Vandaag spreek ik minister Jetten over zijn klimaatbeleid. Dit ga ik hem adviseren
Vanmiddag ga ik op bezoek bij Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, om hem mijn nieuwe boek aan te bieden: Nu is het aan ons. Oproep tot echte democratie.
In dit boek pleit ik voor burgerberaden. Dat zijn groepen van zo’n 150 gelote burgers die de landelijke politiek helpen om de moeilijkste problemen van onze tijd te kraken. Te beginnen met de klimaatcrisis.
Elders in Europa – van Spanje tot Schotland en van Frankrijk tot Finland – gebeurt dat al. En wat blijkt: waar het de politiek de afgelopen decennia niet lukte om toereikende klimaatmaatregelen te formuleren, slagen burgers daar binnen enkele maanden in.
Maar anders dan omringende landen moddert de Nederlandse regering nog altijd aan met het sleetse poldermodel. Burgers worden daardoor vergeten of pas heel laat betrokken bij besluiten, waardoor ze nog maar weinig in te brengen hebben. Dat leidt tot frustratie, weerstand en wantrouwen. Zonde, want uit honderden voorbeelden uit de hele wereld blijkt dat burgers een onmisbare bron van kennis, ervaring en creativiteit zijn bij het ontwikkelen van nieuw beleid.
Daarom is het de hoogste tijd dat we ook in Nederland nationale burgerberaden organiseren rond klimaat en biodiversiteit. Klimaatminister Rob Jetten lijkt open te staan voor dat idee, maar is nog voorzichtig. In de brief die hij in februari naar de Tweede Kamer stuurde, schrijft hij dat hij het onderzoek naar burgerberaden wil ‘meenemen’ in het nieuwe klimaatbeleid.
De deur staat dus op een kier. Ik wil Jetten mijn boek geven, zodat hij de deur naar burgerberaden helemaal kan openzetten. Bij die overhandiging wil ik hem drie tips geven:
1. Vertrouw burgers
Burgers kunnen zeer ingewikkelde problemen kraken, blijkt uit de wereldwijde praktijk. Gentechnologie, corona-aanpak, abortuswetgeving, klimaatverandering: een onderwerp is niet snel te moeilijk of te gepolariseerd voor een burgerberaad. Omdat een burgerberaad uit heel verschillende mensen bestaat, die allemaal verschillende vormen van kennis en ervaring hebben, bekijkt zo’n diverse groep een probleem van alle mogelijke kanten. Zij hebben daardoor minder last van blinde vlekken dan een groep experts, ambtenaren of politici, die vaak veel homogener is.
Zo’n diverse groep ontstaat niet vanzelf. Daarom kunnen burgers zichzelf niet opgeven voor een burgerberaad, maar worden deelnemers geselecteerd via een ‘gewogen loting’. Zo ontstaat een groep die – bijvoorbeeld qua leeftijd, geslacht, woonplaats en opleidingsniveau – een betere afspiegeling vormt van de samenleving dan ons parlement.
Een burgerberaad kost tijd en geld – het is zonde om dat te besteden aan een veilig of klein onderwerp
Zo’n weging heeft nog een tweede voordeel, namelijk dat de rest van de samenleving zich kan herkennen in de deelnemers. Een burgerberaad bestaat maar uit 150 mensen, dus is het belangrijk dat elke inwoner van Nederland kan denken: daar zit iemand zoals ik.
Met zo veel verschillende perspectieven bij elkaar zou je misschien denken dat onenigheid en polarisatie op de loer liggen. Maar dankzij de gesprekstechnieken die binnen burgerberaden worden gebruikt, zijn deelnemers niet bezig om elkaar te overtuigen van hun mening, maar verplaatsen ze zich in elkaar en zoeken ze naar overeenkomsten. Mede daardoor kunnen ze voorbij hun vooroordelen kijken en beslissingen nemen die op de korte termijn nadelig zijn voor henzelf, maar gunstig zijn voor het gemeenschappelijk belang en voor toekomstige generaties.
Bovendien: een burgerberaad kost tijd en geld – het is zonde om dat te besteden aan een veilig of klein onderwerp. Vertrouw burgers dus complexe of gevoelige onderwerpen toe.
2. Maak vooraf duidelijk wat er achteraf met de uitkomst gebeurt
Om teleurstelling en nog meer wantrouwen in de politiek te voorkomen, is het belangrijk dat de politieke opdrachtgever, de Tweede Kamer bijvoorbeeld, voorafgaand aan het burgerberaad een beloftelijst of resolutie opstelt. Daarin geeft ze een duidelijke opdracht aan het burgerberaad en beschrijft ze wat er op welke termijn met de uitkomsten zal worden gedaan.
Wanneer worden de aanbevelingen besproken in de Tweede Kamer? Aan welke voorwaarden moeten de aanbevelingen voldoen om te worden omgezet in beleid? En op welke momenten geeft die politieke opdrachtgever updates waarin ze aangeeft hoe het staat met de uitvoering?
Een voorwaarde voor omzetting in beleid kan ook zijn dat minimaal de helft van de bevolking de maatregelen steunt. In dat geval kan het burgerberaad gevolgd worden door een meerkeuzereferendum of een preferendum, waarbij stemmers een reeks aanbevelingen op volgorde van hun voorkeur zetten. Beide geven de hele bevolking een kans om zich uit te spreken, maar voorkomen de polarisatie van het klassieke ‘voor-of-tegen-referendum’.
3. Betrek de hele samenleving
Een goed burgerberaad is geen achterkamertje, maar staat in directe verbinding met de samenleving. Zorg daarom voor een goede publiekscampagne die al ver voor het begin van het burgerberaad start. Zo veel mogelijk mensen moeten weten dat er een burgerberaad gaat plaatsvinden, welke vraag er centraal staat, hoe de selectie van deelnemers en experts plaatsvindt, en wat er met de uitkomsten zal gebeuren.
Tijdens het burgerberaad moet het voor iedereen duidelijk zijn op welke informatie de deelnemers zich baseren. Zorg dus voor een goede online omgeving, waar alle documenten terug te vinden zijn en waar iedereen de informatiesessies via een livestream kan volgen. Dat platform kan meteen ook dienen voor inbreng vanuit de samenleving: vraag inwoners, belangengroepen en bedrijven om ideeën, informatie of feedback te delen.
Beste minister Jetten, het is nú tijd voor klimaatactie. De klimaatcrisis is een probleem voor de hele samenleving – laten we die dan ook als samenleving te lijf gaan. Vertrouw de inwoners van dit land. Laat ons meedenken, meepraten en meebeslissen over de aanpak van de grootste uitdaging van onze tijd. Initieer nog dit jaar een ambitieus nationaal burgerberaad over het klimaat.