Met zijn vernieuwende ideeën over de journalistiek zou je Joris Luyendijk gerust de intellectuele founding father van De Correspondent kunnen noemen. Hij is antropoloog en auteur van bestsellers als Het zijn net mensen (2006), Dit kan niet waar zijn (2015) en, vers van de pers, De zeven vinkjes.

We spreken Joris over dat laatste boek, dat al veel stof heeft doen opwaaien. Het gaat over hoe mannen ‘zoals Joris Luyendijk’ de baas spelen. Zij hebben namelijk zeven ‘vinkjes’ die hun de wind in de rug geven: man (1), hetero (2) en wit (3). Ze hebben minstens één hoogopgeleide of welgestelde ouder (4), minstens één in Nederland geboren ouder (5), en ze zijn zelf naar het vwo/gymnasium (6) en naar de universiteit (7) gegaan.

We gingen met Joris in gesprek over zijn eigen leercurve en zijn werkwijze als schrijver. We vroegen wanneer succes dan wel echt ‘verdiend’ is (wat Joris een ‘typische zevenvinkjesvraag’ vindt), en spraken over de ‘quasi-ironische opgewektheid van zevenvinkjes’ die het presteren om boeken te schrijven met titels als De meeste mensen deugen.

Een van de interessantste dingen zei Joris toen de microfoon helaas al uit stond. Dus bij dezen: hij merkte op dat in het publieke debat ‘hypocrisie’ vaak strenger wordt bestraft dan slechtheid. Je kunt beter helemaal geen idealen hebben dan je idealen tekortdoen. En die fixatie op de hypocrisie van anderen zou wellicht eens moeten veranderen – want hypocriet zijn we uiteindelijk allemaal, in zekere mate.

Leesvoer bij deze aflevering:

Als altijd zijn wij benieuwd wat jullie van het gesprek vinden! We zijn te bereiken op rudienfreddieshow@decorrespondent.nl.