De laatste tijd heb ik me beziggehouden met de gevolgen van klimaatverandering voor de woningbouw. Is het wel verstandig om te bouwen in de badkuip die Nederland is, terwijl we weten dat het water komt?

Woonminister Hugo de Jonge gaf onlangs een eerste antwoord op die vraag, toen hij aankondigde dat hij nog eens goed gaat kijken naar de bouwplannen in kwetsbare gebieden, zoals in laaggelegen polders

Dat was een reactie op een aantal adviezen van de Deltacommissaris (de ambtenaar die de inspanningen om Nederland tegen het water te beschermen coördineert). Die schreef onder andere dat maar liefst 85 procent van alle bouwplannen tot 2030 op plekken ligt Dat komt neer op 820.000 (!) woningen.

Ik sloeg van dat getal steil achterover. Is Nederland niet juist kampioen in het buitenhouden van het water? Hoe kan het dan dat het overgrote deel van de toekomstige huizen in Nederland zal worden blootgesteld aan risico’s als overstroming of bodemdaling (waardoor scheuren in de muren en leidingen ontstaan)?

Nederland heeft de risico's van klimaatverandering deels aan zichzelf te danken

Hoe meer ik erover te weten kwam, hoe duidelijker me werd dat die risico’s er juist mee te maken hebben dat Nederland zo goed is in het buitenhouden van het water. We zijn zó lang doorgegaan met bouwen op plekken waar dat zonder al die kunstgrepen niet zou kunnen, dat de gevaren extra groot zijn nu ons ingenieuze systeem van waterbeheer zijn grenzen bereikt.

Neem het bouwen langs grote rivieren. Dat is mogelijk doordat er rivierdijken zijn die de huizen drooghouden. Door de eeuwen heen hebben we de rivieren in banen geleid om te voorkomen dat bij hoogwater grote gebieden overstromen. Lange tijd werkte dat perfect.

Maar nu er steeds vaker extreme regenbuien vallen, schiet dat systeem tekort. Als er te veel water valt, overstromen de rivieren. De dijken nog hoger en breder maken kan lang niet altijd, juíst omdat er allemaal huizen direct achter en soms zelfs op de dijken staan.

Technische oplossingen veroorzaken vaak weer nieuwe problemen

Dit geldt niet alleen voor het waterbeheer. Er zijn een heleboel problemen in de natuur waar mensen een technische oplossing voor hebben gevonden, om er vervolgens achter te komen dat die oplossing weer een nieuw probleem veroorzaakt.

Zo luisterde ik onlangs naar een de Amerikaanse klimaatjournalist die het meest bekend werd met haar boek The Sixth Extinction (dank aan collega Jelmer Mommers, die de podcast tipte). In haar nieuwste boek, Under a White Sky, onderzoekt ze hoe de mens de aarde heeft veranderd om te kunnen overleven. En hoe het nu verder moet.

Daar is geen makkelijk antwoord op, vertelt Kolbert. Mensen kunnen niet zomaar ophouden de planeet naar hun hand te zetten, want dat zou rampzalige gevolgen hebben. Om nog even bij het voorbeeld van het waterbeheer te blijven: de Randstad geven we niet zomaar op. Maar ingenieurs en beleidsmakers werken hard aan een nieuwe manier van bouwen. Eén waarin het water een leidende rol speelt. Daarover binnenkort meer.

Veel huizen zijn alleen toegankelijk voor de gemiddelde mens

Een paar weken geleden die de chronische ziekte ME heeft en daardoor niet aan een goede woning kan komen. Vanwege de onvoorspelbaarheid van haar ziekte heeft ze een woning nodig die ook geschikt is voor een rolstoel. Maar die zijn nauwelijks te vinden en Saskia kan geen urgentie krijgen, omdat ze geen zelfstandige sociale huurwoning achterlaat.

Uit de discussie onder het stuk kwam een interessante oplossing naar voren: richt de samenleving zo in dat die bruikbaar is voor iedereen, en niet alleen voor de gemiddelde mens. Dit universal design-principe staat in het dat door Nederland is geratificeerd.

Het klinkt misschien ingewikkeld, maar de voordelen zijn groot, legde Anneke van der Vlist van belangenorganisatie Ieder(in) uit: wie in een rolstoel zit, wil ook graag bij familie en vrienden op bezoek kunnen. En woningen waar je ook in kunt wonen als je minder goed ter been bent, zijn ook meteen geschikt voor ouderen.

De komende weken werk ik aan de laatste twee afleveringen uit mijn serie. Ik ben nog op zoek naar iemand met een slecht onderhouden huis. Dus heb je bijvoorbeeld last van schimmel, tocht of ongedierte en wil je mij daarover vertellen, of ken je iemand die dat heeft? Stuur dan een mail naar josta@decorrespondent.nl. (Ik let erop dat ik door het hele land mensen interview, dus ik ben helaas niet meer op zoek naar verhalen uit Amsterdam😉). Dank alvast!

Om te lezen, kijken en luisteren

  • Marnel Breure schreef voor De Groene Amsterdammer dit interessante de hoofdstad van Sierra Leone. Burgemeester Yvonne Aki-Sawyerr zet alles op alles om de stad klimaatbestendig te maken. Maar dat is nog niet makkelijk: bewoners hebben niet zo'n boodschap aan mangrovebossen voor de kust, juist daar waar ze gewend zijn land op te hogen om huizen te bouwen. En de nationale overheid werkt niet mee.
  • Tim ’S Jongers schreef over de groep mensen die meestal 'sociale stijgers' heten. Volgens hem is de term 'tunnelkruipers' toepasselijker. Hij beschrijft hoe mensen – zoals hijzelf – die als eerste uit hun omgeving gaan studeren en een goede baan krijgen, ook veel verliezen: het vanzelfsprekende contact met hun familie en vrienden van vroeger. En dat de echte keuzes niet zijn of je gaat studeren en welke baan je kiest, maar welke kansen de maatschappij mensen biedt om zich te ontwikkelen.

En nog even dit: twee weken geleden verscheen deze nieuwsbrief niet. Ik had het druk met een aantal andere dingen, waarover later meer. Over twee weken ben ik op vakantie, dus de volgende nieuwsbrief verschijnt over een maand.

Tot dan!

Josta