Dakloosheid is een rotonde waar je makkelijk op komt, maar bijna niet meer af
De wooncrisis is meer dan een gebrek aan huizen – het is ook een overheid die niet helpt als dat moet. Vandaag: de succesvolle zakenman die door een reeks aan financiële tegenvallers dakloos raakte.
Het is de zomer van 2017 als Tom zich op een van de banken in de businesslounge van Schiphol laat zakken. Hij doet zich tegoed aan een gratis lunch. In zijn nette pak zou hij zó een van de zakenreizigers kunnen zijn. Bij binnenkomst heeft hij een geldig frequent-flyer-pasje laten zien.
Alleen: Tom wacht niet op een vlucht. Hij is dakloos en hoopt hier zo veel mogelijk tijd door te brengen.
Verblijven in de businesslounge is een van de nieuwe gewoontes die Tom zichzelf heeft aangeleerd sinds de bank een jaar eerder zijn herenhuis gedwongen verkocht. Nog zo’n gewoonte: de nacht doorbrengen in de trein. Als je het goed uitrekent, weet hij inmiddels, kun je de hele nacht onderweg zijn op het traject tussen Utrecht en Den Haag.
De verkoop van het huis was het slotstuk van een reeks financiële tegenvallers die Tom ruim twee ton aan schulden hadden opgeleverd. De problemen waren rond de millenniumwisseling begonnen. Hij scheidde van zijn vrouw, bleef achter met de volledige hypotheek, en moest ongeveer een ton betalen aan haar pensioen.
Binnen een paar jaar was Tom gescheiden, verloor hij zijn belangrijkste klant én zakenpartner
In diezelfde tijd raakte het adviesbureau dat hij samen met een compagnon had en waarmee ze regelmatig prestigieuze klussen in het buitenland deden, de belangrijkste klant kwijt. Tot overmaat van ramp besloot zijn zakenpartner er om privéredenen mee te stoppen. Het resultaat: flink lagere inkomsten, en hogere kosten.
Jarenlang probeerde Tom het hoofd boven water te houden door nieuwe klanten te werven en te solliciteren naar banen, maar uiteindelijk moest hij het opgeven en belandde hij op straat.
Tom, die inmiddels eind zestig is, vertelt me zijn verhaal via de telefoon vanuit het buitenland, waar hij verblijft omdat hij daar wél een kleine studio kan huren. Hij praat snel en zou met zijn accent zó in de Haagse ambtenarij passen. Inderdaad deed hij jarenlang klussen voor de overheid. Waar hij zich precies bevindt, wil hij geheimhouden, uit angst in Nederland zijn rechten te verliezen.
Steeds meer mensen raken dakloos door omstandigheden
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het aantal dakloze mensen in Nederland sinds 2009 vrijwel verdubbeld, tot 32.000 in 2021. In werkelijkheid ligt dat getal nog veel hoger, omdat het CBS bijvoorbeeld mensen boven de 65, uitgeprocedeerde asielzoekers en wachtenden voor de ggz niet meerekent.
De toename heeft te maken met de woningnood, maar ook met bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg en op uitkeringen, waardoor mensen sneller in financiële problemen komen.
Experts zien een verschuiving in het soort mensen dat op straat komt te staan. Was er voorheen vooral sprake van verslavings- of psychische problemen, nu raken steeds meer mensen door een ongelukkige samenloop van omstandigheden het dak boven hun hoofd kwijt. Zij krijgen lang niet altijd hulp van de overheid, ook al zouden ze daar wel recht op hebben.
Geen hulp als ondernemer, maar ook geen 'normale' uitkering
Zoals Tom. Zodra hij zijn huis dreigt kwijt te raken, gaat hij naar de Gemeentelijke Kredietbank, een overheidsinstelling die helpt bij schulden. Maar die verstrekt geen leningen aan zelfstandig ondernemers, krijgt hij te horen. Tom wordt doorverwezen naar het deel van de sociale dienst dat over ondernemers gaat, de afdeling Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Hij gaat erheen met een plan voor een nieuw bedrijf, dat hem uit de schulden moet helpen.
Aan de balie merkt Tom dat de ambtenaren niet gewend zijn om te gaan met een plan als het zijne, met meerdere afdelingen in het buitenland. Normaal gesproken kloppen er eigenaren van taxibedrijven en kapperszaken aan, krijgt hij te horen. Uiteindelijk oordeelt de afdeling dat het risico van zijn bedrijf te hoog is, omdat hij schulden heeft.
Tom neemt een advocaat in de arm en begint een rechtszaak. Volgens hem worden de schulden voorlopig niet geïnd, omdat hij de bank aansprakelijk heeft gesteld voor de verkoop van zijn huis. ‘Maar ondertussen heb je geen geld.’
Een ‘normale’ bijstandsuitkering kan Tom niet aanvragen, want hij is ondernemer. Zijn bedrijf opgeven wil hij niet, omdat dat zijn enige inkomstenbron is – én zijn hoop op een betere toekomst. ‘Daar zit mijn ziel en zaligheid in’, zegt hij. ‘Ik bén gewoon ondernemer. Het zou veel mensen helpen als het mogelijk was om naast een bijstandsuitkering een eigen bedrijf te hebben, denkt hij.
Uiteindelijk heft Tom zijn bedrijf toch op, omdat een rechter hem dat bij een tussenvonnis over zijn ondernemersuitkering aanraadt. Maar tot zijn verrassing krijgt hij ook dan geen uitkering. Anders dan tijdens de zitting is afgesproken kondigt de sociale dienst aan de hele procedure opnieuw te gaan doen. Uiteindelijk wordt zijn aanvraag afgewezen, dit keer omdat hij niet voldoende inlichtingen kan verstrekken over waar hij zich bevindt.
Dat is een volgende tegenstrijdigheid in de wet. Wie dakloos is, moet bij het aanvragen van een uitkering precies aangeven waar hij of zij verblijft. Maar dat is vaak moeilijk. Vrienden of kennissen die onderdak bieden, zitten niet te wachten op handhavers die het verblijf van hun dakloos geraakte gast komen controleren. Of ze zijn bang te worden gekort op hun uitkering als het erop lijkt dat ze samenwonen.
Er zijn geen woningen en er is geen opvang
Tom schrijft zich in voor een sociale huurwoning, maar de wachttijd bedraagt tien tot twaalf jaar. Omdat hij als ‘zelfredzaam’ geldt, komt hij niet in aanmerking voor de daklozenopvang. Op straat slapen is strafbaar.
Het eerste halfjaar dat hij dakloos is, kan Tom terecht bij vrienden. Maar al snel wordt dat moeilijk. Logeren gaat niet eeuwig, en zijn vrienden vinden ook dat de overheid moet helpen. Als hij niet op de luchthaven of in de nachttrein slaapt, huurt hij een goedkope Airbnb. ‘Heel simpel natuurlijk, maar ik was allang blij met een bed en een douche en een dak.’
Behalve in de businesslounge op Schiphol brengt hij zijn dagen vaak door bij een sociëteit waar hij lid van is. Hij gebruikt er het internet om op zoek te gaan naar nieuwe klanten, en te solliciteren op banen. Zijn maaltijden laat hij op zijn vaste rekening zetten, net zolang tot hij er niet meer onderuit komt te betalen. Uiteindelijk rekent een vriend voor hem af.
Met de sollicitaties wil het ondertussen maar niet lukken. In totaal schrijft Tom meer dan driehonderd brieven. Hij reageert op elke vacature waar hij voor in aanmerking komt, van hoge ambtelijke functies tot veel simpelere, administratieve banen. Hij wordt uitgenodigd voor gesprekken, maar geen enkele keer krijgt hij de baan.
Terugkijkend denkt hij dat de stress aan hem te zien was. Dat de mensen tegenover hem konden voelen dat hij die baan móést hebben.
De psychische gevolgen van dakloosheid wegen het zwaarst
De psychische gevolgen van dakloosheid zijn het zwaarst, denkt Tom. ‘Je bent elke keer bezig met: waar kan ik eten, waar kan ik slapen en hoe doe ik dat met geld?’ Er is geen tijd om tot rust te komen.
Hij wordt er depressief van. ‘Het was zo uitzichtloos, al die uitkeringsaanvragen. Alles werd afgewezen, ik had geen geld meer, ik moest op straat ronddarren. Je bent zo afhankelijk van alles en iedereen.’ De huisarts verwijst hem door naar een psycholoog, die vaststelt dat hij suïcidaal is. Hoewel hij zijn eigen situatie ook uitzichtloos vindt, schrikt hij toch. ‘Maar het was ook een soort spiegel: het was ook allemaal heel veel.’
Nadat Tom een paar maanden heeft rondgezworven, richten vrienden een fonds voor hem op waar ze allemaal wat geld in storten. Het is lang niet genoeg voor een woning in Nederland, maar in het buitenland kan hij er tijdelijk een studio mee huren.
Ook als hij die woning weer moet verlaten, keert hij niet terug naar Nederland. Waar hij zich bevindt, is het leven goedkoper en het klimaat warmer. Hij slaapt nog een paar maanden op straat, en verhuist dan van het ene kleine appartement naar het andere. Op dit moment heeft Tom een plek waar hij tot oktober kan wonen. Zijn financiële situatie is stabieler geworden, omdat hij inmiddels AOW ontvangt.
Wat er nodig is: maatwerk en een minder wantrouwende houding
Volgens Tom is er een mentaliteitsverandering nodig bij gemeenten. Ze moeten een luisterend oor bieden als hun inwoners in de problemen komen, en meedenken over welke hulp zij nodig hebben. Hij had het als succesvol zakenman nooit gedacht, maar nu vat hij het zo samen: ‘Dakloosheid is een rotonde waar je wel op kunt, maar nooit meer vanaf.’
Hij stoort zich ook aan het wantrouwen dat hij bespeurt bij ambtenaren. Hij vertelt over een bijeenkomst met de ombudsman van de gemeente, en alle ambtenaren die bij zijn zaak betrokken waren. ‘Daar bleek dat er veel wantrouwen was bij de ambtelijke dienst naar mij toe. Omdat toch niet helemaal duidelijk was wat ik deed.’
Toen hij nog in Nederland woonde, deed hij mee aan rondetafelgesprekken en adviescommissies voor beter daklozenbeleid. Op die manier hoopte hij de hulp aan dakloze mensen te verbeteren. Maar als dat ooit gebeurt, is het voor hemzelf te laat. ‘Ik heb besloten niet meer terug te komen naar Nederland.’