Wie heeft het oudste oranje shirt?
Nog een kek oranje pakkie nodig voor Koningsdag?
Voor nog geen acht euro koop je bij SHEIN een oranje jurk met ruches, krijg je nog eens 15 procent extra korting, gratis verzending, 45 dagen bedenktermijn en kun je gratis retourneren.
Te veel voor een kledingstuk dat je waarschijnlijk maar één keer gaat dragen? Dan kun je ook gaan voor de asymmetrische top met open rug en kettinghals voor een lekker bedragje van 2,99.
SHEIN, voor wie het niet weet, is een Chinese kledingwebshop waar elke dag zeshonderd nieuwe items verschijnen, voor gruwelijk lage prijzen. Waar Zara ooit succesvol werd omdat het razendsnel trends vanaf de catwalk kopieerde naar betaalbare designs, is het nu SHEIN dat furore maakt met het aanbieden van Zara-kopieën voor een tiende van de prijs, in nog veel meer verschillende varianten.
Deze week werd bekend dat het snelgroeiende bedrijf inmiddels een geschatte waarde heeft van 100 miljard dollar, evenveel als H&M en Zara samen.
Bij het zien van de neonkleurige flared jeans en jumpsuits kreeg ik spontaan zin om een middagje 1-ster-recensies uit te delen en negatieve reviews te schrijven – ‘Veel te goede kwaliteit voor tien euro, heel verdacht, zal wel gemaakt zijn door kinderhanden?’, ‘Sexy jurk? De rok komt tot onder mijn billen’.
Maar die tijd kon ik beter besteden aan het bedenken van manieren waarop de Europese Commissie bedrijven zoals SHEIN kan aanzetten tot verduurzaming (waarover binnenkort meer). Want zoals het er nu naar uitziet, gaan de nieuwe plannen van de Commissie om de textielindustrie te verduurzamen hier geen verandering in brengen. En kan SHEIN zich in de toekomst gewoon positioneren als milieubewust bedrijf, enkel omdat het van plan is zogenaamd minder schadelijke materialen te gaan gebruiken.
Dat krijg je wanneer je eindeloze groei, spotgoedkope kleren, gratis verzending plus terugsturen en talloze campagnes om jonge vrouwen te verleiden om meer te kopen ongemoeid laat. En hiermee dit soort praktijken laat voortbestaan:
Natalie: ‘Badkleding besteld maat xl, maar het bovenstuk is misschien maat S, triest dat ze het verkopen als xl, ik heb er niks aan omdat het in de uitverkoop was kan ik het niet terug sturen. Dus we gooien het maar weg.’
Op zoek naar een tegengeluid
Betere tijdsbesteding vond ik ook in het zoeken naar bedrijven die het écht anders proberen te doen. Niet de bedrijven die het zoveelste ‘verantwoorde’ modemerk oprichten door bio-katoenen shirts te verkopen die ‘lokaal’ gemaakt zijn – ten opzichte van Bangladesh of China kun je Portugal of Italië blijkbaar als lokaal zien.
Nee, ik bedoel bedrijven die zelf de productie in handen nemen en niet leunen op uitbesteding. Die zelf de katoen inzaaien en telen (zoals Oshadi), die de arbeiders op hun eigen loonlijst hebben staan, die een deel van de order van tevoren betalen en zo de investeringen die fabrikanten moeten doen meefinancieren. Of die niet als doel hebben om te groeien – dit juist tegengaan. (Door bijvoorbeeld een oranje shirt te maken dat eens in de tien jaar wordt uitgegeven. Zouden die bedrijven bestaan?)
Onderzoeker Irene Maldini, met wie ik onlangs sprak voor mijn verhaal over de bullshit rondom duurzaamheidsbeleid en de noodzaak van krimp, tipte mij het werk van Nancy Bocken. Zij is hoogleraar Sustainable Business aan de Universiteit Maastricht en focust zich onder meer op de rol van bedrijven in verduurzaming. Ze heeft veel onderzoek gedaan naar de manier waarop bedrijven proberen om hun bedrijfsmodellen aan te passen om de ecologische impact te verkleinen – in hoeverre ze hierin slagen en wat de grootste obstakels zijn. Ik hoop haar hier binnenkort over te spreken.
Tot de volgende,
Emy