Het vertrek van Boris Johnson is hilarisch – als het niet zo dieptriest was
Het is verleidelijk om hard te lachen om de ondergang van Boris Johnson en de chaos in de Britse Conservatieve Partij. Maar de erfenis van Johnson zal het Verenigd Koninkrijk – waar de helft van de bevolking de Brexit een fout noemt – nog jarenlang parten spelen.
De dag dat Boris Johnson ten onder ging was zonder meer de grappigste in de Britse politiek sinds mensenheugenis. Op het grasveld voor het parlement verklaarden Conservatieve parlementsleden in plechtige tv-interviews dat ze tot het voortschrijdend inzicht waren gekomen dat Johnson een incompetente leugenaar was, maar ze werden overstemd door de tune van het legendarische komische tv-programma The Benny Hill Show, die jolige demonstranten verderop lieten schallen.
In het Hogerhuis was de Conservatieve Lord Nicholas True gevraagd een speech te geven over normen in het openbare leven – een dankbaar onderwerp in het tijdperk-Johnson, en True molk het prachtig uit.
‘We zijn in dit land gezegend’, zo begon hij, ‘met een verfijnd en robuust systeem voor het handhaven van publieke normen.’ Gelach uit het middeleeuwse parlement. ‘En dat systeem…’ True pauzeerde even, keek op, en vervolgde met een voortreffelijk gevoel voor timing: ‘...dat systeem heeft vele facetten.’ De Lords – en het land met hen – bestierven het bijna van het lachen.
Mijn persoonlijke hoogtepunt was toen advocaat-generaal Suella Braverman, niet bepaald gezegend met een hoog IQ, op tv aankondigde dat ze een gooi wilde doen naar het premierschap. Het was de Conservatieve Partij ten voeten uit: een zooitje derderangs politici die een schaamteloos incompetent machtsspelletje spelen. Het had allemaal iets geruststellends: waar de nadagen van Trump veel weg hadden van een horrorfilm, eindigde het tijdperk-Johnson in pure komedie. De dag was een zeldzame bron van politiek vermaak voor de Britten, die naar verwachting in 2025 een lager loon zullen hebben dan in 2008.
Maar ook al zijn de Tories niet serieus te nemen, ze zijn wel een serieuze zaak. Ze zijn sinds 2010 de baas in het Verenigd Koninkrijk en Johnsons opvolger – die deze zomer door de partij wordt aangewezen – hoeft op z’n vroegst pas in 2024 nieuwe verkiezingen te houden. De Tories zijn nog altijd bezig met hun transformatieve project, de Brexit. Wat ís de partij na Johnson, en waar gaat ze naartoe?
Een partij voor oude mensen
Sinds het Brexit-referendum in 2016 zijn de Tories veranderd van een rechtse partij in een partij voor oude mensen. Naar schatting is de meerderheid van de Britse kiezers nu boven de 55.* Gepensioneerden vormen de basis van de partij en van de Brexit – waarbij die laatste een vorm van nostalgie is naar de tijden dat Groot-Brittannië een supermacht was.
Maar afgezien van de Brexit is het moeilijk om te bepalen voor welk beleid de Tories precies staan. Oud-journalist Johnson was een verbale goochelaar, wiens regering liever met woorden dan met daden kwam. Levelling up – het idee om andere regio’s economisch op te krikken tot het niveau van Londen – was een slogan, nooit een actieplan. Het belangrijkste (en waarschijnlijk blijvende) resultaat van Johnsons driejarige premierschap is de militaire steun aan Oekraïne – hoewel elke andere partijleider van de van oudsher oorlogszuchtige Tories dat ook zou hebben nagestreefd.
Het nieuwe multiculturalisme van de Britse elite
Wie afgelopen week de partijcoup aanschouwde, viel waarschijnlijk nog een verworvenheid op, een die de partij nooit benoemt: het nieuwe multiculturalisme van de Britse elite. Johnsons neergang werd dinsdag in gang gezet door het gelijktijdige opstappen van ministers Rishi Sunak (van Financiën, en degene met de grootste kans om Johnson op te volgen) en Sajid Javid (van Volksgezondheid).
Johnson verving Sunak door een andere Brit van Aziatische afkomst – Nadhim Zahawi, die als kind van gevluchte Iraakse Koerden naar het Verenigd Koninkrijk was gekomen. Minister van Binnenlandse Zaken Priti Patel is ook Brits-Aziatisch, net als Suella Braverman; minister van Economische Zaken Kwasi Kwarteng is zwart. Als Rishi Sunak inderdaad Johnson gaat opvolgen, zou hij zomaar de eerste niet-witte premier van het Verenigd Koninkrijk kunnen worden. Over deze transformatie zouden de Conservatieven best wat meer mogen opscheppen.
De Brexit is mislukt, vindt de meerderheid
Veel andere dingen om over op te scheppen hebben ze niet. In elke Britse regio beschouwt een meerderheid de Brexit – het grote project van de Tories – als mislukt. In een recente peiling van YouGov vindt slechts 36 procent het verlaten van de EU een goede beslissing; volgens 50 procent was het een fout.* Op donderdag – terwijl Johnsons ministers hem in de steek lieten – wees een Lagerhuiscommissie de premier erop dat de Brexit de Britten ongeveer 4 procent van het bbp kost,* waar Johnsons gelauwerde nieuwe handelsovereenkomst met Australië slechts 0,08 procent oplevert (nog altijd beter dan de deal met Nieuw-Zeeland, die om precies te zijn 0,0 procent toevoegt).
Johnsons repliek: Groot-Brittannië had mooi wel een geweldig vaccinatieprogramma opgetuigd.
Ja, de Brexit kost geld. Maar het Verenigd Koninkrijk had mooi wel een geweldig vaccinatieprogramma
Voorlopig geloven de Tories nog in de Brexit – of ze doen alsof. Maar het nationale tij is aan het keren. De meeste kiezers haten het om over de Brexit te praten, uit angst dat de tijden van nationale polarisatie terugkeren. Toch zei de Labour-oppositiepartij vlak voor Johnsons val dat ze weliswaar niet streeft naar een terugkeer in de EU of zelfs aansluiting bij de interne markt, maar wel toenadering tot Brussel wil zoeken.
Het is veelzeggend dat de man die met het Leave-kamp het referendum won en vervolgens de Brexit-overeenkomst met de EU sloot niet alleen vertrokken is, maar ook alom – zelfs onder zijn eigen aanhangers – in diskrediet is gevallen. Hij wordt beschouwd als een leugenaar zonder plan. Dat maakt het lastig het Brexit-verhaal nieuw leven in te blazen. Op de lange termijn zal het Verenigd Koninkrijk weer langzaam richting een nauwere band met de Europese Unie drijven, om op een dag ten minste weer toe te treden tot de interne markt.
Het gaat de Conservatieven maar om één ding: maximale persoonlijke vrijheid
De leiders van de Tories worden – los van de Brexit – niet gekenmerkt door bepaald beleid, maar door een gedeelde levenshouding: een streven naar maximale persoonlijke vrijheid. Johnson belichaamde dat. Op Eton, op Oxford en als media-ster had hij geleerd dat de regels niet gelden voor mannen zoals hij. Hij kon liegen over alle manieren waarop hij de regels overtrad, en floreren. Toen de pandemie begon, verzetten Johnson en veel andere Tories zich intuïtief tegen een mogelijke lockdown, omdat die hun vrijheid zou beperken. Uiteindelijk zette Johnson de gewone Brit vast in lockdowns, en maakte hij van zijn ambtswoning aan Downing Street een illegaal feesthonk.
Die aanspraak op onbeperkte persoonlijke vrijheid is ook terug te zien in het grote aantal Conservatieve parlementsleden dat seksueel overschrijdend gedrag vertoont. Om er maar een paar te noemen: de man die de gevangenis in ging omdat hij een jongen seksueel had misbruikt,* de man die opstapte nadat hij tot twee keer toe in de vergaderzaal van het Lagerhuis porno had zitten kijken op zijn telefoon (hij zei dat hij had gezocht naar ‘tractors’ maar was afgeleid),* en ten slotte Chris Pincher, die een regeringsbaan kreeg toegeschoven van Johnson terwijl die wist dat Pincher zich had vergrepen aan andere mannen.* Het was dit schandaal dat Johnson uiteindelijk de das omdeed.
Johnson zal de Tories nog jarenlang bezoedelen
Johnson zal de Tories nog jarenlang bezoedelen. Ze verkozen hem in 2019 tot partijleider in het volle bewustzijn dat hij niet geschikt was om te regeren, maar ze vertrouwden erop dat hij verkiezingen kon winnen. Het was een onpatriottische keuze.
De nieuwe leider zal ofwel een overtuigde Brexiteer als Sunak zijn, of iemand die nu doet alsof – zoals Liz Truss. Hij of zij zal belastingverlagingen beloven, waarschijnlijk ten koste van de staatsschuld. Maar ondanks alles kunnen de Tories in 2024 Labour verslaan. Labour bestaat in feite uit twee partijen – een centrumlinkse en een extreemlinkse.
Labour zal in de campagne een officieuze coalitie vormen met de Liberale Democraten en de Schotse Nationale Partij, vergelijkbaar met de progressieve allianties die het opnamen tegen de Turkse president Erdogan en de Hongaarse premier Orbán. Als deze anti-Tory-alliantie de verkiezingen wint, dan gunt Labour de Schotse Nationalisten vermoedelijk een referendum over Schotse onafhankelijkheid. Het volgende hoofdstuk in het boek Britain Dies Laughing zou zomaar het uiteenvallen van Groot-Brittannië kunnen zijn – niet dat dat de problemen oplost.
Dit artikel verscheen ook in de Neue Zürcher Zeitung en is uit het Engels vertaald door H.P. van Stein Callenfels.