Superjachten, de fallische competitie van de 21ste-eeuwse elite
Wie heeft de grootste – of liever gezegd: de langste? Waar zitten de meeste mensen op? Kan het klootjesvolk hem aanschouwen vanaf de zijkant, zodat-ie nog kolossaler lijkt dan bij een frontale kennismaking?
Het superjacht is wat een marmeren villa in Malibu met een glimmende Lamborghini voor de deur een paar decennia geleden was: een megalomaan statussymbool voor (veelal witte, mannelijke) miljardairs die enerzijds willen pronken met hun riante vermogen en anderzijds hunkeren naar een kostbaar partje privacy. Scheepswerven draaien overuren: vorig jaar werden er liefst 887 superjachten (dertig meter of langer) afgeleverd, meer dan duizend zijn nog in aanbouw.
Journalist Evan Osnos voert je mee langs de nautische jetset: van (vermoedelijk) Poetins luxueuze privéschip (lengte: 140 meter) dat sinds de Russische invasie van Oekraïne in Italië aan de ketting ligt, via Rotterdam, Monaco en de Emiraten naar de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman, die naar verluidt Leonardo da Vinci’s schilderij Salvator Mundi (kosten: 450 miljoen dollar) in zijn jacht (lengte: 134 meter) heeft opgehangen.
The New Yorker: ‘The Haves and the Have-Yachts’ (Leestijd: 50 minuten)