Eindelijk is het zover. De vleermuizen zijn uit de bouwval verjaagd en Airsa’s gezin kan intrek nemen in het huis van een overleden oudtante. Na elf jaar in het buitenland – Airsa en haar vriend runden een goedlopende kapperszaak op Mallorca – dwingt de pandemie het zeskoppige gezin om eind 2020 terug te keren naar Bonaire, waar ze bij haar moeder kunnen inwonen. Terug bij af. Van eiland naar eiland, van het ene hagelwitte strand naar het andere.

Veel kans om daarvan te genieten hebben ze niet. Het opbouwen van een nieuw leven in Caribisch Nederland zonder een Europees salaris is loodzwaar en vergt een collectieve inspanning van Airsa’s gezin. Van ’s ochtends tot ’s avonds staan zij, haar vriend en achttienjarige dochter in hun gloednieuwe kapperszaak aan huis. Wie even geen klant heeft, ontfermt zich over de jongste telg van het gezin, die net leert lopen. Tussendoor klust Airsa’s vriend in het huis, zijn schoenen bedekt met witte verfspikkels. 

is het lastig voor het gezin om rond te komen. En hoewel Airsa vakmanschap levert, blijft het gros van haar klanten weg wanneer ze een hogere prijs zou vragen voor haar kapperswerk. Airsa zucht. ‘Iedere week is het stressen om de boodschappen te betalen.’

Een dag in de salon van Airsa en haar gezin.

Lang niet genoeg om van te leven

Op Bonaire is Airsa’s situatie niet ongewoon. van de bevolking leeft er en hebben slechts recht op een fractie van het sociale vangnet zoals dat in Nederland bestaat. 

Bonairianen in de bijstand — op Bonaire onderstand genoemd — krijgen ongeveer een derde van de uitkering die ontvangen. Dat is bij lange na niet genoeg om van te kunnen leven op het eiland. Ook het minimumloon is er laag – nog geen twee derde van dat in Nederland – waardoor werkende mensen moeite hebben om rond te komen, zelfs als zij fulltime banen  

In de praktijk kan iemand op Bonaire van een onderstandsuitkering net de huur betalen, mits diegene buiten de stad woont

Toch is het leven op Bonaire niet goedkoper dan in Nederland. Integendeel. Het op Bonaire ligt juist hoger dan in Nederland: om rond te komen op het eiland heb je maandelijks zo’n 130 euro meer nodig dan in Nederland. In vergelijking zijn Bonairianen dan ook veel meer van hun besteedbaar inkomen kwijt aan levensonderhoud, zegt politicoloog en universitair hoofddocent aan de Universiteit Leiden. 

Een Europese Nederlander houdt aan het eind van de maand bijna zeven keer meer over dan een Bonairiaan met een gemiddeld inkomen, vertelt hij. ‘Als een Europese Nederlander 1.000 euro verdient en daarvan 450 uitgeeft aan levensonderhoud, zou een Bonairiaan [naar rato] slechts 650 euro verdienen, maar daarvan dan wel 560

1) De munt op Bonaire is de Amerikaanse dollar. Omdat de dagwaarde daarvan op het moment van publicatie vrijwel gelijk was aan die van de euro, kiezen we hierboven voor euro’s. 2) Omdat recentere cijfers niet voorhanden zijn, betreft het sociaal minimum op Bonaire hierboven het cijfer over 2021.

In de praktijk betekent dit dat iemand van een onderstandsuitkering net de huur kan betalen, mits diegene Op Bonaire bestaat geen openbaar vervoer en ook zijn er geen fietspaden, waardoor mensen zonder eigen vervoer vaak zijn aangewezen op kleine buurtsupermarkten die een stuk duurder zijn dan de grotere supermarkten in de stad. Wie diensten aanbiedt aan de lokale bevolking, zoals Airsa, komt op Bonaire nauwelijks rond.

Hoewel de economie op het eiland tussen 2010 en 2020 gestaag bleef groeien, bleven de minimumlonen en het sociale vangnet achter. Mede hierdoor is de Bonairiaanse samenleving in feite gesegregeerd – naar klasse, maar daardoor indirect ook naar ras. 

Dat wordt pijnlijk duidelijk voor wie op een zaterdagavond over het eiland loopt. In het dorp Rincon zie je voornamelijk zwarte Bonairianen. Men drinkt er een biertje bij het lokale café, speelt een potje biljart, maakt een praatje. Op het plein staat een foodtruck waar de – o zo ongezonde, maar godsgruwelijk lekkere – hamburgers als zoete koek over de toonbank vliegen. Tieners zoeven door de straten op snelle mountainbikes en halen links en rechts halsbrekende capriolen uit. 

Toeristen en rijke Nederlandse immigranten vind je daarentegen vrijwel vooral in luxe beachclubs met dromerige namen als Ocean Oasis, waar Bonairianen in de bediening werken, maar geen onderdeel zijn van de clientèle. Terwijl Europese Nederlanders zich aan de boulevard van de hoofdstad Kralendijk te buiten gaan aan verse vis, patat, bitterballen en ijs, bouwen Bonairiaanse jongeren wekelijks een feestje op de nabijgelegen parkeerplaats. In de clubs die zij bezoeken, vind je zelden witte Hollanders. 

Airsa, Aino, Anouschka en Engionir.

Ongelijkheid als beleidsdoel

Die ongelijkheid tussen Europese en Caribische Nederlanders is geen onvoorziene bijkomstigheid van slecht beleid. Het was lange tijd namelijk de bedoeling dat de uitkeringen en het minimumloon van Caribische Nederlanders ver onder het sociaal minimum bleven liggen. 

Dat zit zo. 

Toen de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010 ophielden te bestaan en Bonaire, Sint Eustatius en Saba werden, kwam de verantwoordelijkheid voor het bepalen van de hoogte van het minimumloon, de onderstand en AOV – het Bonairiaanse equivalent van de AOW – op de eilanden bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te liggen. In Europees Nederland ligt een bijstandsuitkering meestal rond het sociaal minimum, en zijn er toeslagen beschikbaar wanneer je inkomen

Op Bonaire ligt dat anders. 

In plaats van het werkelijke sociaal minimum te hanteren, gaat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) uit van een dat een stuk lager ligt dan het sociaal minimum. In Europees Nederland zou dit niet mogelijk zijn. Daar geldt de die ervoor zorgt dat mensen met een uitkering toeslagen ontvangen, tot het punt dat hun inkomen gelijk ligt met het sociaal minimum.

Een ijkpunt dat een luchtkasteel bleek

De redenering om vast te houden aan dat lagere ‘ijkpunt’ in Caribisch Nederland luidde als volgt. 

Omdat de Nederlandse overheid de prijs van sommige essentiële goederen en diensten — zoals de prijs van elektra, huur en kinderopvang — beleidsmatig kan sturen, werd na de staatsrechtelijke hervorming van het koninkrijk ingezet op lastenverlaging voor Caribisch Nederland. Door de effecten van die geplande verlaging als ijkpunt te nemen, dacht de Nederlandse overheid in haar beleid de in werkelijkheid hogere kosten voor levensonderhoud niet mee te rekenen — en zag zich daarom niet genoodzaakt het feitelijke sociaal minimum aan te houden voor Caribisch Nederland. 

Anders dan in Nederland werd de financiële werkelijkheid voor Caribische Nederlanders zo effectief losgekoppeld van het beleid, en ingeruild voor een streefgetal dat weinig accuraat zou blijken.

Het ijkpunt bleek een politiek-financieel luchtkasteel: de kosten voor levensonderhoud op het eiland daalden niet, maar Zo zijn in de tien jaar nadat Bonaire een openbaar lichaam werd, de prijzen van een koopwoning bijvoorbeeld met ruim En ook voedselprijzen zijn exorbitant hoog, omdat supermarkten op Bonaire in grote mate afhankelijk zijn van geïmporteerde Nederlandse producten. Duurdere grondstoffen, transport, energie en arbeid betekenen voor de Bonairiaan een al helemaal onbetaalbaar boodschappenmandje.

Wie rond wil komen, moet ‘geprikkeld’ worden

Een ander Haags argument om het minimumloon en de uitkeringen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba — de BES-eilanden — laag te houden, is dat de ‘prikkel om te werken’ anders zou worden weggenomen. Dat staat in een veelbesproken rapport uit 2015, opgesteld door een evaluatiecommissie onder leiding van Het idee achter dit beleid was dat bewoners van de BES-eilanden naast hun uitkering ‘geprikkeld’ moesten worden om ‘al dan niet in het informele circuit’,  

Omdat zwartwerken werd toegestaan, lag het voor beleidsmakers in Den Haag lange tijd niet voor de hand om de uitkeringen op de BES-eilanden te verhogen. Hiermee hield het kabinet onvoldoende rekening met mensen bij wie de ‘prikkel om te werken’ niet aan de orde was, zoals ouderen en arbeidsongeschikten, oordeelde de commissie. Van hen kan niet verwacht worden dat zij hun inkomensgat aanvullen door te werken. Het resultaat is dan ook dat deze bevolkingsgroepen

De informele bijverdiensten maken het bovendien lastig in te schatten welke eilandbewoners wel en welke niet in armoede leven. Pas in het najaar van 2021 begon het ministerie van SZW een onderzoek naar de manier waarop deze ‘bijverdienregeling’ zodat de uitkeringen stapsgewijs verhoogd kunnen worden tot het vastgestelde ijkpunt van 939 dollar per maand.

Airsa ziet toe hoe haar dochter Anouschka een klant helpt

Een verstoring van de lokale economie?

Een derde argument vanuit SZW om het minimumloon en het sociale vangnet op de BES-eilanden in 2010 niet direct gelijk te stellen aan dat van Europees Nederland, was de angst voor de sociaal-economische verschillen die dit zou kunnen veroorzaken met de rest van het Caribisch gebied. 

Een al te grote verandering zou de lokale economie kunnen verstoren. Bovendien zouden Europees-Nederlandse prijsniveaus een ‘aanzuigende werking’ kunnen hebben op migranten uit de regio, zo werd geredeneerd in Den Haag. 

Maar de economie werd alsnog uit balans gebracht, en ook van die aanzuigende werking is al sprake: sinds het invoeren van de Amerikaanse dollar is het duurder geworden om producten in te voeren vanuit Curaçao en Aruba, die nu een andere valuta hebben dan het naastgelegen Bonaire. Ook is Bonaire vanwege de dollar populair onder Latijns-Amerikaanse arbeidsmigranten, die in eigen land niet zelden te maken hebben met grillige wisselkoersen. Verder liggen de gemiddelde salarissen op Bonaire een stuk hoger dan die in omringende landen. 

De armoede nam door dit beleid juist toe

Toch zou dit geen grond moeten zijn om Caribische Nederlanders voor een extreem laag minimumloon te laten werken.

In Europees Nederland hebben gunstige arbeidsvoorwaarden immers ook een ‘aanzuigende werking’ op migranten uit alle windstreken van de wereld, terwijl een verlaging van het Europees-Nederlandse minimumloon naar 6 euro per uur niet op de Haagse politieke agenda staat.

Dat zo’n loon vervolgens wel acceptabel werd gevonden voor Caribisch Nederland, staat haaks op wat het College van de Rechten van de Mens in 2016 adviseerde: dat Den Haag een flinke inspanning moest leveren om Caribisch Nederland op een welvaartsniveau te brengen dat past bij dat van Europees Nederland. Dat was in 2008 immers

In Den Haag werd geen rekening gehouden met de komst van een andere groep migranten op Bonaire: Europese Nederlanders

dat de Nederlandse overheid beleid moet voeren dat de bestaanszekerheid van Nederlandse burgers waarborgt. Die Grondwet geldt óók voor inwoners van de BES-eilanden. En hoewel je als Nederlands staatsburger niet kan eisen dat de Staat je onderhoudt wanneer je niet kunt rondkomen, verplichten de overheid wel een fatsoenlijk welvaartsniveau voor alle Nederlandse burgers te garanderen.

Maar na 2010 gebeurde het tegenovergestelde. Mede dankzij kabinetsbeleid  

Ondertussen werd er in Den Haag geen rekening gehouden met de komst van een andere groep migranten op Bonaire: Europese Nederlanders. Sinds 2010 werd het voor hen een stuk makkelijker om zich Ook gaan zij er graag op Het gevolg: een enorme

En de boodschappen? Ook die werden tussen 2010 en 2016  

Op papier was het een prachtig plan, het drukken van de kosten voor levensonderhoud. Alleen gebeurde het niet.

Bovendien verliep de samenwerking tussen lokale overheid en Den Haag lang stroef, en zaten aan beide kanten van de Atlantische Oceaan ambtenaren elkaar dwars.

Ann Leong omringd door tassen met boodschappen tijdens haar werk bij de voedselbank op Bonaire.

Een parallel met het verleden

Politicoloog Wouter Veenendaal ziet op sommige vlakken veel gelijkenissen met de periode van Nederlandse koloniale overheersing op de eilanden. De segregatie en de economische ongelijkheid tussen Bonairianen en Europese Nederlanders wijst hij aan als schrijnendste voorbeelden daarvan.

Ook merkt hij op dat op het eiland een bepaalde raciale hiërarchie bestaat: zo hebben Caribisch-Nederlandse ouderen recht op minder pensioen dan Europees-Nederlandse pensionado’s op Bonaire. Terwijl Caribische Nederlanders recht hebben op minder dan 60 procent van het pensioen van een Europese Nederlander, houden Europees-Nederlandse immigranten wel recht op hun hogere Nederlandse AOW nadat zij verhuizen naar Bonaire.

Bonaire hanteert, in tegenstelling tot Nederland, geen AOW, maar een vergelijkbaar model dat de Algemene Ouderdomsverzekering, of AOV, heet.

Norwin Willem, adviseur van de vakbondskoepel Union Sindikal Boneriano (USIBO), vindt niet dat alle Nederlandse wet- en regelgeving klakkeloos gekopieerd moet worden naar de eilanden. ‘Maar je mag geen onderscheid maken tussen de rechten van verschillende groepen burgers. In Zuid-Afrika noemt men dit apartheidspolitiek’, sneert hij.

Voor Bonaire was er nooit een plan B

Mede dankzij de coronacrisis en de inflatie veroorzaakt door is het aantal gezinnen afhankelijk van voedselhulp nu twee keer zo hoog als in 2019. Dat vertelt Nolly Oleana, diensthoofd bij de Caribische afdeling van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op Bonaire en een van de oprichters van de Bonairiaanse voedselbank. De stijging zal voorlopig aanhouden, verwacht hij. 

Bord langs de hoofdweg van Kralendijk, door activisten geplaatst.

Ook Airsa merkt dat boodschappen en bouwmaterialen inmiddels al een stuk duurder zijn dan vorig jaar, toen zij en haar vriend hun intrek namen in het nieuwe pand. Via een videoverbinding laat ze de inmiddels lege salon zien. ‘Niemand laat z’n haar vlechten als-ie geen geld heeft om te eten.’ Van de bedrijvige sfeer van vorig jaar is weinig over. Haar vriend ziet zich nu gedwongen om zwart bij te klussen om eten op tafel te krijgen. 

Nu hadden weinigen in Den Haag een pandemie en wereldwijde voedselcrisis kunnen voorzien, maar onderzoeken laten zien dat de kosten voor levensonderhoud op Bonaire al vóór deze crises

Voor de Bonairianen die dankzij dit beleid grote moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, bedachten de Haagse ambtenaren ook geen plan B. Dit terwijl het goed gebruik is om als beleidsmaker bij complexe dossiers een dynamische en flexibele routekaart op te stellen, zodat het beleid snel aangepast kan worden aan veranderende en onvoorziene omstandigheden. Voor Caribisch Nederland werd echter nooit een scenario uitgedacht voor het geval dat de beoogde kostenverlaging niet of lastig te sturen zou blijken.

Veel lokale bewoners zijn inmiddels uit pure noodzaak een moestuin op hun erf begonnen, omdat versproducten bij de supermarkt Zo ook Airsa en haar gezin. Naast hun huis groeien nu aardappelplanten, aubergines, spinazie, papaya en banaan. Kippen scharrelen in de tuin en voorzien het gezin van eieren.

Op Bonaire broeit onvrede

Met dit beleid heeft de Nederlandse overheid zich bepaald niet populair gemaakt op het eiland, vooral omdat men er vóór de staatkundige reshuffle de verwachting had dat de welvaart in Bonaire op hetzelfde niveau zou komen als in Nederland, legt Veenendaal uit. ‘Dit is de Bonairiaanse kiezers ook voorgehouden door lokale politici, dus in dat opzicht was het een logische verwachting.’

De afspraak met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) was om normen op te stellen naar een ‘binnen Nederland aanvaardbaar voorzieningenniveau’. Wat dit concreet inhield is nooit bepaald. Dat, terwijl de Raad van State daar Ook Bonairiaanse bestuurders drongen hier meermaals op aan,

‘Het feit dat dat niet is gebeurd, doet denk ik het meeste pijn’, legt Veenendaal uit. ‘En dat het tegenovergestelde is gebeurd van wat mensen verwacht hadden; dat de armoede sindsdien alleen maar toegenomen is.’

Op het eiland over de Nederlandse dominantie, stijgende armoede en dalende koopkracht nu zo lang dat het kookpunt nadert en Bonairianen hun ongenoegen steeds openlijker uiten. De sfeer op het eiland slaat om, Volgens Nina den Heyer draagt de traagheid van de Nederlandse overheid eraan bij dat de onrust groeit. ‘Je kunt mensen niet zo lang laten wachten’,

Op 5 mei 2022 gingen honderden mensen de straten op voor een tegen de ongelijkheid tussen het Europese en Caribische deel van het Koninkrijk. Gekleed in wit liepen de betogers, jong en oud, met protestborden over het eiland. De kabbelende muziek en gemoedelijke sfeer stonden in schril contrast met de koeienletters op de protestborden: ‘1 BIAHA MI TIN KU KOME PA DIA?’ — ‘Moet ik 1 keer per dag eten?’ en ‘WIJ BETALEN OOK BELASTING’. 

Voor Bonaire was de opkomst ongekend hoog: grootschalige protesten zijn er zeldzaam.

Ook Airsa was bij de manifestatie aanwezig. ‘We hebben armoede op een kleine rock!’ Ze verheft haar stem als ze eraan terugdenkt. Dan, zachter: ‘Het is gewoon beschamend.’ Airsa had gehoopt meer bekende gezichten te zien. ‘Iedereen klaagt over de situatie, maar ik weet niet of de mensen bang zijn om zich uit te spreken, of dat ze gewoon lui of slecht geïnformeerd zijn.’ 

Op het eiland kent iedereen elkaar, wat er volgens Veenendaal toe leidt dat politiek Dat geeft lokale politici veel macht over individuele burgers, met een angstcultuur als gevolg. Mensen zijn vaak bang om zich publiekelijk uit te spreken over politieke en sociale onderwerpen.

Twaalf jaar later: voorzichtige vooruitgang

Langzaam maar zeker zet verandering in. In 2021 bereikte de Centraal Dialoog Bonaire, het lokale overlegorgaan voor onder andere werkgevers en vakbonden, een doorbraak in de vorm van het Het kabinet-Rutte IV neemt dit akkoord als voor het bestrijden van armoede op Bonaire. Met het akkoord moet het minimum maandloon op het eiland stapsgewijs worden verhoogd tot 1.350 dollar in 2025, de gemiddelde maandelijkse uitgaven van een alleenstaande op Bonaire.

Het probleem: dit bedrag is en is naar verwachting nu al niet meer toereikend.

Minister Carola Schouten, die Bonaire onlangs bezocht, noemde de armoede in Caribisch Nederland ‘schrikbarend groot’. Daarmee was zij de laatste in de ogenschijnlijk van Haagse politici die de afgelopen jaren geschrokken terugkeerden van het eiland. 

Toch is vakbondsadviseur Norwin Willem, die Schouten erover sprak, optimistisch gestemd over de stappen die nu worden gezet. Waar jarenlang wantrouwen heerste tussen Bonairiaanse werkgevers en vakbonden is het nu, in het Akkoord van Kralendijk, gelukt om met één stem te spreken. In Den Haag is mede daardoor eindelijk het licht aan gegaan, denkt hij.

Wat moet er nog gebeuren?

Maar wie nu niks te eten heeft, kan niet wachten tot 2025. De ongelijke behandeling van Europese en Caribische Nederlanders heeft gezorgd voor een crisis in slow motion – te langzaam om door Nederlandse media opgemerkt te worden en politici te dwingen tot actie. Ondertussen wordt de misère op Bonaire alleen maar groter. 

Zo groot, dat de Bonairiaanse consumentenbond Union di Konsumidó Boneiru (Unkobon) dreigt de Nederlandse Staat voor de rechter te slepen om gelijke behandeling binnen

Toch kunnen politici er niet onderuit om deze crisis als zodanig te behandelen. Het doel om in 2025 uit te komen op een sociaal minimum uit 2018 is niet ambitieus genoeg. Uit de rapportages valt op dit moment bijvoorbeeld niet op te maken

Verder zijn de uitkeringen en de (AOV) op dit moment gekoppeld aan het minimumloon, wat alleen verhoogd kan worden als werkgevers dit kunnen betalen. Het minimumloon verhogen is dus ingewikkelder dan het verhogen van de AOV en uitkeringen zelf, die geheel uit de zak van de overheid komen. 

Een oplossing daarvoor kan het zodat deze versneld verhoogd kunnen worden, suggereert vakbondsadviseur Norwin Willem. Op die manier worden ouderen van kleur en mensen van kleur met een beperking niet meer onevenredig hard gestraft voor dit beleid. Hoe dan ook moet Den Haag lokale bewoners sneller verzekeren van een menswaardig bestaan, óók in het geval dat de Bonairiaanse economie verslechtert en het bedrijfsleven een verhoging van het minimumloon onverwachts niet meer zou kunnen opbrengen. 

Als laatste zouden Haagse politici af moeten stappen van een fictief lager, toekomstig ‘ijkpunt’ als basis voor het daadwerkelijke minimumloon en het sociale vangnet. Zo’n ijkpunt werkt goed als stip aan de horizon, maar niet als het van Caribische Nederlanders tweederangs burgers maakt binnen het Koninkrijk.

Nolly Oleana rust een moment uit na het slepen van tassen en dozen bij de voedselbank op Bonaire. Elke tas is voor één huishouden.

Een wrange koloniale bijsmaak

De laatste tijd hoor je steeds vaker over het Zo erkende het kabinet onlangs zulke Na mijn onderzoek blijf ik achter met frustratie: wijst het beleid van de afgelopen twaalf jaar op Bonaire niet op precies diezelfde dynamieken?

Want hoe valt het te verantwoorden dat Europese Nederlanders nauwelijks in de rij staan voor de voedselbank op Bonaire, maar Bonairianen en Latijns-Amerikaanse immigranten wel?

Waarom moet een Bonairiaanse met het huidige minimumloon bijna dubbel zo hard werken om in haar levensonderhoud te voorzien als een Europese Nederlander?

En waarom waren voormalige kabinetten maar niet voor rijke toeristen en Europese Nederlanders die de lokale bevolking uit de (koop)woningmarkt duwden?

Dit alles is niet alleen onverdedigbaar, het heeft ook een wrange koloniale bijsmaak. Want het gaat hier om een voormalige koloniale macht die er bewust voor kiest om burgers in de voormalige kolonie Waarbij de lokale overheid onder de streep weinig te zeggen heeft over hoe het geld uit Den Haag wordt besteed.

Inmiddels valt het leven op Bonaire Airsa en haar gezin zo zwaar, dat ze overweegt om tijdelijk naar het buitenland te gaan om haar kinderen een betere toekomst te kunnen bieden. ‘Op Mallorca hadden we het goed. Daar hadden de mensen tenminste interesse in en respect voor onze cultuur en manier van leven’, zegt ze. Weemoed klinkt door in haar stem.

Het ene hagelwitte strand is het andere niet.

In reactie op dit artikel erkent het ministerie van SZW dat de inkomens- en prijsniveaus in Caribisch Nederland meer met elkaar in balans moeten worden gebracht, omdat niet alle inwoners kunnen voorzien in de kosten van levensonderhoud.

Dit artikel en de bijbehorende foto’s zijn tot stand gekomen met steun van

Over de beelden Phaedra Haringsma schreef niet alleen dit verhaal, ze maakte ook de beelden. In haar fotoserie contrasteert ze de schoonheid van Bonaire met de rauwe werkelijkheid van de Bonairiaanse bevolking: armoede, protest tegen Nederlandse overheersing en de opgave om een bestaan op te bouwen met een lokaal salaris. Haringsma maakte de foto’s vorig jaar als onderdeel van het Zwart Manifest. De foto’s zijn geëxposeerd in OSCAM tijdens de groepstentoonstelling ‘On the Road to Black Emancipation’, een initiatief van The Black Archives en het Zwart Manifest. Lees hier meer over het Zwart Manifest

Meer lezen?

Hoe Curaçao en Aruba een doorvoerhaven voor conflictgoud uit Venezuela werden Goud uit Venezuela kun je zien als ‘conflictgoud’ dat gewapende groepen financiert. Toch stroomden duizenden kilo’s van dit goud de markt op via Aruba, Curaçao en Nederland, wat strijdig is met internationale afspraken voor de goudproductie waaraan Nederland zich heeft verbonden. Lees dit verhaal uit 2019 hier terug