Om het leven te doorgronden, moet je bij je eigen lijf beginnen, zegt deze theatermaker

Lex Bohlmeijer
Correspondent Goede gesprekken
Foto door Marijn Smulders (voor De Correspondent)

Het sensuele vrouwelijke lichaam is een bron van vreugde, creativiteit en nieuw leven, vindt theatermaker Boukje Schweigman. Maar toen ze daar een voorstelling over wilde maken, kwam ze erachter dat het voor veel vrouwen buitengewoon moeilijk is om hun sensualiteit met volle overgave te tonen.

Boukje Schweigman maakt al twintig jaar theatervoorstellingen met een volstrekt eigen signatuur. Je zou kunnen zeggen dat haar hele oeuvre een grote ode is aan de zintuiglijke ervaring. Het is het lichaam dat spreekt, zonder woorden, evident. Haar performances liggen dicht tegen het rituele aan en vragen van haar dansers het uiterste: ga maar voorbij je grenzen, of wat je denkt dat je grenzen zijn – wat komt er dan vrij? Het resultaat is niet zelden verbluffend. 

Haar Eros, gaat over vrouwelijke sensualiteit als een bron van vreugde en levenslust. In haar eigen woorden: ‘Elk mens is sensueel. Oud, jong, dik, dun, man, vrouw of non-binair: we hebben allemaal een lijf vol energie en sensaties. Maar schaamte en twijfels kleuren vaak de blik op ons lichaam. Ben ik gezond, zie ik er goed uit? Terwijl er zoveel meer is. Ons lichaam is waanzinnig! Krachtig, fascinerend, sensationeel. Laten we dat in haar volledigheid omarmen.’ 

Ja, dit mag zo zijn, maar er ligt wel een schaduw over die sensualiteit. Schweigman had bij het maken van de voorstelling het gevoel dat ze de doos van Pandora opende. Het lichaam is namelijk ook een opslagplaats van pijn, traumatische ervaringen en angst. Dat maakt het moeilijk om lichamelijkheid op een onbevangen manier te beleven. 

Het schitterende van Eros is dat Schweigman de bevangenheid heeft weten te doorbreken, in een atmosfeer van sisterhood en stuwende energie (dankzij twee slagwerkers die van geen ophouden weten). Het blijkt een indringende, ontwapenende en inspirerende ervaring.

Je hebt een poppetje tussen ons in gezet, een soort talisman?

‘Ja, de Abayomi. Zij is een poppetje van zwarte stof geknoopt, Dit komt uit een traditie in Brazilië. met wie we nu aan een project werken, is Braziliaans en Boliviaans, en kwam met het idee om deze Abayomi’s te maken. Lang geleden werden ze op de slavenschepen van Afrika naar Zuid-Amerika gemaakt. De moeders trokken een reep van hun rok, en knoopten er een poppetje van om aan hun kinderen te geven. Want ze wisten niet of ze die nog zouden zien. Ze wisten dat er een hoop ellende stond te wachten. Ze zeiden: "Hier, neem dit poppetje mee. Ik zegen haar met jouw levenskracht, jouw levensvreugde. En weet dat je dat nooit kan worden ontnomen." De kinderen kregen de poppetjes mee om zichzelf te kunnen herinneren. Ondanks alle ellende die mij wordt aangedaan kan ik er altijd voor kiezen om toch in die levensenergie te gaan staan.’

We hebben allemaal zo’n poppetje nodig, ook vandaag de dag.

‘O ja, zeker, en helemaal omtrent het thema waar we nu mee bezig zijn: de vrouwelijke sensualiteit. Dit is precies het verhaal dat we willen vertellen! Wat ik alle vrouwen en mannen zou willen meegeven: er is ons een hoop aangedaan, alle trauma’s zitten in ons lichaam opgeslagen, maar we laten ons onze levensenergie niet ontnemen, dat gaan we niet doen, no! Dat is de uitdaging.’

Met welk gevoel betreed je de ruimte van het theater?

‘We zijn op een industrieterrein in Utrecht. Ik vind het altijd leuk om in de rafelranden van de stad te werken. Zelfs op een industrieterrein kun je magie creëren. We hebben hier zo veel mooie dingen met elkaar gedeeld, voor mij is deze ruimte geladen. We hebben zo veel meegemaakt met het team, we zijn door zo veel heen gegaan. Als ik hier ben, voel ik liefde en warmte.’

We zijn al zestig jaar bezig met emancipatie, de seksuele revolutie; het idee is dat we bevrijd zijn. Alles mag, we spreken erover. Maar dat is dus niet zo?

‘Ik dank al mijn voormoeders, die hebben veel werk verricht. Dat wij nu zijn waar we zijn is aan hen te danken, dankzij de strijd die zij streden. Elke generatie komt weer een laagje verder. Wat generaties lang niet belangrijk is geweest, is het genot van de vrouw. Dat de vrouw haar lichaam met trots mag dragen en vieren, is lang onderdrukt geweest. Ik ben geboren in de jaren zeventig, wat een verwarrende tijd was, maar het moest opengebroken worden, niet meer zoals mijn moeder, niet meer zoals onze ouders. Nu belanden we in rare excessen, Want het is ook een mysterie, en het is ook intiem.’

Het is niet goed om alle taboes te doorbreken, vind jij?

‘We moeten het bespreekbaar maken. Maar wat ik ontdekt heb, is dat als een vrouw in haar sensualiteit, vanuit het bekken, wil leven, dan moet ze zich veilig voelen. En de wereld is eeuwenlang niet veilig geweest, en is nog steeds niet veilig. Daar zit het probleem. Als je de vrouw in die magische, fantastische levensenergie… Kijk, laat ik bij het begin beginnen. Ik was vooral geïnteresseerd in het sensuele lichaam van de vrouw, dat niet een-op-een seks is. Dat is een beetje het probleem: je kan niet je sensuele lichaam leven, want dan zou ik de boodschap geven dat jij je piemel erin mag stoppen. Dat het over seks zal gaan. Daar zit een grote crux. Mijn sensuele lichaam leven hoeft niet per se over seksualiteit te gaan.’

‘Ik had veel lichaamsdingen gedaan. De mimeopleiding, ik heb gedanst. Voor mijn gevoel bleef dat hele bekkengebied steeds buiten schot. En dat intrigeerde me. Terwijl ik dacht: een vrouw die daar wel vanuit danst, met buikdansen bijvoorbeeld, die gaat stralen. Dat is mesmerizing mooi! Wat zonde, dacht ik, dat we daar zo’n dikke deksel op hebben liggen. Waarom ligt-ie daar? En wat gebeurt er als we die deksel een stukje zouden optillen? Kan dat? En kunnen we dan wel het leven vieren? Want in dat bekkengebied, waar leven ontstaat en groeit, ligt onze levensenergie.’

‘En hoezo doen we er zo krampachtig en schaamtevol over? Waarom heet dat gebied überhaupt de schaamstreek? Is het iets waar we ons voor moeten schamen? Schaamlippen, schaamhaar. Kunnen we daar naartoe om die straling te vinden, van stralende vrouwen? Ik wilde een feestje vieren! Haha. En de speelsheid… Maar goed, toen gingen we op weg en kwamen we erachter dat het helemaal niet makkelijk is om dat feestje te vieren, omdat vrouwen zich niet veilig voelen om de deksel op te tillen. En het ís ook niet veilig in deze wereld. Mijn rol als maker was vooral om een veilige ruimte te creëren voor de vrouwen met wie ik werk. Om het los te laten, om het toe te staan dat het er mag zijn. Maar het was een enorme weg. Bij het vooronderzoek dacht ik: help! Er zit zo’n duister randje aan.’

Duister voor wie? Waarom duister?

‘Pijn. Trauma. Misbruik. Vrouwenonderdrukking. Vanaf de ik weet niet hoever je terug wilt gaan.’

Maar dus ook anno 2022, met jonge vrouwen, danseressen, die hun lichaam kennen, is het moeilijk. Voor allemaal?

‘In je dansopleiding word je niet uitgenodigd om die energie te vieren.’

Dat is het tweede wat ik bizar vind: dat zelfs dansers daaromheen lopen, om het bekken. Dat is je motor, zou ik zeggen, het centrum van waaruit je beweegt.

‘Dat klopt. Bij het gezelschap waar ik mee samenwerk, gingen we op zoek naar jonge meiden om mee te werken. En ik had daarvoor al een onderzoek gedaan. [Ze maakt ronde, vloeiende bewegingen vanuit het bekken.] Dat je je eigen lichaam accepteert en waardeert. Want het lichaam is ongelooflijk, er zitten zo veel sensaties en mogelijkheden in. Ik snap ook niet dat we ons laten leiden door het beeld waar het aan moet voldoen. De sensaties van het lichaam zijn eindeloos magisch.’

‘Maar goed, ik wilde de vrouwen dat effe laten voelen, hoe je kunt werken vanuit trots, in een cirkel, met één in het midden. Al die meiden keken ons vreemd aan: wat gaan we nu krijgen? Gaan we nu werkelijk waar een sensuele dans voor elkaar doen? Met vrouwen onder elkaar, hè.’

Dat had je niet verwacht?

We kwamen in een soort spinnenweb terecht. Vrouwen haakten ineens af. We wisten niet zo goed waarom. Het werd ook niet uitgesproken. Maar er werd iets aangeraakt... they don’t wanna go there.’

‘Er is een enorme angst voor slutshaming. Als ik in mijn sensuele lichaam ga staan, dan zal ik wel verkeerd begrepen worden. We hebben ook geen cultuur van vrouwen onder elkaar, geen tradities, geen rituelen, waarin vrouwen zeggen: "Hé, dit is jouw levenskracht, jouw bron, jouw center, vier het, leef!" Om die levensenergie te laten stromen, moet je wel bewegen, en dat moet je durven. Bij ons zit alles vast, wij zitten in ons hoofd. We hebben niet de gewoontes om het in een veilige setting met vrouwen onder elkaar wel te vieren.’

Het is je wel gelukt. In de repetitie spatte de lol ervan af. En er is een soort medeplichtigheid tussen de dansers onderling.

‘Het loog niet. Je kon niet doen alsof. Zo van: ik ben een goede danseres, en ik heb mijn techniek. Nee. Ik moet erbij zeggen dat we gewerkt hebben vanuit rituelen; ik ben geen choreograaf die pasjes laat instuderen. Ik wilde met hen samen een zoektocht aangaan.’

‘Dat vroeg nogal wat. Veiligheid dus. De toxic feminine… Als een vrouw zich niet veilig voelt gaat ze achter je rug om met de andere meiden praten, en dan kom je weer in de repetitieruimte en dan is er iets raars. Wat is er aan de hand? Het is niet out in the open; het werkt als een druppeltje gif. Vrouwen zijn onder elkaar vaak niet veilig. Ik heb ook als jong meisje niet per se positieve ervaringen met vrouwen onder elkaar. Dat is interessant: het begint ook bij de vrouwen zelf.’

Hoe komt dat?

‘Dat heeft een lange geschiedenis. Degene met de meeste antwoorden is dat is een historica die met de heksenjachten bezig is geweest. Ze heeft onderzoek gedaan naar het woord gossip, roddelen. Dat was vroeger niet een negatief woord. Toen er nog gemeenschappelijk land was, waren het de vrouwen die met hun geklets onderling konden bepalen wie waar het land bewerkte. Dat had een positieve connotatie. Later kreeg je de landverdeling. De grootgrondbezitters trokken het naar zich toe. Het is een lang verhaal, weer later kwamen de heksenverbrandingen. Als heks werd je minder pijnlijk gedood als je een andere vrouw verlinkte. Er is veel gedaan om de vrouwen onder elkaar tegen elkaar uit te spelen. Want de sisterhood, waarbij je elkaar wel steunt, is heel sterk. En daar is strategisch tegenin gegaan. Het werd niet meer veilig. Eeuwenlang. We dragen in ons lichaam generaties van pijn mee.’

‘Maar goed, om te overleven ga je elkaar dus naar beneden halen. Nu hoeft dat niet meer, maar het zit er nog steeds een beetje in. Om te overleven ga je elkaar naar beneden halen. Iedere vrouw kent die concurrentiestrijd onder vrouwen. Wie is de mooiste, wie is de leukste? Bah.’

Hoe ben je daarmee omgegaan, met wat je tegenkwam?

‘Het enige wat we kunnen doen is in ons eigen lichaam kijken. Voelen, ervaren wat daar ligt verscholen. De sporen zitten nog in ons lichaam. Dat geeft houvast.’

Het lichaam heeft een geweldig geheugen.

‘Normaal praat ik niet zo veel tijdens het creatieve proces, want ik wil met het lichaam aan de slag. Maar hierbij kon het niet, elke repetitiedag beginnen we in een cirkel. We doen een sharing circle. We checken met iedereen hoe we erbij zitten vandaag. Iedereen krijgt de ruimte om gehoord te worden. Wat speelt er nu met mij omtrent dit thema? Wat kom ik tegen, wat zie ik om mij heen in de wereld, wat gebeurt er bij mij hier op de vloer? En dat bleek zeer belangrijk. Ibelisse is daar met haar achtergrond in het sjamanisme erg goed in om dat te leiden. Nog steeds is het elke dag: eerst check-in.’

‘Toen de vrouwen waren gevonden die dit echt aandurfden, heb ik duidelijk gezegd: luister, dit is een sisterhood. Veiligheid staat voorop. Ik wil mijn lichaam vieren, ik ga jouw lichaam vieren. Jij bent een prachtig wezen, ik ben een prachtig wezen, we gaan ervoor. En daarin kunnen we alle trauma’s en alle pijn tegenkomen. Alles mag er zijn. En als er iets is waar je moeite mee hebt, spreek het uit. In de groep. Niet achter iemands rug om. Zorg dat het hier ter sprake komt. Daar hebben we veel ruimte aan gegeven, halve dagen lang. En ik was verbaasd, dat als vrouwen op dit onderwerp gaan delen met elkaar, wow, dan houdt het niet op, je bent zo dagen verder. Er is zo veel behoefte om elkaar te herkennen in al die verwarrende dingen en onveiligheid.’

Wat is het verwarrende?

‘Ik ben geschokt over hoeveel misbruik er in deze wereld plaatsvindt. Daar kijken we heel hard van weg.’

Je spreekt steeds over de sensualiteit van de vrouw. Het beeld van het affiche roept seksualiteit op. Het geslacht van de vrouw, geabstraheerd als driehoek, en beschaduwd. Het heeft iets mysterieus en duisters. Is dat niet een van de problemen: als je het over sensualiteit wilt hebben, dat het dan dus over seksualiteit gaat?

‘Die hebben ook een verbinding met elkaar: het een leidt vaak tot het ander. Maar sensualiteit gaat voor mij over een sensueel leven leiden. Wat is the sense of life? To live with your senses. Het is de zin van het leven om te leven in zinnelijkheid.’

‘Er is weinig wat ik zeker weet in het leven. Het enige wat ik weet, is dat ik op een dag geboren ben, een lichaam kreeg, en het op een dag weer zal verlaten. Ik heb hopelijk zo’n tachtig jaar om in dat lichaam te leven. Het lichaam zit vol met sensaties, vol met mogelijkheden om een vervuld leven te leiden. Om mijn zintuigen open te kunnen zetten, zowel naar buiten toe als naar binnen toe, dan heb je weinig nodig om grote sensaties te ervaren. Daarvoor ben je op aarde. Waarom heb je anders een lichaam gekregen?’

‘En wat ik werkelijk niet snap, is dat we De subtiele zintuiglijke ervaringen nemen we bijna niet eens waar. Mijn grote uitdaging is om mensen weer wat meer in dat lichaam te krijgen. Want het maakt je vrij. Ik heb zo weinig nodig als ik kan genieten van de zon op mijn huid. Of een oogcontact met jou. Dan ben je een vrij mens, en een vrij mens kan je er niet onder krijgen.’

Wijlen theatermaker zei dat ook eens tegen mij: wat heeft het leven voor zin als je niet met je zintuigen leeft? Dat is best lastig te begrijpen, omdat je bij de zin van het leven aan een filosofische verklaring denkt. Het kost tijd om je dat inzicht eigen te maken. Het materiële. Leven als een dier.

‘Materieel of aards?’

Aards is het betere woord.

Natuurlijk. Wij denken dat alle zingeving daarboven is. We hebben allemaal kerken gebouwd die hoog als fallussen de lucht in reiken. En in het hiernamaals gaat het pas echt gebeuren. Laten we al die kerken afbreken, een kuil in de aarde graven en met mensen uit alle culturen en windrichtingen erin gaan zitten en ons weer verbinden met ons aardse, lichamelijke bestaan. Dan komen we tot wereldvrede, hahaha. Maar dat geloof ik echt.’

‘De hebben dit gevat in hun filosofie. Ik vond dat een waanzinnige ontdekking. Ik was hier al lang mee bezig, maar er zijn filosofen die het beschreven hebben. Want je kan de wereld niet leren kennen anders dan door de fenomenen. Daarom, als het gaat zweven, verliezen we de werkelijke sensaties. Het mysterie zit in de materie, in ons lichaam, wij zijn ons lichaam, ons lichaam stelt ons in staat om het leven te ervaren. Als we het leven willen doorgronden zonder in ons lichaam te duiken, waar zijn we dan mee bezig?’

Je brengt het ook in praktijk in het dagelijks leven? Leven met je zintuigen?

‘Ik leef ook in deze maatschappij en het lukt me lang niet altijd. Ik zit ook veel te veel achter mijn computer in een rare bubbel in mijn hoofd.’

Maar het is een bron van vreugde die je goed kent?

‘En weet je wat het leuke is... Ons hoofd kan linksom of rechtsom lullen, je kunt alle kanten op redeneren, je komt er gewoon niet uit. Waarom

Hoe doe je dat?

‘Ik heb een mooie oefening die ik vaak in workshops doe. Die komt uit de Je laat elkaar geblinddoekt iets voelen. Eerst benoem je wat je voelt, de feitelijke sensaties. Dan benoem je wat het bij je oproept, associaties. En dan: zegt je lichaam ‘ja’, of zegt je lichaam ‘nee’? Zonder oordeel. En dan kom je erachter dat je lichaam het een of het ander zegt. Dat weet het lichaam feilloos. Net als de eencelligen. Permeabel membraan gaat open of dicht.’

‘En wij mensen zijn niet zo anders. Nog steeds is het: ga ik open of ga ik dicht? Dat is een lichamelijk weten. En het lichaam gaat altijd voor plezier. Voor genot. Dit voelt lekker? Oké, meer van dat. En heeft het vrouwelijk genot vooropgestaan in de laatste tweeduizend jaar? Not at all. Het vrouwelijk genot is de nek omgedraaid. Weet je wanneer de clitoris in de medische boeken anatomisch in kaart is gebracht?

De negentiende eeuw?

Iets meer dan twintig jaar geleden. Tóen is het vrouwelijke genotsorgaan pas in kaart gebracht. Dat is toch ongelooflijk?’

‘Wil je de vrouw eronder krijgen, dan moet je voorkomen dat zij in die sensualiteit gaat staan. Dus, wat was je overlevingsstrategie als vrouw? Je seksualiteit bestond niet – het archetype van de maagd. Of ze zette ’m in als machtsmiddel, omdat ze weet dat de man het begeert, om zo haar dingen gedaan te krijgen. Dat is de hoer, het andere archetype. Maar waar is nou het archetype van de vrouw – die ze soms priesteres noemen – die zegt: deze energie is er omwille van het leven? En ik wil ’m leven just for the sake of life. Dan gaat de energie weer stromen, het rottende, stinkende water wordt weer helder. Nou, díe vrouw mag meer gevoed worden.’

Waarom zijn we er zo bang voor?

‘Omdat het zo snel aan seksualiteit wordt gekoppeld. Als ik ’m leef, dan mag de man dat dus bezitten, het zich toe-eigenen. Maar daar doe ik het niet om.’

Ja, maar er is geen grens tussen die twee gebieden, sensualiteit en seksualiteit. Het loopt volledig in elkaar over.

‘Als je niet verbonden bent met de subtielere sensaties die je gegeven zijn, dan heb je altijd nog de seksualiteit. Die is zo krachtig, dat je dan wel het lichaam beleeft. Ah, we hebben nog een genotsknots, dan kunnen we het echt beleven. En dus zijn mensen op zoek naar seks, om maar überhaupt in het lichaam te komen. Zo raken ze misschien wel seksverslaafd, omdat het de enige manier is om daarin te komen. Alsof je alleen zoet snoep kunt eten om iets te kunnen proeven.’

‘In de tantra zijn ze bezig om veel meer alle sensaties te ervaren. Dan kan de daad of het orgasme een mooi nagerecht zijn, of een kers op de taart, maar dan is het niet alleen maar dat. Het gaat ook om de weg ernaartoe; het beleven van een intieme relatie met een ander is ook waanzinnig. En als je die echt kan doorleven, is het orgasme opeens niet meer het enige.’

Dat is een wonderlijke paradox in onze cultuur. Seks is het middel om contact te krijgen met ons eigen lichaam. Maar we slaan het hele parcours van de sensualiteit over uit angst voor seks. Dat is een gek mechanisme.

‘We zijn het in onze cultuur niet gewend om die sensualiteit met elkaar te beleven. Het is altijd opwarming voor de seksualiteit, er is altijd een einddoel. Ik vond het mooi wat is belangrijk in het leven? Speelsheid, nieuwsgierigheid en sensualiteit. Dat is waar, denk ik.’

Heeft erotiek ook iets duisters, en is er dus een andere reden om er bevreesd voor te zijn, en er behoedzaam mee om te gaan? Jullie affiche suggereert het.

‘Een positieve seksuele ervaring kan het mooiste zijn dat er is en een negatieve kan het meest destructieve zijn dat er is. Als macht om de hoek komt kijken, wordt het heel lelijk. Als je alleen maar voor bevrediging van de onderste energiebron gaat kan het best lelijk worden, als het niet ook door de energiebron van het hart gaat, van de verbinding met een ander. Het is zo’n sterk middel dat je het in kan zetten voor macht. Kijk naar de oorlog. Een verkrachte vrouw is in haar levensbron aangetast. Je haalt het leven uit de vrouw, als je haar verkracht. En dat weten ze in de oorlog, daar maken ze gebruik van. Dat gaat ver en de pijn kan ook heel groot zijn.’

‘En dan is er iets anders qua duisternis. Het is het cyclische wat in alles zit. Laten we dat omarmen. Daar zit duisternis en lichtheid in. Het een bestaat niet zonder het ander. Het vrouwenlichaam kent die cyclus, de menstruatiecyclus, en hallo, kijk naar ons taalgebruik: je bent ongesteld. Dat wil zeggen: je bent effe niet goed afgesteld. Je vergaat van de kramp, maar je zet je schrap, want je moet gewoon weer werken. In het licht. Terwijl het vrouwenlichaam zegt: nee, even niet. Even niks. Dat is ook kwaliteit van leven.’

‘Denk aan de Hollandse tomaat. Die koop je in de supermarkt. Die is gegroeid in een kas, waar dag en nacht licht was. Wat je krijgt is een tomaat die eruitziet als een tomaat. Hij is rood en rond. Maar je proeft bijna niks. Tenminste, als je een keer een tomaat plukt uit je eigen moestuin, denk je: wow, dit is een tomaat! Dít is Nu proef ik een tomaat. Maar die tomaat heeft ’s nachts lopen niksen in het donker. Dat is waar hij zijn rijpheid en volheid en smaak aan het uitbroeden is. Jouw lichaam wil dat ook. Maar wij proberen ons lichaam totaal te exploiteren en continu in het licht te staan, in de productiemodus. Dat is een hoofdelijk ding, dat we constant in de actiestand moeten staan.’

In je voorstelling is livemuziek. Je hebt twee geweldige musici!

‘Ja, ongelooflijk. Katharina [Bornefeld] en Frank [Rosaly]. Zij is van punkband; zestig jaar, die heeft een energie, dat is niet te geloven. En Frank Rosaly is ook een waanzinnige slagwerker.’

Het is een beat, een stuwing, pure energie. Had je ook een dancebeat kunnen gebruiken? Dat is waar mensen los op gaan bij de grote feesten. De muziek van de dj’s. Daar zit het toch ook?

‘Zeker. De beat is je hartslag, dat is een lichamelijke ervaring. Die willen we. Daarom gaan we naar die feesten, we willen allemaal voelen dat we leven.’

Waarom is deze muziek toch iets anders?

‘Het is live. Het volgt wat er op de vloer gebeurt. Ik heb niet een choreografie gemaakt met een pasje hier en drie tellen rechts. Dit is een ritueel. Dit is zo’n groot thema – wat ga ik hierover vertellen met mijn kleine briljante geestje? – nee, dat gaat niet. We wilden opzoeken en in het licht brengen wat diep verscholen ligt in het lichaam, rond de baarmoeder, deep down in het bekken, op het donkerste plekje. Wat wil hier weer gezien, gevoeld, gedanst, gehoord worden?’

‘Dan moet je een ritueel maken. Zo hebben we het ook gedaan, met improvisaties die we ceremonies noemden. Slagwerk werkt daar goed bij. En die twee slagwerkers, die snappen dat. Ze kunnen de energie volgen én leiden. Uiteindelijk gaat deze voorstelling alleen maar over energie. Daarom moet het live zijn, elke avond is de energie net weer anders. En om de energie te vinden moet je in het moment, in het hier en nu zijn.’

‘Ik kan je verzekeren, het wordt een fysiek-zintuiglijke ervaring als je in het publiek zit. De beat gaat dwars door je lichaam, je voelt de energie van die vrouwen. Die is aanstekelijk. Je blijft niet stilzitten, het gaat in je eigen systeem zitten. De voorstelling raakt op een fysiek-emotioneel level. Ik ben verbaasd dat ik steeds weer geëmotioneerd kan raken, van vrouwen die er zo volledig voor willen gaan, en elkaar ondersteunen. Ga ervoor, met volle overgave, breek open! Dat raakt niet in het hoofd, maar op een fysiek-emotionele laag, en dat voel je als je in de zaal zit, of je nou een man of een vrouw bent.’

Jouw rituelen hebben altijd iets van een performance. Je daagt je dansers uit: ga ver, ga de grens over. Dat doe je hier ook?

‘Jazeker. Daarom houd ik ook van het theater. Als er niet een publiek zou zitten, zouden ze niet zover gaan. Door het publiek ontstaat er iets anders en ga je kijken: waar liggen de grenzen?’

Want voorbij de grens vertelt het lichaam iets anders?

‘Die grens ligt vaak in je hoofd. Ik heb een voorstelling gemaakt waarin ik een uur lang rondjes draai om mijn eigen as. Als een soort Dat is mijn eerste rituele voorstelling die ik zelf ook heb gedanst. Daar heb ik veel in ontdekt. Met je hoofd denk je: ik kan niet zomaar draaien, dan word ik duizelig. Het mooie aan wervelen is dat je dat idee moet loslaten en je moet overgeven aan de ronddraaiende kracht. Die is veel groter dan je kleine, ielepielige lichaampje. Daar hebben we hier ook naar gezocht, naar de energie waar moeder aarde mee vol zit. Kunnen we die weer tappen? Wat moet hier gedownload worden qua energie waar ik me aan kan onderwerpen?’

Je was een derwisj, draaide een uur rondjes om je as. Wat gebeurde er met je?

Het was een ultiem in het hier en nu zijn. Niet liegen. Niet doen alsof. Op het moment dat ik dacht: oeh, er zit een recensent in de zaal, dan verloor ik letterlijk mijn midden, mijn centrum. Dan ging het niet meer vanzelf. Ibelisse is 42 en doet mee met die meiden van 25. Als je snapt hoe je je systeem kan openen voor de energie die honderd keer groter is dan jezelf, dan krijg je het allemaal cadeau. Als ik te hard moet werken gaat er iets niet goed. Dat is een mooie zoektocht. In het Westen zijn we hier in het algemeen niet zo erg in getraind.’

Je praat er nu over als een intens proces van transformatie. Heeft het je eigen beleving van erotiek ook veranderd?

‘Ik werd veel bewuster van wat er bij mij gebeurt. Ik voel mezelf ook vaak niet veilig, wat vanzelfsprekend is voor veel vrouwen. Het is heftig om dat te beseffen, me er bewust van te zijn hoe onveilig ik me vaak voel.’

Hoe creëer je die veiligheid binnen je eigen relatie?

‘Ik ben het met mijn man opnieuw gaan ervaren. Dat is een mooie weg. Wat gebeurt er tussen ons? Wat gebeurt er nu echt, of ga ik maar omdat we gewoon maar gaan?’

Wat heb je daarvoor nodig? Hoe kun je dat proces starten?

‘Ik heb veel aan gehad van Betty Martin. Ben ik nu aan het geven of aan het nemen? En ook door veel meer uit te spreken wat het met je doet. In die intimiteit. Zeggen: "Ik merk dat ik nu van je weg wil", bijvoorbeeld. Dat te durven benoemen zonder dat die ander zich afgewezen voelt. Ik denk dat veel vrouwen in hun vruchtbare delen een soort spanning voelen. Je merkt toch dat je soms dicht gaat. En dat heeft niet altijd met de ander te maken. Ik heb de zachtaardigste man van de wereld. Maar ook ik merk soms dat er spanning zit. Dat heeft misschien ook met negatieve seksuele ervaringen uit het verleden te maken.’

‘Of met mijn oma’s. Mijn tante vertelde laatst wat de seksuele voorlichting van mijn oma’s was. Superkatholiek. De avond voor haar huwelijksnacht kreeg ze van haar moeder te horen: doe maar wat de man wil. Punt. Dat is nog maar twee generaties geleden. O, denkt ze, ik trouw een huisarts, die zal het wel weten. Goed, die huisarts heeft wel iets geleerd over de conceptie. Maar hoe je een vrouw kan klaar maken om te openen, om haar te laten genieten, dat had hij in de medische studie niet geleerd. Er is veel onwetendheid over hoe je een vrouw zich veilig kan laten voelen: hoe kan zij zich openen, zodat je echt een volwaardig "ja" krijgt? Dat vraagt training. Ik denk dat wij nog steeds als vrouwen van tegenwoordig denken: ja, het hoort er nou eenmaal bij.’

Er kan geen misverstand over bestaan, maar leg het toch nog uit: je blijft ver weg van pornografie.

‘Zeker. Ik vind het soms verdrietig dat veel jonge mensen nu leren wat seksualiteit is door naar porno te kijken. Dat is een beeld van seksualiteit waarin helemaal niet wordt uitgelegd hoe je de hele weg van het ervaren van de sensaties van het lichaam aflegt. Of wat je doet als man om de vrouw echt te openen. Je mag pas naar binnen als zij opent. Maar dat leer je echt niet via porno. Net als het beeld van de sensuele vrouw in onze beeldcultuur. Een sensuele vrouw heeft een decolleté. De vrouwen in mijn voorstelling zetten allemaal hun eigen beeld van de sensuele vrouw neer. Die hebben niks met dat gangbare beeld te maken.’

‘Het draait totaal om consent. Maar je moet het wel voelen. Je moet dat kunnen. Veel vrouwen zijn in het gebied rond hun vagina numb. Die kunnen niet goed voelen wat er wel of niet gebeurt. Voor consent moet je in contact staan met je lichaam. Je moet je lichaam leren lezen. Als je niet bij jezelf kunt voelen of het een ja of een nee is, wordt het moeilijk om het een ander duidelijk te maken. Maar leren we dat? We leren op school niet ons lichaam lezen.’

‘En nog een ding over taal: voelen vind ik zo’n raar woord. Als je zegt: hoe voel je je? Wat bedoel je dan? Heb je het over mijn tastzin, of mijn emoties? Wil je weten of ik het warm of koud heb? We hebben één woord als vergaarbak voor al die sensaties in ons lichaam. Dat noemen we allemaal voelen. De Inuit Wij hebben één woord voor lichamelijke sensaties: voelen. Hoezeer leven wij in ons lichaam, vraag ik me dan af. Hoe armoedig is onze taal op dit gebied?’

Meer lezen?