Spring naar inhoud

Deze nieuwsgierige man uit Pruisen opende onze ogen voor (de menselijke invloed op) de natuur

Er zijn dolfijnen, apen, kevers, pinguïns, inktvissen en vlinders, maar ook zeestromen, bergen, rivieren en een maankrater Toch is Alexander von Humboldt, de achttiende-eeuwse ontdekkingsreiziger en onderzoeker, in de vergetelheid geraakt. Ten onrechte, besef je als je het fantastische boek van Andrea Wulf over deze Pruisische aristocraat leest.

Von Humboldt was meer dan een rijke verzamelaar van vreemde dieren en planten uit verre gebieden. Hij ging ook op zoek naar de dieperliggende patronen. Waarom komen tijgers enkel voor in Azië? Waarom zijn vogels in India minder kleurrijk dan die in Zuid-Amerika? Waarom komen sommige planten enkel voor vanaf een bepaalde hoogte in de bergen? Vanuit die vragen ontwikkelde Von Humboldt een nieuwe visie op de natuur. Een visie waarin de aarde gezien wordt als één groot organisme waar alles met alles verbonden is.

Maar de Pruis was niet enkel een van de grondleggers van de wetenschappelijke discipline die we nu ecologie noemen; ook de huidige natuurbeschermers staan bij hem in het krijt. Hij was een van de eerste mensen die zich zorgen maakte over de gevolgen van ontbossing, en een van de eersten die het idee bestreed dat de natuur enkel in dienst staat van de mens.

Wulfs boek over Von Humboldt leest als een avonturenroman, maar wel een die je dwingt om na te denken over de plaats van de mens in zijn leefomgeving.

Andrea Wulf: ‘De uitvinder van de natuur. Het avontuurlijke leven van Alexander von Humboldt’ (576 pagina’s, te koop bij uitgeverij Atlas Contact)
Correspondent Gezondheid