Deze week: Het kenmerk van een duurzame kledingindustrie? Krimp

Hieronder vind je het beste van de week op De Correspondent. Maar eerst: correspondent Kleding Emy Demkes vertelt waarom recycling en andere ‘groene’ initiatieven de kledingindustrie niet duurzamer maken.
Waar je twintig jaar geleden nog stad en land moest aflopen voor een bio-katoenen shirt, hangen tegenwoordig bijna alle winkels en webshops vol met ecolabels.
Maar ondanks de gegroeide aandacht voor recycling, hergebruik, tweedehands kleding en zogenaamd milieuvriendelijke materialen, slaagt de kledingindustrie er maar niet in om haar ecologische impact terug te dringen. Hoe kan dat?
Recentelijk las ik The Business of Less: The Role of Companies and Households on a Planet in Peril van ecoloog Roland Geyer. Het boek ontkracht de mythe van eco-efficiency en het hardnekkige idee dat economische groei én het verkleinen van de ecologische impact samen kunnen gaan.
Toen ik met die blik naar de kledingindustrie keek, werd me duidelijk waar het fout gaat. Haar ecologische impact wordt niet alleen groter omdat er nogal wat mis is met de wetenschappelijke onderbouwing achter zogenaamd duurzamere grondstoffen (zoals gerecycled polyester en bio-katoen), maar ook omdat veel ‘groen’ beleid van kledingbedrijven uiteindelijk geen of zelfs een averechts effect heeft.
Uiteindelijk draaien zowel grote merken als zelfverklaard duurzame modebedrijfjes om een belangrijk feit heen: hun ‘groene’ initiatieven zijn alleen doeltreffend als ze ergens voor in de plaats komen. En de cijfers laten juist zien dat kledingbedrijven elk jaar meer en meer produceren. (En op een misleidende manier hierover rapporteren).
Minder groei, of krimp, verdient veel meer aandacht. Het zou onderwerp moeten zijn in het debat over hoe we de vervuiling en verspilling van de kledingindustrie (en eigenlijk van zo’n beetje alle industrieën) tegen kunnen gaan.

P.S. Om te vieren dat het Pasen is, deelt correspondent Niet-menselijk leven Tamar Stelling waarom zij liever een ei legt dan zwanger wordt. 🐣
Verder deze week op De Correspondent:

Mensen zijn geneigd om nepnieuws sneller te geloven als ze in conflict zijn – en al helemaal als het oorlog is, zoals nu in Oekraïne. Maar het verbieden van bronnen die propaganda verspreiden is geen goed idee, zegt de Deense hoogleraar Michael Bang Petersen.
Correspondent Beter internet Maurits Martijn sprak met hem over nepnieuws, propaganda, en wat daaraan te doen.

De Tweede Kamer is druk met steeds weer andere Haagse hectiek. De wereld staat in brand, miljoenen Oekraïners worden uit hun huis geschoten. Als gas het enige wapen is om Poetin mee te stoppen, hoe bereidt Nederland zich daar dan op voor? Correspondent Marc Chavannes over het Haagse onvermogen te handelen in het heden. Is er wat aan te doen?

Het klimaatprobleem aanpakken lukt alleen als burgers mogen meebeslissen. In dit vlammende pleidooi laat historicus en schrijver Eva Rovers zien: waar de politiek nu tekortschiet, biedt een burgerberaad over het klimaat uitkomst.

Mensen in een kwetsbare positie zijn ontzettend afhankelijk van overheidsbeleid. Maar dat beleid is maar al te vaak gestoeld op verkeerde aannames, ziet politicoloog Tim ‘S Jongers. Zijn idee: laat hen meepraten over wat er nodig is – en niet pas als de plannen al zo goed als af zijn.