Wat Brexit en de stikstofcrisis met elkaar te maken hebben: wensdenken en loze beloftes
Op 11 mei 2016 staat een reusachtige rode bus klaar om te vertrekken uit Cornwall, de zuidwestelijke staart van het Verenigd Koninkrijk. ‘Elke week sturen we 350 miljoen pond naar de Europese Unie’ prijkt in dikke witte letters op de zijkant. ‘Laten we met dat geld ons zorgstelsel versterken’.
Deze bus trapt de eindsprint naar het Brexit-referendum af. Boegbeelden van de Leave-campagne trekken het land in, Boris Johnson voorop. Waarschuwingen van economen dat de Brexit de Britse schatkist onder de streep meer zal kosten dan opleveren, wuiven ze weg. Dat de bus gebouwd is in Duitsland en Polen mag de pret niet drukken.*
Zes jaar later staat de werkelijkheid haaks op de rooskleurige beloftes. De Britse begrotingswaakhond verwacht dat de Brexit 4 procent van de economie zal doen verdampen. Maar twee weken geleden berekende een onafhankelijke denktank dat de Britse economie eind vorig jaar al 5,2 procent (of 31 miljard pond) kleiner was dan zonder de Brexit het geval zou zijn geweest.*
Nergens in de twintig grootste economieën ter wereld zijn de groeiverwachtingen zo zwak als in Groot-Brittannië, behalve in Rusland. Afgezien van zakencentrum Londen ligt in bijna álle regio’s het economische niveau nog altijd lager dan vóór de pandemie. Met één uitzondering: Noord-Ierland. Hoe het komt dat juist zij de coronacrisis al wel te boven zijn? Het is de enige Britse regio die nog deel uitmaakt van de Europese interne markt.*
De Leave-campagne schetste een veelbelovend toekomstbeeld voor de Brexit, maar bij elke stap ernaartoe lijkt dat meer op een fata morgana. Om de realiteit erachter te verbloemen, verzint Boris Johnson – inmiddels premier – steeds weer nieuwe, eenvoudige en drastische ‘oplossingen’. Laatste wapenfeiten: de Britse regering wil eenzijdig de Brexit-afspraken wijzigen, daarmee internationale verdragen schenden en zo de geloofwaardigheid van haar land te grabbel gooien.*
Ach, die gekke Britten met hun onbegrensde hoogmoed, maffe premier en pathetische theaterpolitiek, zou je kunnen denken.
Maar wie aandachtig kijkt, ziet dat Nederland aan vergelijkbare symptomen lijdt. Case in point: de stikstofcrisis.
Ook bij de stikstofcrisis bleek de politiek al jaren doof voor de kritiek
Al tien jaar geleden was het stikstofprobleem duidelijk en de waarschuwing ondubbelzinnig: landbouw en industrie stootten zo veel stikstof uit dat de natuur en biodiversiteit eronder leden. De zogeheten Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) moest in 2012 de ‘impasse tussen economische ontwikkeling en natuurbescherming doorbreken’, maar de commissie voor de milieu-effectrapportage waarschuwde in twee adviesrapporten dat de PAS hier nog niet aan voldeed.*
De Europese Habitatrichtlijn die Nederland in 1992 had ondertekend, dreigde geschonden te worden. ‘Doe je juridische huiswerk’, vertelde de commissie tegen toenmalig staatssecretaris Henk Bleker (CDA) van Economische Zaken en Landbouw, ‘anders ga je onderuit.’*
Maar de politiek bleek doof.
Sterker nog; het ministerie van Economische Zaken zette ecologen onder druk om hun conclusies bij te werken, ambtenaren pasten zelf onwelgevallige rapporten aan, en landbouwlobbyisten mochten bij de onderhandelingen op de eerste rij zitten.* Ondanks de kritiek stemde de Tweede Kamer in 2014 met de PAS in.
Totdat de goochelarij in 2019 wordt ingehaald door de realiteit – de Raad van State trekt een streep door het ontoereikende programma en zet 18.000 bouw- en infrastructuurprojecten op losse schroeven.
Net als bij de Brexit legt het wensdenken – we kunnen prima de natuur beschermen én gewoon op dezelfde schaal blijven boeren en bouwen – het af tegen de werkelijkheid.
De boze boeren, de intimidatie van ministers, de ingrijpende gerechtelijke uitspraken: ze zijn niet het gevolg van zittende politici die een probleem onder ogen komen, maar van voormalige politici die dat weigerden te doen – uit opportunisme, uit machtswellust, uit angst voor tractors op de stoep, of simpelweg uit schijt aan de natuur?
Een probleem dat vanzelf verdwijnt?
Toch schieten veel Nederlandse politici in dezelfde reflex als Boris Johnson – als we het probleem maar lang genoeg negeren, verdwijnt het vanzelf. ‘Er is helemaal geen stikstofprobleem’, riep Geert Wilders (PVV).* Het is ‘een non-probleem’, als je het Joost Eerdmans (JA21) vraagt.
Thierry Baudet (FVD) noemt het een ‘verzonnen stikstofcrisis’.* Volgens Caroline van der Plas (BBB) gaan de plannen niet ‘om natuur’, maar om ‘goedkoop landbouwgrond opkopen voor huizen voor die miljoenen mensen die nog in NL gepropt moeten worden’.*
Op het VVD-congres half juni stemde een nipte meerderheid tegen de stikstofplannen van het kabinet en voor het herinvoeren van 130 km/u op de snelweg.
Haagse illusionisten behandelen het voorgestelde stikstofbeleid als een ‘normale’ politieke keuze – dat is het niet
Haagse illusionisten behandelen het voorgestelde stikstofbeleid als een ‘normale’ politieke keuze – dat is het niet. Het is een juridische verplichting veroorzaakt door illegaal beleid van voormalig bestuurders en afgedwongen door de hoogste bestuursrechter van het land.
Er zijn maar twee smaken: duurzaam stikstofbeleid, of het direct ondermijnen van Europese wetgeving. Dat laatste is geen serieuze uitweg – in een mum van tijd ligt er een veroordeling door het Europese Hof van Justitie op de stoep en betaalt Nederland torenhoge dwangsommen. Totdat het alsnog moet hervormen en het uitstel zinloos is gebleken.
Populaire leugens om ongemakkelijke waarheden te omzeilen
Het gaat hier niet om politieke keuzes, maar om een rechterlijk bevel. De realiteit vereist no-nonsense politici die hun aandacht richten op de werkelijke mogelijkheden, niet om hofnarren die Europese samenwerking behandelen als een lopend buffet waar je enkel opschept wat je goed uitkomt.
Wil je niet voldoen aan Europese wetgeving? Vertel in dat geval het hele verhaal – dan kun je, net als Groot-Brittannië, beter vertrekken. Maar let op: slechts 16 procent van de Nederlanders denkt dat het land een betere toekomst buiten de EU wacht. En we zien in Groot-Brittannië waar een Nexit toe kan leiden: economische krimp, ingezakte handel* en verheviging van personeelstekorten. Allesbehalve het beloofde land dat de Brexiteers hun kiezers voorspiegelden.
De Brexit en de falende stikstofaanpak zijn beide mogelijk gemaakt door politici die populaire leugens verkochten om ongemakkelijke waarheden te omzeilen. Beide projecten beloofden een toekomst vol voorspoed, waarbij iedereen kon krijgen wat hij wilde – of kon blijven doen wat hij altijd deed – en niemand concessies hoefde te doen. Maar beide projecten worden nu ingehaald door de werkelijkheid, en normale mensen gaan daar de lasten van dragen.