#smsgate: het zoveelste wedstrijdje wantrouwen
De Tweede Kamer nam gisteren de verkeerde afslag. En van tien uur ’s ochtends tot vier uur ’s middags werd het ingeslagen dwaalpad volledig afgereden.
Wat was er aan de hand? De Volkskrant had onthuld dat Mark Rutte sms’jes van zijn stokoude Nokia verwijderde.* Of nou ja, niet alle sms’jes. Alleen irrelevante sms’jes verwijderde hij (de premier schijnt bijvoorbeeld vaak ‘te gek!!!’ te sms’en). Sms’jes relevant voor het landsbestuur stuurde hij wel door naar ambtenaren die ze in de archieven plaatsten. Althans, dat zei Rutte zelf. En dat moeten we dan maar geloven.
Jesse Klaver geloofde dat niet. Dus vroeg hij op woensdag onmiddellijk een debat aan. ‘Er stond vanochtend een artikel in de Volkskrant, waar we allemaal van zijn geschrokken’, sprak hij tijdens de regeling van werkzaamheden. ‘Dat de premier zelf zijn sms’jes wist, is stuitend en in strijd met de wet.’
Daar ging het eigenlijk al mis. Want Rutte had helemaal niet in strijd met de wet gehandeld. ‘Sms- en WhatsApp-berichten die bij het uitvoeren van overheidstaken gebruikt zijn, vallen onder de reikwijdte van de Wob en van de Archiefwet’, oordeelde de Raad van State twee jaar geleden.* ‘Dat betekent niet dat het niet bewaren van sms- en WhatsApp-berichten in strijd is met de Archiefwet.’
Maar, zo meenden de politieke powerduiders, dat het wettelijk deugde deed niet ter zake. ‘Alleen al Ruttes gedachte dat het aan hem is om te bepalen welke van zijn berichten belangrijk genoeg zijn om te bewaren, bewijst dat hij van de geest van de wet nog altijd weinig heeft begrepen’, schreef Raoul du Pré in de Volkskrant. ‘Dat hij nog volop opereert volgens zijn vertrouwde methode (zo min mogelijk sporen achterlaten) en dat zijn hang naar oude spullen niet alleen voortkomt uit nostalgie maar ook uit sluwe politieke berekening.’
Maar ook dat klopt niet. Want in de Handreiking Chatberichten 2020,* waarin de verplichtingen uit de Archiefwet zijn uitgewerkt voor ambtenaren en bewindspersonen, staat wie verantwoordelijk is voor het selecteren van beleidsrelevante chatberichten. ‘De medewerker [in dit geval: de premier, JF] is als deelnemer aan de chatconversatie als enige in staat om goed in te schatten welke berichten bij de reconstructie van bestuurlijke besluitvorming van belang zijn en dus bewaard moeten worden.’ Dus als ‘de geest van de wet’ al verkeerd begrepen is, dan is dat geen ‘sluwe berekening’ van Rutte. Het is namelijk het beleid dat is vastgesteld voor alle ambtenaren en bewindspersonen.
Je kunt natuurlijk bezwaar hebben tegen de Archiefwet of tegen de Handreiking Chatberichten, maar de premier ging hier niet zijn boekje te buiten.
De suggestie regeert
Dus wat blijft er dan over? Niets eigenlijk, anders dan de suggestie van de leugen. De suggestie dat Rutte selectief sms’jes verwijdert om zijn vingerafdrukken maar niet op de plaats delict achter te laten. Want vergis je niet: de premier, die snoodaard, trekt overal aan de touwtjes. Toeslagenaffaire – Rutte. Uithuisplaatsingen – Rutte. Burgerdoden in Hawija – Rutte.
Het is een volstrekt naïef beeld van hoe ons land wordt bestuurd, en vooral van de functie van de premier— een man die veel groter wordt gemaakt dan waar die feitelijk over gaat. Maar het is wel een beeld dat iedereen graag gelooft.
En dus kregen we een debat over #smsgate. Volstrekte gate-inflatie. Watergate-journalist Bob Woodward draait zich om in zijn graf, ware het niet dat hij nog leeft.
Soms vermoed ik dat ze in Den Haag gewoon een potje zitten te LARP’en
‘Dit debat gaat niet over de Nokia 301, het gaat over het functioneren van de democratie, en het disfunctioneren van de minister-president’, zo trapte Pieter Omtzigt af. Me dunkt! Het functioneren van de democratie staat er inderdaad niet lekker op als je een debat wenst te voeren waarvan je op voorhand al weet dat het zal uitlopen op een wedstrijdje wantrouwen.
Het voormalig CDA-Kamerlid meende sluwe kunstgrepen van de premier te ontwaren. Rutte had aan KPN gevraagd of verwijderde sms’jes nog teruggehaald konden worden, zodat hij kon tonen dat er niks geks was verwijderd. ‘De premier wist dat berichten niet terug te vragen waren, dus liet hij ze opvragen, goede afleidingsmanoeuvre’, meende Omtzigt.
Soms vermoed ik dat ze in Den Haag gewoon een potje zitten te LARP’en. Je weet wel: live action role playing, die frisse buitenluchtactiviteit waarbij mensen verkleed als ork of elf het bos in trekken om de slag bij Rivendell na te spelen. In dit geval zijn de spelers verkleed als speurende journalisten en controlerende Kamerleden. Samen spelen zij politiek, en verdomd, het lijkt net echt. Maar wat wordt er gecontroleerd, en waar wordt er naar gespeurd?
Wat staat er bij zo’n #smsgate in het beste geval op het spel? Kunnen we zonder de sms’jes van de premier niet oordelen over de vluchtelingenopvang in Ter Apel? Het functioneren van het stelsel van jeugdbescherming? De plannen om kinderopvangtoeslag uit te breiden?
De opkomst van het onderzoekspopulisme
Een beproefde formule om de spanning erop te houden is om tijdens een Kamerdebat steeds dieper in te zoomen op allerlei details. Je hult je in de mantel van het controlerend Kamerlid, en doet alsof er allerlei cruciale stukken missen, die jij nodig hebt om je werk uit te oefenen.
Ik zou die houding onderzoekspopulisme willen noemen. Pieter Omtzigt is de geestelijk vader van het genre, maar hij kent inmiddels veel navolgers, want onderzoekspopulisme werkt.
Voor wie het ook eens wil proberen, hierbij een snelcursus. Je vuurt een hagelschot vragen af, waarin je de meest duizelingwekkende details wilt weten. Je vraagt om feitenrelazen, actierelazen, notulen, memo’s, nota’s, concepten, sms’jes, appjes. Wat heeft de landsadvocaat gezegd tijdens de zitting bij de rechtbank Amsterdam; hoeveel telefoons heeft de minister-president, hoeveel berichten verzond hij, hoeveel berichten ontving hij? Caroline van der Plas (BBB) vroeg op een goed moment zelfs om Ruttes telefoonrekening.
Het mooie van zo’n hagelschot vragen is dat er altijd wel een vraag is waar geen lekker antwoord op komt. Dan is er opeens een telefoon vergeten in de lijst van telefoons. En dan kun je daar weer op doorvragen, want: toch verdacht!
Wat buitenstaanders zien: Kamerlid vraagt informatie, regering weigert informatie. En dat beeld beklijft
Of er komt een punt waarop de bewindspersoon de informatie niet meer wil geven. Nee, wij gaan niet alle vijftien conceptversies van de aanzet tot het actieplan van de Handreiking Chatberichten delen. En dan claimt een Kamerlid – vaak onder luid applaus op Twitter – obstructie. ‘Zonder de vijftien conceptversies van de aanzet tot het actieplan van de Handreiking Chatberichten kan ik echt mijn werk niet doen!’
Voor buitenstaanders is niet meer te volgen of de vragen ter zake doen en de antwoorden van het kabinet houtsnijden. Maar wat iedereen wel kan zien: Kamerlid vraagt informatie, regering weigert informatie. En dat beeld beklijft. Alles om de suggestie van onwaarachtigheid levend te houden.
Wantrouwen projecteren op een leeg canvas
Ook tijdens dit debat wemelde het weer van het onderzoekspopulisme. Tegen het einde van het debat stonden Jesse Klaver en Pieter Omtzigt verontwaardigd achter de interruptiemicrofoon, omdat de premier niet onmiddellijk een cijfermatig overzicht gaf van hoeveel sms’jes hij had verstuurd, hoeveel hij had ontvangen, en hoeveel er waren gearchiveerd. ‘Het is de arrogantie van de macht als hij deze informatie niet geeft’, zei Klaver.
Rutte, inmiddels onkarakteristiek geïrriteerd over het verloop van het debat, zei niet van plan te zijn die informatie te geven. ‘Het zegt natuurlijk helemaal niks’, antwoordde hij. ‘Dat kunnen duizenden sms’en zijn met "oké", "thanks", een uitroepteken. Wat zegt dat?’
Daar had hij gelijk in. De cijfers over het aantal verzonden en ontvangen sms’jes zouden zonder te weten wat er in die sms’jes stond geen betekenis hebben. Maar de cijfers zouden natuurlijk wel een dankbaar canvas vormen om wantrouwen op te projecteren.
Na stevig aandringen beloofde Rutte schriftelijk terug te komen op het verzoek van Klaver om cijfers. ‘Op de Grondwet komen we niet schriftelijk terug!’ zei een woedende Omtzigt. ‘We krijgen niet meer dan vier snobistische, arrogante woorden: we komen erop terug’, zei Geert Wilders (PVV). ‘We willen het nú.’
Het vormde een pathetisch einde aan een heilloos debat.
Kees van der Staaij: chapeau!
Gelukkig was er Kees van der Staaij (SGP), die tijdens het debat wijze woorden sprak. ‘Ik heb geen begin gevonden van een gevoel dat hier iets dramatisch fout is gegaan’, zei hij na de antwoorden van de premier te hebben beluisterd.
En hoe wist hij dan zo zeker dat Rutte niet heimelijk sms’jes verwijderde? vroeg Farid Azarkan (DENK).
Dat wist Van der Staaij niet zeker. ‘Als u mij vraagt of ik hier kan bewijzen dat ik gisteravond niet dronken door Benthuizen liep, dan kan ik dat ook niet bewijzen’, zei hij. ‘Je kunt moeilijk aan de hand van feiten die niet hebben plaatsgevonden, aantonen dat het niet het geval is geweest. Zo kunnen we altijd allerlei suggesties oproepen die de sfeer kunnen uitstralen dat het allemaal niet deugt. [...] Ik redeneer in de omgang met het kabinet vanuit een normaal basaal vertrouwen.’ Hij wierp ter reflectie nog een vraag op: ‘Wanneer is er sprake van gezond wantrouwen, wat bij de rol van de Kamer hoort, en wanneer gaat dat over in een giftig wantrouwen, wat naar zijn aard destructief is?’
Amen Kees! Op zulke momenten snak ik naar een linkse SGP, een progressieve partij die niet alleen zegt geen incidentenpolitiek te willen bedrijven, maar ook weigert eraan mee te doen. Een partij die het hoofdpodium van de Nederlandse democratie niet misbruikt om een soap voor hoogopgeleiden op te voeren.
Helaas hebben wij het hiermee te stellen:
Is dit nou wat de jeugd ‘cringe’ noemt?
En zo ging weer een dag voorbij in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Inhoud verwijderd.