De geleidelijke tragedie van een opgedroogde binnenzee in Centraal-Azië
Tot de jaren zestig gold het Aralmeer als de op drie na grootste binnenzee ter wereld. De visserij floreerde en het water was een welkome afwisseling in een oneindige steppe.
Zestig jaar later zien we de gevolgen van het rampzalige besluit van de voormalige Sovjet-Unie om het gebied in het huidige Oezbekistan te benutten als centrum van de katoenteelt:* de irrigatiekanalen maakten het water brak, de vissen stierven uit, op de drooggevallen bodem vermengden verschillende chemicaliën zich tot kankerverwekkende stofwolken. Van de oorspronkelijke oppervlakte (68.000 vierkante kilometer) bleef een tiende over.
Het verlies van het Aralmeer past bij een zomer waarin overal ter wereld rivieren en meren verdampen – van de Yangtze in China tot het Great Salt Lake in de VS. Kleine lichtpuntjes – een bepaald type garnaal overleeft goed in het zilte Oezbeekse water, toeristen brengen inkomsten naar nabijgelegen kampementen – kunnen niet verhullen dat dit slechts een voorproefje is van een ondraaglijk warme eeuw.
Reisauteur Henry Wismayer bracht een schitterende ode aan het Aralmeer, nu het nog kan. Het fraaiste deel van zijn reportage kan zich meten met het beeldende proza van Paul Theroux’ Azië-odyssee The Great Railway Bazaar: ‘The surface of the lake went mirror-still, and it merged with the sky so that it became impossible to discern where water ended and atmosphere began.’
The Washington Post Magazine: ‘The Lessons of Uzbekistan’s Lost Sea’ (Leestijd: 20 minuten)