Wat als je werknemers ook mede-eigenaar maakt van een bedrijf?
Tijdens mijn onderzoek naar wat rechtvaardige consumptie betekent, stuit ik keer op keer op dat ene woord.
Aandeelhouders.
Bijvoorbeeld in het boek van oud-CEO van Unilever, Paul Polman: ‘Als aandeelhouders sturend blijven kunnen we geen systeem bouwen dat het welzijn voor iedereen nastreeft’, schrijft hij.
Ook antropoloog en auteur Jason Hickel stelt dat we de macht van aandeelhouders moeten inperken, willen we de planeet leefbaar houden en ongebreideld consumentisme tegengaan.
En in de podcast Goede Gesprekken stelt Noelle Aarts, hoogleraar socio-ecologische interacties aan de Radboud Universiteit Nijmegen, dat het probleem rondom de boeren ligt bij de aandeelhouders van banken en bedrijven.
Ook tijdens mijn gesprek met kunstenaar, mode-ontwerper en docent Pascale Gatzen, kwamen we op dit onderwerp uit. Ze vindt het volkomen absurd dat mensen – aandeelhouders dus – zeggenschap hebben over je bedrijf terwijl ze er zelf niet eens in werken. Hun focus ligt immers vaak op zo snel zo veel mogelijk winst maken. En de keuzes die vanuit dat doel worden gemaakt, staan veelal tegenover de belangen van werknemers van dat bedrijf. Die zien liever dat het gaat over de inhoud – hoe maken we ons product nog beter? – en over persoonlijke ontwikkeling – wat kan ik binnen deze organisatie leren en bijdragen?
Gatzen laat in het interview dat gisteren op De Correspondent verscheen zien hoe het anders kan. Samen met een groep mensen richtte ze The Linen Project op: een organisatie die werkt aan het opbouwen van een lokale vlasketen in Nederland. Ik schreef erover in mijn vorige nieuwsbrief.
Op verschillende manieren experimenteren ze met een ander, alternatief economisch model. Ze werken bijvoorbeeld niet met shareholders maar met stakeholders: alle vijftig deelnemers van het zogeheten Shared Stewardship-initiatief zijn ook allemaal mede-eigenaar, en hebben daarmee evenveel zeggenschap over de koers van de organisatie.
Ook worden de risico’s en opbrengsten binnen The Linen Project evenredig over alle schakels in de productieketen verdeeld – in dit geval de boer, het kledingmerk, de fabrikant. De afnemer (zoals het merk) plaatst bestellingen voordat het vlas, het linnen dus, gezaaid wordt, en betaalt van tevoren een afgesproken prijs. Hiermee voorkom je dat spelers die veel macht hebben in zo’n keten, zoals supermarkten en modemerken, daar misbruik van maken door steeds lagere prijzen af te dwingen. Of achteraf kortingen te eisen.
Om te weten in hoeverre deze lessen binnen (grotere) bedrijven toegepast kunnen worden, zou ik dieper in dit onderwerp moeten duiken. En erachter moeten komen wat precies de rol is van aandeelhouders in onze economie en op welke manier zij invloed hebben op de manier waarop onze spullen worden gemaakt. Zou jij hier meer over willen weten? En waarom wel/niet? Welke vragen roept het bij je op? En ken je misschien relevante bronnen om te raadplegen? Ik hoor het graag!
Leren over de kledingindustrie in spelvorm
Ten slotte was ik afgelopen week op bezoek bij Barbara Kits die naast haar werk, tijdens de vrije uren ‘s avonds en in de weekenden, een geweldig spel heeft bedacht om bewustwording rondom de kledingindustrie te vergroten bij tieners.
Het spel bestaat uit verschillende speelkaarten, die elk een eigen schakel in de kledingketen vormen. Elke speler (je speelt het met drie tot zes mensen) runt een eigen kledingmerk en moet met de inkoop en verkoop van kleding zoveel mogelijk punten behalen. Er zijn milieu- en sociale punten te scoren en punten door geld te verdienen. Tijdens het spel dobbelen de spelers om te bepalen in wat voor fase de economie zich bevindt: een recessie, gouden tijden of normaal. Dat heeft weer invloed op hoe goed bepaalde kleding verkoopt of niet. Het spel maakt inzichtelijk hoe lastig het is om als eigenaar van een kledingmerk te schipperen tussen al die variabelen.
De illustraties op de kaartjes heeft Kits zelf gemaakt, en de eerste trials met vrienden waren een succes. Ze zoekt nu naar manieren om dit spel verder te verspreiden, bijvoorbeeld via een drukker/uitgever en scholen die interesse hebben. Mocht je geïnteresseerd zijn, meld je dan bij haar via b.v.kits@gmail.com.
Fijne week gewenst,
Emy