Sinds Poetins inval in Oekraïne heeft een coalitie van 38 Europese, Noord-Amerikaanse en Aziatische landen grootschalige economische sancties tegen Rusland afgekondigd. Het is, naast militaire hulp, de enige manier waarop ‘het Westen’ zich direct bemoeit met de oorlog. 

Of die sancties daadwerkelijk een einde aan de oorlog kunnen maken, Afdwingen is ingewikkeld, en intussen duurt de oorlog voort. Het lijkt een zaak van lange adem te worden. En dat roept een heel andere, minstens zo prangende vraag op, namelijk: zijn die sancties wel vol te houden? Want voor handelsregio’s als Europa – en al helemaal voor handelsland Nederland – geldt dat de economische strafmaatregelen tegen Rusland ook de eigen economie pijn doen. 

Wat betekent dat voor de lange termijn? Is de Europese (en Nederlandse) economie weerbaar genoeg om te overleven in een wereld waarin sancties schering en inslag zijn? Wat kunnen we doen om die weerbaarheid te vergroten? En zouden we het daar niet explicieter over moeten hebben?

Het gaat over olie en gas, maar er is meer aan de hand

Tot nu toe gaat het debat over wat mogelijke sancties ‘thuis’ betekenen vooral over energie. Een EU-embargo op olie- en gasinvoer uit Rusland lijkt er te komen, maar niet zonder slag of stoot: anders dan landen als de VS, Canada, Groot-Brittannië en Australië, die al in maart stopten met de import van Russische olie, hebben Europese landen nauwelijks eigen olie-, gas- en kolenreserves. Een importban op Russische brandstoffen heeft daarom grote gevolgen voor de Europese economie.

Maar minder zichtbaar is dat ook op andere economische gebieden de niet-Europese sanctiebondgenoten – de VS voorop – een voordeel hebben ten opzichte van Europa. De Amerikaanse economie draait grotendeels op binnenlandse vraag en is daarmee relatief zelfvoorzienend. Handel kan daarom makkelijker worden ingezet als drukmiddel. 

Bovendien wordt de Amerikaanse dollar door de gehele wereld als reservevaluta gebruikt. De VS zijn dus goed uitgerust om financiële en commerciële sancties in te zetten tegen andere landen zonder dat de eigen economie hierdoor wordt geschaad. 

De welvaart van Europa staat of valt met handel

Hoe anders is dat voor Europa. De welvaart van het continent staat of valt met handel. Veel van de Europese exportindustrieën – van auto’s en vliegtuigen tot bloemen en luxe handtassen – gedijen op uitvoer naar en invoer uit andere werelddelen – waaronder ook veel autocratische landen, waartegen nu of in de toekomst sancties ingesteld kunnen worden. 

Daarnaast is de Europese bancaire sector internationaal actief, maar wordt de euro relatief weinig gebruikt in intercontinentaal betalingsverkeer. En dat maakt kwetsbaar: zoals Europese banken in de afgelopen jaren hebben ervaren, is het moeilijk om eenzijdige Amerikaanse sancties te ontlopen die door het dollarsysteem tegen landen als Iran worden ingesteld.

Wat voor Europa in het algemeen geldt, geldt voor Nederland in het bijzonder. De Nederlandse economie is een van de meest open markten binnen de EU. In tegenstelling tot de VS is ons land in het bijzonder dus slecht in staat om langdurig economische sancties op te leggen. 

Na dertig jaar globalisering voelt Europa economische schokken elders direct

Om te begrijpen waarom sancties tegen Rusland de Europese en Nederlandse economie zo hard raken, is het essentieel om het belang van handel voor ons continent en ons land te doorgronden. 

In 1992, toen met het Verdrag van Maastricht de Europese Unie in huidige vorm werd opgericht, bedroeg de totale exportwaarde van de Europese economie slechts een kwart van het bbp van alle lidstaten tezamen. In 2019, vlak voor de pandemie, piekte dit aandeel rond de 49 procent. Dertig jaar globalisering en economische integratie later is Europa dus steeds afhankelijker geworden van handel. 

Daardoor voelt Europa schokken elders in de wereld vrijwel direct. Doorgaans is het Europese exportoverschot een bron van inkomen: aan het begin van 2021 boekte de eurozone een Maar de wereldeconomie is grillig: doordat energieprijzen stegen – ook vóór de Russische inval in Oekraïne – sloeg dit overschot afgelopen jaar om in een tekort van 35 miljard euro. 

Europese landen betalen nu veel meer voor olie en gas uit de rest van de wereld. Voorafgaand aan de inval in Oekraïne wist vooral Rusland hiervan te profiteren: tussen februari 2021 en februari 2022 verdubbelde de Europese invoer uit Rusland in waarde. 

Nederland is qua handel een miniatuur-Europa

De Nederlandse markt kan gezien worden als een miniatuurversie van de economische openheid binnen Europa, behalve dat wij nóg afhankelijker zijn van handel dan het gemiddelde van de Unie. Zo bedraagt de waarde van de Nederlandse export van goederen en diensten ruim 69 procent van ons De handel tussen Rusland en Nederland groeide in 2021 met 60 procent – zo’n 5 procent van onze totale nationale handel. 

5 procent lijkt niet veel, maar de invoer uit Rusland is dermate belangrijk voor onze energievoorziening dat aanpassing een flinke opgave zal zijn. Bovendien is het denkbaar dat er in de toekomst meer Westerse sancties tegen China zullen worden ingezet. Als die even intens als de sancties tegen Rusland zouden worden, dan zou dat een nog veel groter probleem zijn voor onze welvaart. De totale Nederlandse handel met China was in 2020 even groot als al onze handel met de Verenigde Staten (59 miljard euro). China is de derde handelspartner van Nederland, verantwoordelijk voor bijna 7 procent  

Bij elkaar zijn Rusland en China dus verantwoordelijk voor ongeveer 10 tot 12 procent van onze totale buitenlandse handel. Dat cijfer weerspiegelt de groei van het mondiale handelsaandeel van autocratische landen: die zijn inmiddels goed voor meer dan een derde

Zelfs met nieuwe handelspartners houdt Nederland last van sancties

Toch zijn economische betrekkingen niet in beton gegoten en zijn we niet voor altijd aangewezen op reeds bestaande handelspartners. De huidige afname van handel met Rusland wordt bijvoorbeeld al deels gecompenseerd door het uitbreiden van handelsbetrekkingen met andere landen. 

Maar zelfs al kan Nederland elders nieuwe handelspartners vinden, dan nog blijven sancties tegen wereldeconomieën als China en Rusland een drukkend effect hebben, omdat Nederland nu eenmaal sterk met de rest van de open EU-economie verbonden is door aanvoerketens. 

Wanneer de EU bijvoorbeeld besluit volledig af te stappen van het invoeren van Russisch aardgas, zal de industrie in landen als Duitsland en Italië een klap krijgen. En lagere productie in die landen zal vrijwel zeker een afname van Nederlandse export met zich mee brengen. 

Een ander gevolg is het indirecte effect van handelsverschuivingen: als Rusland minder uit Europa kan importeren, dan kan het land dit deels compenseren door de handel met Turkije uit te breiden. Maar deze verandering zet hoogstwaarschijnlijk ook de Turks-Europese handel onder druk, doordat artikelen die eerst naar Europa gingen nu naar Rusland

Op die manier voelt de Nederlandse economie alles wat de rest van Europa raakt dus ook, en omgekeerd. Hoe dan ook is er geen ontkomen aan dat ons huidige economisch model ons kwetsbaar maakt voor sancties.

Dat Nederland een handelsland is, is een keuze

Nederland gaat er prat op een handelsland te zijn, maar die houding is niet vanzelfsprekend. Aan de open en internationaal verbonden economie van vandaag zijn eeuwen aan economische geschiedenis voorafgegaan, vol bewuste beleidsbeslissingen, politieke strategie, de ontwikkeling van instellingen en collectieve keuzes. 

De huidige sancties tegen Rusland zijn zo ook te bezien als het resultaat van een (geo)politieke strategie, die – in dit geval – negatieve gevolgen voor onze welvaart met zich meebrengt; gevolgen die veel Nederlanders in het belang van Oekraïense vrijheid en Europese veiligheid bereid lijken te dragen. 

Maar door het dilemma in deze termen te presenteren – welvaart ruilen tegen vrijheid en veiligheid – nemen we impliciet aan dat de grootte van de economische schade vaststaat. Dat is niet zo. Net zoals we niet zonder Russische olie- en gasleveranties zouden kunnen, zijn we niet veroordeeld tot een economisch systeem dat fragiel is ten opzichte van sancties.

Drie manieren om economisch weerbaarder te worden

Hoe kan onze economie zo worden ingericht dat deze bestendiger is tegen sancties als de huidige? Drie antwoorden zijn denkbaar, waarvan de VS er al één laten zien.

1. Zorg voor een grotere Europese vraag

Door een grotere binnenlandse (in dit geval: Europese) vraag te creëren. Op die manier zorgen we dat onze economie meer leunt op de welvaart van onze eigen bevolking en minder overgeleverd is aan de grillen van de wereldmarkt. Die optie is alleen reëel als de lonen en koopkracht toenemen – bij voorkeur binnen de gehele EU. Dit zou kunnen door meer kredietverlening of herverdeling via belastingen van hogere naar lagere inkomens, een groep die een groter deel van hun inkomen uitgeeft en daardoor  

2. Industriepolitiek

Een andere aanpak is om met industriepolitiek te zorgen dat onze export minder afhankelijk raakt van buitenlandse (half)fabrikaten, en juist meer steunt op onderdelen die binnen Europa gemaakt kunnen worden. Dit proces – dat ook wel ‘friend-shoring’ wordt genoemd – vereist wel een activistische overheid.

De laatste keer dat de Nederlandse politiek ervoor koos om bepaalde economische activiteit te stimuleren in collectief gekozen sectoren, was in de jaren zeventig, onder PvdA-premier Joop den Uyl. In de daaropvolgende decennia liet de staat de keuzes over aan het bedrijfsleven en de wereldmarkt, zonder daarop actief invloed uit te oefenen. Die neoliberale weg heeft grote welvaart opgeleverd, maar ook geleid tot grotere inkomens- en vermogensongelijkheid, en handel met en afhankelijkheid van autocratische landen. Bovendien zijn er veel uitdagingen die de markt niet op zichzelf weet op te lossen, en zelfs negeert – klimaatverandering is daarvan verreweg

3. Meer investeren

Op de derde plaats is er de mogelijkheid om een ruimer monetair en fiscaal beleid te voeren. Meer investeren in werkgelegenheid, opleidingen en onderwijs. Als de overheid niet wil herverdelen en ook niet wil plannen, moet er in ieder geval méér geld worden uitgegeven om de lagere omzet in onze exportindustrieën – die al met al zo’n – te compenseren en te zorgen dat de gewone burger zo min mogelijk geraakt wordt door enig buitenlandbeleid. 

Sancties zijn een keuze; compensatie ook

Sancties zijn (en blijven) een beleidskeuze. Nevenschade die door die menselijke keuzes wordt veroorzaakt, kan ook door zulke keuzes worden gecompenseerd. Maar daarvoor is wél een eerlijk en open debat nodig over de opties die voor ons liggen. Als we meer sancties willen inzetten, dan zijn we het aan onze samenleving en de wereld verplicht om actief onze welvaart te behouden. Want als sancties geassocieerd raken met economische schade en welvaartsverlies, zullen ze als politiek instrument gauw hun huidige populariteit onder de bevolking verliezen.

Kiezen we voor verdere economische oorlog, dan kunnen we niet zonder een tandje

Meer lezen?

Wie met sancties een tegenstander wil uitputten, moet een lange adem hebben Economische sancties tegen Rusland zijn het enige wapen waarmee het Westen zich direct mengt in de oorlog in Oekraïne. Nu een einde aan het bloedvergieten nog lang niet in zicht lijkt, is de vraag: wat kunnen die steeds zwaarder wordende sancties uitrichten? Het verleden voorspelt niet veel goeds. Lees het artikel