Leestip: De drummer die maar niet kon geloven hoe goed hij was

Op 25 maart dit jaar overleed Taylor Hawkins, de 50-jarige drummer van de razend populaire rockband Foo Fighters, in een hotelkamer in de Colombiaanse hoofdstad Bogotá. In zijn bloed werden naar verluidt verschillende verdovende middelen gevonden, maar de precieze doodsoorzaak is nog altijd niet bekend.

Wat tot dusver ook niet bekend was, is dat Hawkins – volgens dit profiel in Rolling Stone – doodop was, en steeds meer moeite had met het intensieve tourschema dat frontman Dave Grohl had opgesteld. De Foos spelen overal ter wereld in stadions en op festivals, niet zelden intensieve sets van meer dan drie uur. Zeker voor een drummer een uitdaging. ‘I can’t fucking do it anymore’, zou Hawkins in zijn laatste maanden tegen zijn vrienden hebben gezegd.

Maar ja, the show must go on, en bij een megaonderneming als de Foo Fighters zijn er nogal wat belangen, die zeker de loyale Hawkins niet zomaar op het spel durfde te zetten.

Officiële woordvoerders van de Foo Fighters ontkennen in alle toonaarden dat Hawkins signalen had afgegeven dat hij het rustiger aan wilde doen. En naar aanleiding van de commotie die het (soms wat sensatiezuchtige) artikel teweegbracht hebben laten weten dat hun citaten uit hun verband gerukt zijn.

Los van de sensatie is het stuk een ontroerend portret van een muzikant die tragisch genoeg maar niet wilde geloven dat hij écht fantastisch kon drummen, en de wereld aan zijn voeten had liggen.

Rolling Stone: ‘Inside Taylor Hawkins’ Final Days as a Foo Fighter’ (Leestijd: 40 minuten)