Na het verschijnen van de VPRO-serie Sander en de Kloof, waarin ik de groeiende kloof tussen arm en rijk in Nederland onderzocht, kreeg ik regelmatig de vraag wat mij dreef. Dat past in de ergerlijke mode om overal altijd maar een diep persoonlijke motivator achter te zoeken, alsof elke interesse of oprechte zorg uitsluitend te verklaren valt met een emotionele binding met het onderwerp. In die vraag lag bovendien dikwijls een zekere verbazing besloten – ‘ik wist helemaal niet dat jij zó begaan was met het lot van minderbedeelden’. Welnu, dat ben ik ook niet, of nouja, niet meer dan gemiddeld. 

Mijn betrokkenheid met het onderwerp van gelijke kansen is veel meer pragmatisch van aard; ik denk simpelweg dat de huidige ongelijkheid onhoudbaar is, en onvermijdelijk leidt tot grote maatschappelijke onrust – voor zover daar niet al lang sprake van is. Bij die onrust hebben logischerwijze de mensen aan de goede kant van de Kloof het meeste te verliezen, maar het lijkt alsof men daar het begrip ‘verlicht eigenbelang’ nog niet helemaal kan vatten. 

In zeven jaar bij Quote heb ik gezien hoeveel bevoorrechte mensen in de waan leven dat zij hun vermogen helemaal zelf hebben verdiend, dat al hun bezit is gerelateerd aan hun eigen inspanningen, en dat zij een oneindig recht hebben op dat bezit en alle vruchten daarvan. Als er bij mij dus al een persoonlijke motivator zou zijn, dan is het niet zozeer medelijden met de have-nots, als wel een vrij stevige ergernis over de haves

Ik zeg dit niet om meteen alle sympathie voor mijzelf als boodschapper weg te nemen, maar om duidelijk te maken wat mij drijft en met welke overtuigingen ik deze problematiek benader. Ik ben namelijk geen welzijnswerker, maar een ondernemende liberaal, die gelooft in de meritocratie en het kapitalisme, ondanks hun evident problematische kanten.

Vanuit dat perspectief schrijf ik op verzoek van De Correspondent een boekje – Sander en de brug – dat gaat over het aanpakken van de problemen die ik in mijn tv-programma aankaartte. De centrale vraag: hoe kunnen we mensen enerzijds meer kansen geven, en er tegelijkertijd voor zorgen dat zij zich verantwoordelijker voelen voor zichzelf en het collectief dan nu het geval is?

We hebben het te lang te goed gehad

In zekere zin hebben we het te lang te goed gehad. Onze welvaart laat zich nog het beste vergelijken met een piramidespel waarin we hebben geleend van de aarde, en de bonnetjes telkens een generatie doorschuiven. Ondertussen zijn we vergeten dat een beschaving, democratie en rechtsstaat onderhouden moeten worden, en bepaald geen vanzelfsprekendheden zijn. 

Een sterk collectief, waarin alle individuen voldoende zijn doordrongen van de rechten en plichten van het individu, binnen het kader van datzelfde collectief, is daarvoor cruciaal. Wanneer we onvoldoende doordrongen zijn van onze individuele verantwoordelijkheid voor het grotere geheel, wordt de solidariteit aangetast en wordt egoïsme de standaard. Na veertig jaar van uitholling van het collectief, en de bijzonder succesvolle marketing van de rijken – die alle anderen er steeds succesvoller van weten te overtuigen dat zij het collectief moeten wantrouwen en moeten verwerpen – ligt daar een enorme taak. 

Politieke hervormingen zijn vrijwel altijd losgerukt van elk maatschappelijk kader

De degeneratie van onze politiek naar een versplinterde ophefmachine, waarin vrijwel uitsluitend nog over specifieke, losstaande onderwerpen wordt gedebatteerd, draagt bij aan de ondermijning van het collectief. Zelden of nooit worden maatregelen, hervormingen of grote ideeën als een pakket gepresenteerd, met een duidelijke collectieve en ideologische benadering; vrijwel altijd zijn ze gespecialiseerd en losgerukt van elke groter maatschappelijk kader. Terwijl de onderlinge samenhang van ingrijpende maatregelen extra belangrijk is wanneer mensen moeten inleveren, zoals nu. 

Werken loont te weinig in Nederland, ons onderwijs biedt geen gelijke kansen en ons collectief is veel meer gericht op repareren dan investeren. Dat ondermijnt het geloof in sociale stijging en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Er is sprake van grote tekorten op de arbeidsmarkt en een eroderende sociale cohesie, doordat mensen steeds vaker in bubbels van gelijksoortige andere mensen opgroeien. 

Maar de situatie is heus niet hopeloos; zoals we de afgelopen decennia een paar knoppen heel erg naar één kant hebben gezet, kunnen we de knoppen nu ‘gewoon’ weer terugdraaien. In Sander en de brug doe ik een voorzet, met vijf voorstellen, een pakket waar heel veel gewone Nederlanders achter zouden moeten kunnen staan. Alles cijfermatig onderbouwd door het Instituut voor Publieke Economie. Vanaf 24 januari 2023 bij De Correspondent.

Sander en de brug In de tv-serie ‘Sander en de Kloof’ stelt Sander Schimmelpenninck de ongelijkheid in Nederland aan de kaak. In dit boekje beantwoordt hij de vraag die hij daarna uit alle hoeken kreeg: wat kunnen we eraan doen? Bestel ‘Sander en de brug’ alvast hier