Recycling, bio-katoen of hergebruik maakt de wereld niet schoner. Krimp wel
Wat is beter voor de planeet?
Een hoody van (1) gewoon katoen of een van (2) bio-katoen?
Een zwembroek van (1) gewoon of (2) gerecycled polyester?
Een galajurk (1) recyclen of (2) verhuren?
Grote kans dat je hebt gekozen voor de nummers 2. Niet zo vreemd ook: in (web)winkels dragen kledingstukken die gemaakt zijn van bio-katoen of gerecycled polyester immers een groen labeltje. En komt recycle niet pas na reduce en reuse in het rijtje?
Allemaal waar, in theorie. In de praktijk werkt het soms net even anders, en zou het goed kunnen dat niet bio-katoen maar gewoon katoen ‘beter’ is, net zoals verhuren minder duurzaam kan zijn dan recyclen. Het ligt er maar net aan hoe je meet, wat je meet, en wat vervolgens de effecten zijn van bepaalde keuzes. Zoals wel vaker zou het maar zo kunnen dat een bepaald soort beleid een averechts effect heeft.
‘Rebound-effecten’ noemt Roland Geyer dit fenomeen in zijn boek The Business of Less: The Role of Companies and Households on a Planet. Een van de eerste en bekendste voorbeelden hiervan is de Jevons-paradox, die vernoemd werd naar de Britse econoom William Stanley Jevons. Hij voerde een technologische verbetering door die leidde tot een efficiënter gebruik van steenkool, wat niet zorgde voor een afname van het verbruik ervan, maar juist voor een toename.
In de kledingindustrie stuitte ik op heel wat voorbeelden hiervan, die je kunt lezen in het stuk dat vandaag verscheen.
Dat veel duurzaamheidsbeleid niet het beoogde resultaat heeft, namelijk een duurzamere kledingindustrie, is niet zo vreemd. Of het beleid werkt valt of staat met de vraag of het in de plaats komt voor iets anders. Een jurk huren als het alternatief is om iets aan te trekken wat je al had, levert geen enkele milieuwinst op.
Hoewel duurzaamheidsverslagen van modemerken vol staan met woorden als recycling, hergebruik, bio-katoen, eco-efficiency, blijft de meest effectieve manier om de ecologische impact terug te dringen onbesproken: minder produceren. Krimp dus.
De Europese strategie voor duurzaam textiel
Ik vond het dan ook vrij ontmoedigend toen ik deze week de plannen las die de Europese Commissie heeft voorgesteld in het kader van de zogeheten strategie voor duurzaam textiel.
Daarin staat dat consumenten inzicht moeten krijgen in de levensduur van een product, en hoe het eventueel gerepareerd en/of gerecycled kan worden. Ook is te lezen dat harder opgetreden moet worden tegen onjuiste groene claims – bedrijven moeten kunnen onderbouwen waarom een bepaald product het label duurzaam heeft gekregen. Generieke milieuclaims als ‘eco’ of ‘milieuvriendelijk’ worden verboden.
Ook de Europese Commissie focust op recycling, eco-design en hergebruik. Minder productie en consumptie? Dat wordt nergens genoemd
Net als de modebedrijven zelf focust de Commissie sterk op recycling, eco-design en hergebruik. Maar krimp? Minder productie en consumptie? Dat wordt nergens genoemd.
Irene Maldini, onderzoeker duurzaam design, technologie en kleding aan de Hogeschool van Amsterdam, merkte dan ook terecht op dat waar staat: ‘verlenging van de levensduur van textielproducten is de meest effectieve manier om hun impact op het klimaat en het milieu aanzienlijk te verminderen’, had moeten staan: ‘vermindering van de productievolumes van textiel is de meest effectieve manier om hun impact op het klimaat en het milieu aanzienlijk te verminderen’.
De reden dat mensen veel kleding kopen en deze snel weer afdanken is vaak niet de kwaliteit, maar dat de kleding ‘uit de mode’ is, en veelal zo goedkoop is dat het kan.
Zeer verontrustend is ook dat de Commissie keurmerken en bestaande vrijwillige initiatieven leidend maakt bij duurzaamheidsclaims. Terwijl ik in het stuk dat ik vandaag publiceerde laat zien dat er nogal wat mankeert aan de wetenschappelijke onderbouwing van de organisaties waarop merken zich baseren wat betreft zogenaamd milieuvriendelijke stoffen als bio-katoen of gerecycled polyester.
En zo is er vanuit verschillende hoeken kritiek te horen op de voorgestelde plannen – de een mist de rol van arbeidsomstandigheden, de ander stelt dat het voorstel niks doet aan de kern van veel problemen, namelijk het machtsmisbruik van kledingbedrijven tegenover leveranciers. Anderen vinden dat de Europese Commissie te veel leunt op bestaande initiatieven, die niet voor niets nauwelijks tot niet in staat zijn geweest om voor enige verbetering te zorgen.
Ik werk aan een groter verhaal hierover. Mocht je specifieke vragen hebben of relevante inzichten of bronnen, deel ze vooral.
Tot zover, tot de volgende,
Emy
P.S. Onlangs vond de eerste Fashion Week plaats in de Metaverse. Dit verslag op Vice geeft een even treurig als vermakelijk beeld ervan.