Een woordenboek samenstellen is een herculeaanse taak, weten ze in Oxford

Hoe omschrijf je een woord even volledig als neutraal? Wanneer verdient een modetrend een volwaardige definitie? En op welk moment kun je spreken van een term die ‘in onbruik is geraakt’? Weinig mensen op deze aardbol denken harder en langer na over deze vragen dan het team achter de Oxford English Dictionary.

Sinds de eerste stappen richting ’s werelds meest prestigieuze woordenboek in 1857 werden gezet, brachten de Engelse taalvirtuozen slechts twee (!) edities uit. Aan een derde uitgave wordt al sinds 1989 gewerkt, wat een haast onoverbrugbare opgave lijkt: niet alleen moeten alle 600.000 definities van destijds een opknapbeurt ondergaan, de linguïsten, etymologen en archiefonderzoekers dienen zich ook te buigen over alle neologismen die zijn ontstaan sinds het einde van de Koude Oorlog en het begin van het wereldwijde web.

Tijdschrift New Statesman vertelt met liefde en bewondering hoe de Oxford English Dictionary dag in, dag uit microscopische, maar cultuurhistorisch gezien essentiële babystapjes zet om de Engelse taal te beschrijven, te behouden en toekomstbestendig te maken.

New Statesman: ‘From aardvark to woke: inside the Oxford English Dictionary’ (Leestijd: 25 minuten)