Ufo-waarnemingen houden ons al eeuwenlang een spiegel voor, zegt de Amerikaanse godsdienstwetenschapper Diana Walsh Pasulka. Wat in de vijftiende eeuw werd geïnterpreteerd als een door God gezonden engel, wordt nu gezien als buitenaardse technologie. Het onbegrijpelijke wordt ingepast in heersende verhalen. Vroeger hielp de kerk daarbij, later Hollywood. 

Pasulka schreef Een verslag van de vijf jaar waarin ze optrok met mensen die hun eigen onbegrijpelijke waarnemingen proberen te verklaren. Wie bij ufo-spotters aan aluminiumfoliehoedjes denkt, zou door Pasulka van gedachten kunnen veranderen. 

Ufo-waarneming door Stanislaw Kowalozewski boven Musynia (Polen) op 22 december 1958.

De mensen die zij volgt zijn bepaald geen randfiguren. Sommigen van hen werken op topniveau in de wetenschap en technologie. Hun interpretaties van wat ze hebben gezien zijn even wild als hun waarnemingen. Een intelligent veld waar de menselijke geest verbinding mee kan maken. Een nieuwe aanwijzing in de richting van de kwantumfysica. Een ontmoeting met de beschaving die uit de onze voort zal komen, oftewel: met ons toekomstige zelf. Tijd, ruimte en bewustzijn worden opgerekt. 

Als godsdienstwetenschapper is Pasulka gewend om getuigenissen niet te beoordelen op feitelijkheid. In plaats daarvan onderzoekt zij hoe de confrontaties met een ogenschijnlijk mysterie levens overhoop halen, de cultuur insijpelen en daar langzaam vervormd raken in de mist van media en entertainment. 

Dit is een interessant moment om Pasulka’s boek te lezen. Onlangs kondigde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA aan onderzoek te gaan doen naar unidentified aerial phenomena (oftewel: uap’s, zoals ufo’s tegenwoordig officieel worden genoemd). De onderzoekers zien het als hun ‘wetenschappelijke taak’, zeiden ze tijdens een persconferentie, om het onbekende te verklaren. Bovendien, voegden ze toe, is het grote aantal vreemde waarnemingen

Hoe het stigma op ufo-waarnemingen verbleekt

NASA is niet de eerste Amerikaanse organisatie die dit onderzoekt, maar wel de eerste die de resultaten zonder voorbehoud openbaar maakt – een groot verschil met het geclassificeerde onderzoek van het Amerikaanse ministerie van Defensie dat al decennia met geheimzinnigheid is omgeven. Nog een verschil: als civiele organisatie neemt NASA ook niet-militaire observaties mee, terwijl het Pentagon alleen waarnemingen van (gevechts)piloten bestudeert.

Sinds in 2017 over het Pentagon-onderzoek schreef en piloten interviewde over hun observaties, begint het onderwerp  

Toen vorige lente de eerste conclusies van het Pentagon-rapport uitlekten (de meeste van de 120 onderzochte ufo-waarnemingen in hun database bleven onopgehelderd) was dat wereldnieuws. Dat de waarnemingen van mensen kwamen die getraind zijn om objecten in het luchtruim te duiden en worden geselecteerd op scherp zicht en koelbloedigheid, gaf de ervaringen gewicht. 

Piloten die eerder bang waren voor gek te worden verklaard, durven het sindsdien te delen als ze tijdens het werk raadselachtige verschijnselen tegenkomen. Tot vorige herfst besloeg het Pentagon-onderzoek nog 120 ufo-waarnemingen, gemeld over een periode van twee decennia, maar de database groeide in de daaropvolgende maanden tot zo’n 400 gevallen. En niet alleen onder vliegers verbleekte het stigma. Gerenommeerde Amerikaanse wetenschappers tot meer wetenschappelijke bestudering van de waarnemingen.

Er breekt een nieuw ufo-tijdperk aan, bleek ook tijdens NASA’s persconferentie. Wat de NASA onder andere wil bewerkstelligen, verklaarde een van de onderzoekers, is het verminderen van het stigma op dit onderwerp.

Ufo-waarneming door Hermann Chermanne boven Bouffioulx (België) op 16 mei 1953.

De Amerikaanse overheid stopt met het ridiculiseren van ufo’s

Kort na de aankondiging videobel ik met Diana Walsh Pasulka. Ik ben benieuwd hoe zij aankijkt tegen het NASA-onderzoek en dan vooral de timing ervan. Ufo’s worden al decennialang (en volgens Pasulka minstens al eeuwen) waargenomen. Vanwaar nu deze cultuuromslag? Als specialist in de cultuur rond ufo-verhalen lijkt de godsdienstwetenschapper mij de aangewezen persoon voor een antwoord. Van dat antwoord, blijkt al snel, moet ik antwoorden maken. Meervoud.

Om te beginnen heeft het te maken met controle, zegt Pasulka. Ze praat geanimeerd, met levendige handgebaren, zittend voor een lichte muur ergens in North Carolina. ‘Decennialang’, legt ze uit, ‘heeft de overheid geprobeerd dit fenomeen naar zich toe te trekken. Vaak met succes.’ 

Ze noemt de die in de jaren vijftig door de CIA werd opgezet. Een groep wetenschappers boog zich over de vraag welk verhaal het publiek moest worden verteld om geen paniek te laten ontstaan over de ufo-berichten die met de opkomst van de massamedia plotseling een groot publiek bereikten. ‘In hun rapport suggereerden ze dat de entertainmentindustrie verhalen over dit fenomeen moest produceren. Maak er fictie van, was het idee, dan wordt het onschadelijk en hoef je geen ingewikkelde vragen te beantwoorden. Het is lange tijd beleid geweest om het narratief rond ufo’s strak in de hand te houden om zo sociale onrust te voorkomen.’ 

Ufo-waarneming door een Franse ingenieur boven Parijs op 29 december 1953.

Vanuit het oogpunt van een overheid is dat begrijpelijk, zegt Pasulka. Want mensen die onbegrijpelijke en vaak schokkende waarnemingen doen, zijn geneigd zich daarna radicaal anders te verhouden tot de samenleving. De extreem vervreemdende gebeurtenis, legt ze uit, kan hen wantrouwend maken ten opzichte van de heersende norm, subversief en oncontroleerbaar.

‘Het is lange tijd beleid geweest om het narratief rond ufo’s strak in de hand te houden om zo sociale onrust te voorkomen’ 

Pasulka: ‘Ook vroeger zat de gevestigde orde niet te wachten op radicale ervaringen die de heersende cultuur op losse schroeven zetten. Ooit plakte de kerk haar frame op de ufo-waarnemingen, daarna nam Hollywood het over.’

Fictieve verhalen zijn volgens haar gaan bepalen hoe mensen hun waarnemingen interpreteerden. In haar boek beschrijft ze de getuigenis van een echtpaar dat in de jaren zestig beweerde buitenaardse wezens te hebben gezien. Hun omschrijving van die wezens bleek sterk overeen te komen met het uiterlijk van aliens in een film die een week voor hun waarneming op televisie was. ‘Je kunt dat zien als bewijs van de onjuistheid van hun verhaal. Maar het zou ook kunnen dat ze wel degelijk iets hebben ervaren dat ze vervolgens inkleurden met een narratief dat voorhanden was.’

Sommige dingen zijn zo wezensvreemd dat we er geen taal of denkkader voor hebben, dan kun je er alleen maar over communiceren via iets wat je wél kent, legt Pasulka uit. In dit geval was dat een fictiefilm, waarmee de geloofwaardigheid van het stel direct ondermijnd werd. Door de vertaalslag gaat altijd een deel van de eigen ervaring verloren. Het onbegrijpelijke wordt opgeslokt door het begrijpelijke. 

Volgens de godsdienstwetenschapper is het sturen van het narratief rond deze voorvallen lastiger. Waarom? Ze lacht en wijst richting haar laptopscherm. ‘Technologie! Veel mensen kunnen nu alles filmen en real life delen. Ze maken hun eigen films. Dan is openheid van zaken een slimmere strategie.’

Ufo-waarneming door Eduard Keffel en Joao Martins in de buurt van het schiereiland Ilha dos Amores (Brazilië) op 7 mei 1952.

Er is nu momentum voor ufo-onderzoek

Er is volgens Pasulka nog een reden om juist nu een publiek onderzoek op te starten. Kort na de aankondiging van NASA kwam ook Rusland met het bericht naar buiten dat het de meldingen van ufo’s onder de loep gaat leggen. Als de waarnemingen daadwerkelijk wijzen op iets van belang, dan willen de Amerikanen niet achter de feiten aan lopen. 

Het hoeft niet per se om iets buitenaards te gaan, benadrukt ze. Je zou kunnen denken aan een nog onontdekt natuurwetenschappelijk fenomeen of misschien onthullen ufo’s iets over de menselijke waarneming onder bepaalde omstandigheden.

Ook geld kan een rol spelen in de timing van NASA. ‘Nu het onderwerp langzaam bovengronds komt en meer mainstream wordt, komt er wellicht meer financiering vrij voor serieus onderzoek.’ En waarschijnlijk, concludeert Pasulka, is het een combinatie van factoren.

Controle, nieuwsgierigheid, concurrentiestrijd en geld. Zo veelzijdig als de waarnemingen is het verlangen ze te ontrafelen. Dat mensen nu zelf geavanceerde technologie tot hun beschikking hebben kan dat proces trouwens niet alleen versnellen maar ook bemoeilijken, zegt Pasulka.

In haar boek tekent ze de frustraties op van een fotograaf die al jarenlang met regelmaat valse waarnemingen ontmaskert. Hij is debunker en believer ineen. Juist omdat hij ervan overtuigd is dat de waarnemingen op iets belangrijks wijzen, wil hij de zelf-gefabriceerde beelden opsporen die de zoektocht naar antwoorden belemmeren. Hij ziet het inmiddels somber in. Echt en nep zijn nauwelijks nog van elkaar te onderscheiden.

Ufo-waarneming door Rex Heflin boven Santa Ana (Californië, Verenigde Staten) op 3 december 1965.

Ufo-geloof kan een religie worden

Ondertussen nemen de observaties toe. Niet verrassend, vindt Pasulka. ‘Het past bij de onzekere periode waarin we ons bevinden. Als er instabiliteit heerst, keren mensen zich makkelijker af van de gevestigde orde en zijn ze eerder geneigd zich open te stellen voor afwijkende zaken.’ 

Dit zijn de momenten, zegt de godsdienstwetenschapper, waarop nieuwe religies en spirituele stromingen ontstaan. Niet alleen de waarnemingen, ook het geloof in de buitenaardse oorsprong van de ufo’s neemt de laatste jaren hard toe. 40 procent van de Amerikanen denkt inmiddels dat ze wijzen op In sommige andere landen is dat percentage

Heeft het ufo-fenomeen de potentie om een religie op zich te worden? Pasulka denkt van wel. Het voldoet aan een aantal belangrijke criteria. Een bovenaardse ervaring. Een reeks getuigenissen. Gelovigen en apostelen. Dat het een randverschijnsel is zegt niets, dat was het christendom ook. ‘De Romeinen vonden dat in het begin absurd. Je eigen god eten! Wie doet zoiets?’

Het absurde zit verweven in het DNA van de meeste religies, zegt Pasulka. Soms wordt het zelfs gecultiveerd. In haar boek beschrijft ze de koan van het zenboeddhisme: onzinnige anekdotes of vragen (wat is het geluid van één klappende hand?) die gelovigen dienen te reciteren om zich te bevrijden van hun rationele denkpatroon en in een lossere, meer spirituele denkwijze terecht te komen.

Jacques Vallée, een Franse astronoom en computerwetenschapper die de waarnemingen al sinds de jaren zeventig bestudeert, opperde eens dat het ufo-fenomeen werkt als een ‘mass koan’. Een gebeurtenis die mensen wereldwijd uit hun dagelijkse bewustzijn wipt en in een andere staat van zijn brengt.

Deze absurditeit is volgens Pasulka precies waarom ufo’s zo moeilijk te onderzoeken zijn door exacte wetenschappen. ‘De NASA zal zich richten op het materiële bewijs, op aanwijsbare objecten en sporen en niet op de mentale impact van het fenomeen, terwijl die gigantisch is en zeer disruptief. Ongeacht de aard van ufo’s hebben ze via de mensen die ze waarnemen écht effect op onze cultuur.’

Ufo-waarneming door Kazuhiko Fujimatsu boven Onomichi (Japan) op 11 oktober 1974.

Je erin verdiepen = twijfelen?

In haar boek beschrijft Pasulka hoe ze tijdens haar zoektocht zelf ook soms van haar stuk wordt gebracht. Bijvoorbeeld als ze met twee van haar respondenten een afgelegen woestijn bezoekt waar in de jaren veertig vreemde luchtvoertuigen zouden zijn neergestort. Een van haar reisgenoten vindt er met zijn metaaldetector een vreemd stuk dun metaal. Hij neemt het mee, onderzoekt het in zijn laboratorium en kan het op geen enkele manier plaatsen. De structuur ervan lijkt op niets dat we hier op aarde kennen, concludeert hij.

Ufo-waarneming door Bernardo Rasquin boven San Jose (Argentinië).

De man in kwestie is Garry Nolan, een wereldberoemde immunoloog, professor aan de Amerikaanse topuniversiteit Stanford. Iemand die niets anders doet dan cellen en weefsels bestuderen onder een microscoop.

Pasulka lacht als ze erover vertelt. ‘Toen ik aan mijn onderzoek begon dacht ik dat het makkelijk zou zijn. Ik zou als ufo-atheïst het geloof van anderen in kaart brengen. Maar gaandeweg begon ik aan dingen te twijfelen. De mensen die ik sprak waren zó intelligent, zo grondig. Ik ben op dit gebied een agnost geworden. Zeker weet ik niks, maar ik sluit niet uit dat de ufo’s op een dag ons wereldbeeld zullen doen kantelen.’

Over de beelden Het internet bevat gigantische hoeveelheden beeld. Volgens een schatting telt Google Afbeeldingen er in 2030 al 382 miljard. Daarmee lijkt de noodzaak om offline naar beelden te zoeken verdwenen. Toch gaat foto-analist en curator Frank van der Stok graag buiten het web op zoek. Hij laat zich op de boekenafdeling van kringloopwinkels verrassen door beelden die hun weg naar het internet misschien wel nooit hebben vonden. Zo ook de beelden bij dit verhaal. Ze zijn onder andere afkomstig uit het boek ‘Ufo’s in Oost en West deel II - Vliegende schotels boven het Oostblok’ door Ion Hobana en Julien Weverbergh. (Isabelle van Hemert, beeldredacteur) Bekijk hier meer werk van Frank van der Stok

Lees ook:

Van Atacama tot Dwingeloo zoeken sterrenkundigen naar een tweede aarde Zijn we alleen in het heelal? Op een van de oudste vragen van de mensheid komt (heel) langzaam een antwoord in zicht. Ik sprak twee sterrenkundigen die zich bezighouden met de zoektocht naar een ‘tweelingplaneet’ van de aarde. Lees dit verhaal terug