Nu is het moment: haal abortus uit het Wetboek van Strafrecht
In Nederland is het recht op abortus niet verankerd in de wet. Sterker nog: abortus is hier een getolereerde misdaad. Tijd om dat te veranderen.
De uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof dat er in de Verenigde Staten geen grondwettelijk recht op abortus bestaat, schokte de wereld. In zeven staten werd na de uitspraak onmiddellijk, of na enkele uren, een verbod op abortus van kracht; van negentien andere wordt verwacht dat ze snel volgen. Mijn scherm lichtte op van de bezorgde en kwade berichten, vaak gevolgd door een verzuchting als: ‘Gelukkig wonen wij in Europa.’
Gelukkig, ja. Al is die geruststelling relatief.
Gezien de draconische wetten in Polen, waar abortus enkel wordt toegestaan bij verkrachting, incest, of levensgevaar voor de moeder,* of Malta, waar het in alle gevallen verboden is, is ook Europa niet per se een paradijs van reproductieve vrijheid. Wereldwijd neemt de steun voor keuzevrijheid rondom abortus af. En ook in Nederland staan tegenwoordig intimiderende demonstranten bij abortusklinieken;* klinken vaker extreemrechtse geluiden tegen zelfbeschikking en plaatsen verkozen parlementariërs expliciet vraagtekens bij het principe van ‘baas in eigen buik’.
Abortus is in Nederland strafbaar, tenzij
Nu is er, ook in Nederland, altijd debat rondom abortus en de grenzen ervan geweest. Maar deze ontwikkelingen komen in een ander licht te staan, als je bedenkt dat het recht op abortus ook in ons land niet goed verankerd is in de wet.
Abortus is geen grondrecht, maar een misdrijf waar uitzonderingen voor worden gemaakt
Abortus staat in Nederland namelijk in het Wetboek van Strafrecht. Om precies te zijn in artikel 296, dat bepaalt dat degene die een abortus uitvoert, strafbaar is.* Dat is het uitgangspunt: het mag niet, en je kunt er een gevangenisstraf en boete voor krijgen.
Vervolgens staat er ook een uitzondering: er wordt níét bestraft als de abortus wordt uitgevoerd in een speciale kliniek of een ziekenhuis, onder de voorwaarden omschreven in een aparte wet, de Wet afbreking zwangerschap. *
Abortus is in Nederland dus niet een recht, mits. Abortus is strafbaar, tenzij. Geen grondrecht, maar een misdrijf waar uitzonderingen voor worden gemaakt.
Probleem 1: het principe
Daar is van alles problematisch aan, zegt Anniek de Ruijter, jurist en directeur van Bureau Clara Wichmann, een organisatie die zich inzet voor een betere positie van vrouwen in de Nederlandse wet.
Het eerste bezwaar is principieel. ‘Strafrecht reguleert het geweldsmonopolie van de staat, het recht om burgers op te sluiten. Ga je dát, het allerzwaarste middel dat je hebt, inzetten om te reguleren wat er in onze baarmoeders gebeurt? Ik vind dat principieel verkeerd. Ik denk dat de staat er niets mee te maken heeft of ik zwanger wil zijn of niet.’
Een grote meerderheid van Nederlanders vindt dat ook: dat je zélf moet kunnen bepalen wat er met je lichaam gebeurt – en of je desnoods een abortus ondergaat. Maar ons recht communiceert: hier gaat de staat over, en die vindt abortus in beginsel verkeerd. De wet weerspiegelt de waarden niet.
Probleem 2: bureaucratische salto’s
Een tweede bezwaar is praktisch van aard. Zolang abortus geregeld is via een uitzondering op een strafbaarstelling, zijn er allerlei bureaucratische salto’s nodig – complexe wettelijke kaders, vergunningen en uitzonderingsregelingen. Bijvoorbeeld om te regelen dat een huisarts de abortuspil kan verstrekken.
Dat zorgt voor tijdrovende rompslomp die bovendien onnodig is, want er zijn al instrumenten buiten het strafrecht om abortus te regelen.
Probleem 3: de symboliek
Het feit dat abortus onder strafrecht valt, en niet bijvoorbeeld is geregeld onder het gezondheidsrecht, maakt bovendien verschil voor de symbolische status van abortus, zegt De Ruijter. Abortus is wettelijk gezien een misdrijf dat gereguleerd moet worden, en dat zet de toon voor de hele discussie erover: je begint als verdediger van zelfbeschikking op min één.
‘Maar als je zou zeggen: dit hoort niet in het strafrecht, dit is een medische of medisch-ethische kwestie, de overheid gáát er helemaal niet over of ik zwanger moet blijven, dan zou de discussie eerder gaan over andere kwesties. Bijvoorbeeld: hoort abortus in het basispakket? Is het nodig dat bij bepaalde late afbrekingen een medisch-ethische commissie een oordeel velt, zoals bij bijvoorbeeld ivf en andere behandelingen rondom reproductieve gezondheid?’
Symboliek met reële effecten, kortom.
Effecten die zich manifesteren als ‘eindeloze politieke koehandel met de lichamen van vrouwen’, zegt De Ruijter. ‘Al decennia doen regeringspartijen handjeklap over deze kwesties met hun streng christelijke regeringspartners.’
Hoe zeker is de toekomst van ons abortusrecht?
‘Ik maak me geen zorgen voor plotselinge implosie zoals in de VS, maar wel over de erosie van ons recht’, zegt De Ruijter. ‘Mensen morrelen eraan in kleine stapjes. Ze bemoeien zich eerst met de voorlichting rond abortus, met de informatievoorziening, de bedenktermijn, en ze laten ongewenst zwangeren foto’s zien van de embryo. Allemaal kleine dingen, maar als je honderd stenen plaatst, heb je een muur gebouwd.’ Het recht volgt de sociale werkelijkheid, benadrukt ze. Als het draagvlak verandert, volgt de wet.
Daarom ergert ze zich aan de lamlendige houding van veel Nederlanders ten opzichte van dit thema, ons gemakzuchtige leunen op verworven rechten. ‘We vergeten rekening te houden met de sterke neiging om terug te gaan naar vroeger, de reactionaire kracht die er altijd is, en die over het algemeen onvoordelig uitpakt voor vrouwen.’
Als het gaat om het streven naar gelijkwaardigheid is stilstand achteruitgang. Het is als bergop fietsen: als je stopt met trappen, ga je achteruit. Je moet altijd blijven proberen om de bestaande situatie te verbeteren. En dat kunnen we beter nu doen dan later. Om te beginnen: door abortus uit het strafrecht te halen en er een recht van te maken, geen getolereerde misdaad.