werk. En die bovendien onder de grote vrouwenverslinder had geleden, als jaloers vrouwtje dat uit haar jarenlange ‘seksuele slavernij’ niet eens een trouwring had weten te slepen.
Of is het verhaal toch anders?
Maar er zijn ook heel andere versies mogelijk van het verhaal. Sterker: De Beauvoirs publieke memoires, waarop Bair zich voor een groot deel baseerde, verschillen op belangrijke punten van het leven dat de filosoof beschreef in haar intieme dagboek en in brieven.
Dat kon Deirdre Bair niet weten, want die privé-archieven zijn pas onlangs beschikbaar geworden voor het publiek. Wie er wel uit kon putten, is De Beauvoirs nieuwe biograaf, Kate Kirkpatrick, wier Simone de Beauvoir. Een leven dinsdag in Nederlandse vertaling verschijnt.
Het boek is een verdediging van Simone de Beauvoirs onafhankelijkheid en originaliteit als denker, met name ten opzichte van haar geliefde. Kirkpatrick laat bijvoorbeeld aan de hand van de studentendagboeken van De Beauvoir zien dat zij zich, voordat ze Sartre zou ontmoeten, al bezighield met de filosofische ideeën die later centraal zouden staan in het existentialisme – de filosofische school die doorgaans als het geesteskind van Sartre wordt gezien.
Waarom noemde De Beauvoir zich 'intellectueel inferieur'?
Kirkpatrick onderstreept de bijdrage die De Beauvoir leverde aan die filosofie: zo was zij degene die de ‘radicale vrijheid’ van elk individu nuanceerde, door te wijzen op het belang van de specifieke situatie van dat individu, die maakt dat sommigen minder vrij zijn dan anderen (denk maar aan tot slaaf gemaakten). Ook was zij het die zich boog over de essentiële vraag: goed, aangenomen dat iedereen radicaal vrij is, hoe ga je dan om met de vrijheid van anderen?
Deze en andere voorbeelden uit de biografie laten zien dat De Beauvoir wel degelijk een oorspronkelijk denker was. Sterker nog: de laatste jaren lijkt Sartres idee van complete vrijheid steeds naïever, terwijl De Beauvoirs nadruk op het belang van situatie veel dichter ligt bij de groeiende aandacht voor racisme en ongelijkheid. Het idee dat mensen elkaar beïnvloeden, en sterk verbonden zijn, vinden we nu vanzelfsprekend.
Het grote raadsel blijft waarom De Beauvoir ervoor koos zichzelf in haar autobiografieën en in interviews kleiner te maken dan ze was, en Sartre groter. Waarom noemde ze zich ‘intellectueel inferieur’?
Een deel van de verklaring ligt misschien in Sartres zelfvertrouwen, en De Beauvoirs gebrek daaraan. Zij was zich ervan bewust dat hij als man toegang had gehad tot de allerbeste opleiding die Frankrijk kon bieden; zijzelf was opgeleid door nonnen, die een gekuist, damesachtig curriculum hadden geboden. Daarnaast was men het er in haar tijd over eens dat vrouwen nu eenmaal nooit geniaal konden zijn, niet in staat waren tot oorspronkelijk denken, en in feite – zoals de filosoof Schopenhauer schreef – ‘de tweede sekse’ waren, ‘inferieur in elk opzicht vergeleken met de eerste’, een citaat dat Simone als student overschreef in haar dagboek. Ze kon het ermee oneens zijn, maar misschien hield ze toch een likje impostor syndrome over aan het gewicht van dat algemene vooroordeel.
Vrouwen kónden in die tijd nu eenmaal nooit geniaal zijn
Ook De Beauvoirs levensverhaal was complexer dan de versie die ze zelf naar voren schoof. Zoals zij het sprookje zelf vertelde, sloten Sartre en zij een ‘pact’ tijdens een wandeling in de Parijse Jardin du Luxembourg: ze zouden de eerste plek innemen in elkaars hart, maar andere, niet-essentiële liefdes niet uitsluiten. Vanaf dat moment waren ze onherroepelijk samen, en was er voor Simone de Beauvoir niemand zo belangrijk als Sartre.
Uit De Beauvoirs dagboek van die periode spreekt een ander verhaal. Kirkpatrick laat zien hoe de jonge Simone (ze is dan 21) nog lang twijfelde, en zich ook na het sluiten van het ‘pact’ soms sterker aangetrokken voelde tot andere geliefden dan Sartre. Soms overwoog ze om een einde te maken aan hun relatie. Al kort na het sluiten van het pact spreekt De Beauvoir zichzelf in haar dagboek vermanend toe, omdat ze vindt dat ze haar eigen leven heeft ‘verwaarloosd’, te veel via hém probeert te leven, en dat ze zichzelf ‘is kwijtgeraakt’. Een besef dat is weggegumd in het levensverhaal dat ze publiek maakte.
Als dagboekschrijver begrijp ik wel hoe dat kan gebeuren – een dagboek is, juist omdát het niet voor andere ogen bestemd is, een plaats voor genadeloze eerlijkheid – maar om het wisselen tussen eerlijkheid en ideaal zo aan het werk te zien in het leven van een ander, is indrukwekkend.
Nog opvallender zijn de geliefden die De Beauvoir had, ook op latere leeftijd, en van wie ze sommigen compleet doodzweeg in haar publieke mémoires. Zo had ze jarenlange, intensieve liefdesrelaties met onder anderen Claude Lanzmann en Laurent Bost die ze, in het laatste geval, tot na haar dood geheim wist te houden. Met Sartre zelf had ze eigenlijk maar kort een seksuele relatie. Hij was in bed geen warme man, vertrouwde ze Bost toe in een brief, en hij kon niet aan haar behoeftes beantwoorden.
Het resultaat van Kirkpatricks herschrijving is een levensverhaal dat veel minder draait om die ene grote man, en een liefdesleven dat veel versnipperder en rijker was dan algemeen gedacht.
Had De Beauvoir déze versie maar publiek gemaakt! Had ze maar eerlijk laten zien hoe moeilijk het zelfs voor de intelligentste en meest vrijgevochten vrouw is om niet in de ‘val van de liefde’ te trappen!
Hoe vertel je een vrouwenleven? Met meer ‘man’ en minder ambitie
Waarom deed ze dat niet? Wellicht stroomlijnde en selecteerde ze haar herinneringen om een mooi gecomponeerd verhaal te kunnen bieden, schrijver als ze was.
Maar haar keuze daarin was niet bepaald ‘radicaal vrij’, zoals het existentialisme wel zou betogen. Wie goed kijkt naar de dingen die De Beauvoir benadrukte en wegliet, ziet dat die omissies bepaalde voorspelbare patronen volgen. Patronen die je ook terugziet in veel andere biografieën en autobiografieën van vrouwen.
De Amerikaanse literatuurwetenschapper Carolyn Heilbrun concludeert in haar klassieke studie over de levensverhalen van vrouwen, Writing a Woman’s Life, dat die doorgaans worden opgetekend – of dat nu is door de vrouwen zelf of door een biograaf – met veel ruimte voor de liefde (voor een man), terwijl de prestaties van de vrouw in kwestie juist worden gebagatelliseerd. ‘Tot diep in de twintigste eeuw’, schrijft Heilbrun, ‘bleef het onmogelijk voor vrouwen om in hun autobiografische verslagen claims over hun prestaties toe te laten, toe te geven hoe ambitieus ze waren, of te erkennen dat wat ze bereikten niet op geluk berustte, noch op de inzet of gulheid van anderen.’
De erotische impuls als enige drijfveer voor vrouwen
Waarom? De alomtegenwoordige culturele boodschap dat je als vrouw niet te hoog van de toren mag blazen, zit er kennelijk zó diep in, dat zelfs zij die torens beklimmen, daar niet hoog van op durven geven. Ze worden gehinderd door dat nerveuze gevoel dat je krijgt wanneer je iets doet waarvan je wéét dat het niet mag, en waarvan je weet dat je ervoor op het matje geroepen zult worden. Ook de vrouwelijke (auto)biograaf, schrijft Heilbrun, voelt haarfijn aan hoezeer ze tegen culturele taboes ingaat, alleen al door een vrouw op een voetstuk te hijsen. Dat besef is remmend. Vooroordelen over wat denkbaar en ondenkbaar is voor een vrouw sturen interpretatie – en pen.
In die vooroordelen zijn ‘passiviteit’ en ‘vrouwelijkheid’ onlosmakelijk verknoopt. Veel vrouwen lijken zich geroepen te voelen om hun passiviteit te benadrukken, en hun levensbeschrijvingen blinken dan ook uit in vlakheid – hoewel ze toch opwindende levens documenteren. Hun persoonlijke brieven en dagboeken zijn doorgaans heel anders: die getuigen wél van hun ambities en worstelingen. En zijn veel spannender om te lezen.
Tot dusver, concludeert Heilbrun, maakt het vrouwelijke levensverhaal nauwelijks ruimte voor ‘een vrouwelijk streven naar macht, en des te meer voor de erotische impuls, die geacht wordt de enige drijfveer voor vrouwen te zijn’.
Simone de Beauvoir deed hetzelfde in haar officiële memoires: ze benadrukte het belang van die ene man, en was veel te bescheiden over haar kunnen. En waarom? Wie met de nieuwe biografische bril De tweede sekse leest, ziet dat De Beauvoir zelf al het antwoord gaf. En dat ze gelijk had toen ze schreef dat geen enkele vrouw kan ontsnappen aan de sociale en culturele druk die haar ‘tot vrouw maakt’. Ook zijzelf niet.
Genoeg gewacht, tijd om romantisch te vechten
Simone de Beauvoir. Een leven van Kate Kirkpatrick is zo indrukwekkend omdat de schrijfster het bekende verhaal van de filosoof opnieuw benadert, waardoor haar boek je uitnodigt om je eigen verhaal anders aan jezélf te vertellen. Hoe sterk plooi jij je naar andermans begeren? Hoe vaak accepteer jij seks die klaar is als hij is klaargekomen? Hoeveel ruimte neemt de liefde in, voor jou en voor de ander? En wat blijft er in de schaduw?
Het zijn pijnlijke vragen, en wie ze serieus stelt, moet misschien offers maken: de lieve vrede opschorten en confrontaties aangaan. Het is eng om eerlijkheid te tonen over wat je eigenlijk wil en mist, in bed of in het leven. En het kan zijn dat je je geliefde van je weg ziet drijven.
Maar ja. Wil je als vrouw een gelijkwaardige relatie waarin beide partijen tot bloei komen, en heb je die nog niet, dan is het wellicht tijd om het refrein te volgen dat al eeuwen geldt voor jongens en mannen: zoek de ware, gesp je reistas om, bestijg je paard, versla de draak, beklim de toren. Het is tijd dat ook de vrouw zich hard maakt voor liefde die die naam verdient. Mooi zijn en wachten zal niet volstaan: er moet nog een beetje worden gevochten.