Zolang de fossiele industrie subsidies slurpt, is het dweilen met de oliekraan open
Terwijl overheden ambitieuze klimaatverdragen sluiten, gaan ze doodleuk door met het subsidiëren van de fossiele industrie. Met actiegroep Oil Change International voert Laurie van der Burg campagne tegen deze hypocriete praktijken.
Laurie van der Burg (Lelystad, 1990) is er heilig van overtuigd dat we met zijn allen iets kunnen doen tegen klimaatontwrichting. Dat iedereen een steentje kan bijdragen.
Zelf heeft ze jaren gewerkt voor Milieudefensie en samen met advocaat Roger Cox gesleuteld aan een aanklacht tegen Shell. In 2021 won Milieudefensie deze befaamde klimaatzaak: de rechter oordeelde dat Shell in 2030 zijn CO2-uitstoot met 45 procent moet hebben gereduceerd.
Nog voordat de rechter Milieudefensie gelijk had gegeven, was Van der Burg al vertrokken naar een andere activistische organisatie. Niet omdat ze er niet meer in geloofde, integendeel, maar omdat ze ontdekte dat er in de fossiele industrie sprake is van een stuitende praktijk. Terwijl overheden wereldwijd verdragen sluiten om de klimaatverandering tegen te gaan, gaan ze intussen doodleuk door met het subsidiëren van de fossiele industrie. En daar zijn gigantische bedragen mee gemoeid. Op deze hypocriete praktijk richt Van der Burg tegenwoordig haar pijlen, als campagneleider van Oil Change International.
We hebben afgesproken in het Oosterpark in Amsterdam. Even wat frisse lucht, want het moderne actievoeren betekent voor Van der Burg uren spenderen voor de computer, in gesprek met bondgenoten van over de hele wereld. In het park zitten overal mensen gezellig te kletsen. Tientallen kinderen zijn bezig met een eerste opdracht voor school: ze zoeken een vos. Mooi, zo’n groene oase in de stad. Nog voordat we ons bankje bereiken steekt Laurie van der Burg van wal.
‘Twee dagen geleden kwam het Internationaal Energieagentschap met een nieuw rapport, dat laat zien dat de fossiele subsidies in 2021 zijn verdubbeld ten opzichte van het jaar ervoor.* Wereldwijd wordt er nu 700 miljard [dollar] per jaar aan subsidies verleend aan de fossiele industrie – productie en verbruik. Dat heeft ook te maken met de stijgende energieprijzen.’
‘Het trieste is dat daar veel minder geld tegenover staat dat naar klimaatactie of klimaatsteun gaat. Op de klimaattop van 2009 in Kopenhagen hebben rijke landen beloofd om, vanaf 2020, arme landen ieder jaar 100 miljard [dollar] aan klimaatfinanciering te geven. Dat doel is niet bereikt. Het is nu ongeveer 83 miljard per jaar.* Dat bedrag is meer dan zeven keer zo laag dan wat we jaarlijks geven aan de fossiele industrie, die ieder jaar miljarden winst maakt. En daarbij niet betaalt voor de vervuiling die ze veroorzaakt.’
‘Dat is dweilen met de oliekraan open. We kunnen dus echt impact maken door die subsidies te verschuiven en te geven aan landen die dat het hardst nodig hebben. Zodat die landen zich kunnen weren tegen de klimaatimpact die nu al per event miljarden aan schade veroorzaakt. Dan is de hele wereld beter af.’
Waarom ben jij activist geworden? Uit een behoefte aan heroïek?
‘Nee, nee. Toen ik veertien was, leerde ik voor het eerst over klimaatverandering. Mijn leraar aardrijkskunde vertelde dat wij de atmosfeer zodanig vervuilen dat het klimaat door ons toedoen aan het veranderen is. Ik kon daar gewoon niet bij: waarom is niet iedereen in paniek met de handen in de lucht buiten aan het rondrennen?’
Als meisje van veertien raakte je in paniek?
‘Ja, en sindsdien heeft het onderwerp me veel beziggehouden. Toen ik ging studeren heb ik me verder verdiept in de klimaatcrisis. Daar kwam ik erachter dat het een ongelijkheidscrisis is, die de mensen die deze crisis het minst hebben veroorzaakt het hardst raakt.’
Hoe kan dat?
‘De rijke landen hebben met hun industriële activiteiten de afgelopen decennia het meest uitgestoten. De rijkste 10 procent van de mensen op de wereld is verantwoordelijk voor 50 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot,* vanwege hun luxueuze levensstijlen. Ondertussen wordt het mondiale zuiden het hardst geraakt door de klimaatverandering, die we nu al zien.’
Momenteel ligt Pakistan onder water. Daar is voor gewaarschuwd.
‘Dat is een gigantische klimaatramp, waar al meer dan duizend mensen zijn overleden door overstromingen. Een miljoen huizen hebben schade opgelopen of zijn volledig ondergelopen. Ik vind dat zo ontzettend triest. Dit zijn mensen die de crisis niet hebben veroorzaakt, en nu hun broers, zussen, ouders en kinderen verliezen. Tegen dat onrecht moeten we met z’n allen zoveel mogelijk doen.’
Waarom ben je als veertienjarige niet verzand in wanhoop?
‘Door het besef dat er iets aan te doen valt. Zo veel dingen die de klimaatcrisis makkelijk zouden kunnen beteugelen worden nu niet gedaan. In 2012 las ik een artikel van de Amerikaanse milieuactivist Bill McKibben in het tijdschrift Rolling Stone. Hij schreef dat overheden per jaar nog honderden miljarden aan subsidies verlenen aan de fossiele industrie. Terwijl onderzoek laat zien dat het afschaffen van subsidies niet alleen het klimaat beschermt, maar ook voordelen heeft voor de economie. Die subsidies zijn namelijk duur en niet efficiënt. Dat liet mij zien: er valt nog zo veel te winnen.’
Zo wordt het concreet gemaakt.
‘Ja. Greta Thunberg wordt ook vaak gevraagd hoe ze hoopvol blijft, en niet wanhopig wordt. Vaak zeggen mensen dat ze hoopvol zijn vanwege de nieuwe generatie, die gaat het oplossen. Maar de oplossingen moeten nu komen. Greta Thunberg zegt dan ook dat de enige manier om hoopvol te zijn is door actie te ondernemen. Hoe klein ook. Je kan je hoopvol blijven voelen als je iets doet. Dat resoneert bij mij, ook al weet ik dat het niet genoeg is. Als we één winst behalen en er worden ondertussen twee stappen terug gedaan, dan is dat toch nog winst.’
Je bent nu 32, en hebt aan Amsterdam University College gestudeerd. Was dat een links bolwerk?
‘Er waren wel veel linkse studenten. Amsterdam University College wilde eigenlijk een bèta-universiteit worden, maar dat lukte niet helemaal. Amsterdam trekt meer creatievelingen en social science-mensen aan. Maar er waren wel veel linkse studenten bezig met hoe ze de wereld eerlijker kunnen maken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen gelijkere kansen krijgen?’
In een van mijn vorige gesprekken ging het erover hoe het 'neoliberale pact' de curricula van de economieopleidingen aan universiteiten heeft bepaald. Via de ministeries en universiteiten wordt er een neoliberaal discours gedoceerd. Als we mogen hopen op verandering, zit dat dan niet in dit soort opleidingen? Superslimme jonge mensen, zeer gedreven en met een andere kijk op de wereld?
‘Goed onderwijs over de ernst van de klimaatcrisis en de acties die we kunnen ondernemen is essentieel als we de crisis willen aanpakken. Actiegroepen zoals Den Haag Fossielvrij hebben gekeken in hoeverre de fossiele industrie invloed heeft gehad op het Nederlandse onderwijs. Die lieten zien dat de gasindustrie hier meegeschreven heeft aan onderwijs over energie. Via schoolboekjes werd in twijfel getrokken of CO2 wel zo slecht is. Dat laat zien dat er goed onderwijs moet komen over klimaat. Het twijfel zaaien over deze crisis moet niet al in klaslokalen beginnen, en dat heeft de gasindustrie wel geprobeerd.’
‘Er verandert nu zeker iets in het discours. Docenten hebben verhalen te vertellen over de klimaatrechtszaken die zijn gewonnen. Of verhalen over het Amsterdamse verbod op reclame voor fossiele brandstoffen. Die winsten kunnen worden besproken in klaslokalen.’
Hoe ziet het werk van Oil Change International eruit?
‘We houden ons bezig met een eerlijke afbouw van de olie- en gasproductie, in lijn met anderhalve graad [opwarming, red.]. Een eerlijke afbouw wil zeggen dat rijke landen, die daartoe de middelen hebben, het snelst de productie en het verbruik van fossiele brandstoffen afbouwen. Arme landen moeten ook afbouwen, want we hebben ook geen tijd meer voor groei in productie en verbruik daar. Maar zij moeten daarbij ondersteuning krijgen, ook financiële.
‘Aan de andere kant gaat een eerlijke afbouw erover dat de mensen die geraakt worden door de transitie, zoals werknemers in die industrie, steun krijgen vanuit de staat om die transitie goed te doormaken. Zoals mogelijkheden om zich te herscholen.’
‘We richten ons erop dat landen stoppen met het verlenen van vergunningen voor nieuwe olie- en gaswinning. Dat ze stoppen met subsidiëren van fossiele brandstoffen en een plan maken voor die eerlijke transitie. Die eisen waren voorheen taboe, maar inmiddels zijn er landen die zeggen: “De klimaatcrisis betekent dat we geen nieuwe olie- en gasvelden kunnen ontginnen. Dat betekent ook dat we moeten stoppen met die subsidies.” Er zijn nu een aantal landen die geen vergunningen meer verlenen voor olie en gas, en subsidies voor fossiele energie afbouwen.’
Welke landen?
‘Op de klimaattop van Glasgow vorig jaar is er een Beyond Oil & Gas Alliance gelanceerd, onder leiding van Costa Rica en Denemarken. Dat is een coalitie van landen die hebben afgesproken te stoppen met het verlenen van nieuwe vergunningen voor olie en gas.’
‘Op dezelfde klimaattop is ook een ander initiatief gelanceerd om te stoppen met de internationale subsidies voor fossiel. Daar heb ik me de afgelopen twee jaar mee beziggehouden. Dat was een groep van 39 landen en financiële instellingen, die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor meer dan 28 miljard [dollar] per jaar aan internationale financiering voor fossiele projecten.* Zij hebben gezegd per eind 2022 te stoppen met het verlenen van die steun, en die steun te verschuiven naar hernieuwbare energie.’
Dat is een intentie.
‘Ja, en we zien dat de oorlog in Oekraïne ervoor zorgt dat landen terugkrabbelen. Nederland is bezig geweest met het maken van beleid om uitvoering te geven aan deze belofte. Er loopt daar nu een consultatie over. Daarin wordt gesuggereerd dat we die deadline kunnen uitstellen, en de projecten die dit jaar op de lijst staan om goedgekeurd te worden volgend jaar nog wat doorlooptijd kunnen krijgen om goedgekeurd te worden.’
Het gaat om krankzinnige bedragen. Ik las een tweet van filosoof en econoom Ingrid Robeyns: 'We kunnen ook stoppen met de grootverbruikers van fossiele brandstoffen jaarlijks 17,5 miljard aan belastingvrijstellingen te geven. Probleem opgelost.' Als je het hebt over over subsidiëring, dan zit dat in belastingvrijstellingen?
‘In de officiële definitie van subsidies, zoals in een verdrag van de Wereldhandelsorganisatie, omvat dat bijvoorbeeld directe subsidies, belastingkortingen, maar ook internationale publieke financiering. Zelfs een deel van de investeringen die door staatsbedrijven worden gedaan, zoals Energie Beheer Nederland, kan je daartoe rekenen. Die subsidies zijn torenhoog. En er zijn lijsten aan beloften van landen om die subsidies af te schaffen. Nederland heeft al in 2013 in EU-verband gezegd daarmee te stoppen.* Toch blijven ze doorgaan.’
‘Afhankelijk van wat je wel en niet meerekent verschillen de schattingen, maar de bottom line is dat die subsidies gigantisch zijn. Ons onderzoek laat zien dat het afschaffen van die subsidies zo veel voordelen heeft: voor de economie, onze gezondheid, het klimaat. En het vrijgemaakte geld kan worden gebruikt voor sociale vangnetten. Zodat huishoudens een sociaal vangnet hebben als die energierekening omhoog gaat.’
Heeft die industrie überhaupt subsidiëring nodig?
‘Nee, en op dit moment al helemaal niet. Vanwege de oorlog in Oekraïne, en een aantal andere zaken, zijn de energieprijzen zo torenhoog, dat de industrie gigantische winsten maakt. Shell heeft vorig jaar bijna evenveel miljarden dollars aan omzet verdiend als dat ze in het jaar daarvoor verlies draaide. Een van de redenen dat deze industrie subsidies krijgt, is vanwege haar enorm sterke lobby. Ze zorgen gewoon dat ze die subsidies krijgen.’
Met welk argument?
‘Argumenten over de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie, de betaalbaarheid van de energie of energiezekerheid. Dat zijn hardnekkige argumenten die met weinig feiten worden onderbouwd. Onderzoek heeft die argumenten keer op keer uitgekleed. Zo wordt de concurrentiepositie van Nederland sterker als we stoppen met het subsidiëren van onze oude economie en onze industrie voorbereiden op de economie van de toekomst.’
Als campagneleider moet je begrijpen waarom de overheden ontvankelijk zijn voor deze leugens. Hoe wordt dat discours gewonnen?
‘De Nederlandse overheid is verweven met die fossiele industrie.’
Als vrienden of studiemaatjes? Hoe werkt dat?
‘Ze investeren samen in fossiel. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is een joint venture van Shell en Exxon. Die heeft fossiele belangen. En er is een draaideur tussen het bedrijfsleven en de politiek: veel van onze ministers hebben een Shell-verleden.’
‘Daarbij zijn we de afgelopen decennia nog enorm afhankelijk geweest van die sector. Het is een legacy issue: ons huidige systeem is zo afhankelijk van fossiel, dat ze een sterke stem hebben in Den Haag en met angstverhalen komen. “Als we deze subsidies stopzetten, dan verliezen we banen en inkomsten.” Er blijft dan weinig ruimte over om een beeld te schetsen van een alternatieve toekomst, die juist belangrijk is én voor het grijpen ligt.’
Ik zag een tweet van Mohammed Chahim dat Tata Steel dit jaar 15 miljoen euro subsidie krijgt voor ‘indirecte kostencompensatie’. Chahim: 'Op de vraag waarom ze dat krijgen, kan de CEO van Tata Steel geen antwoord geven. Op de vraag of ze die 15 miljoen ook van hun eigen 959 miljoen euro winst zouden kunnen betalen zegt hij: zou kunnen.' Hebben die mannen geen geweten?
‘Ik ben al lang met deze thematiek bezig en denk dat de ceo’s van deze bedrijven zich echt af kunnen vragen of ze een geweten hebben. De fossiele industrie krijgt bijvoorbeeld ook subsidies als compensatie voor het meedoen aan het emissiehandelssysteem. Daarin krijgen ze een beperkt aantal CO2-rechten die ze kunnen verhandelen en kopen. Omdat dat een effect heeft op hun bedrijfsvoering krijgen ze subsidie ter compensatie. Dat is enorm krom en tegenstrijdig.’
Het is ook niet in verhouding.
‘Totaal niet. Je zou zeggen dat er inmiddels, met alle afspraken en wetenschappelijke inzichten, vooruitgang geboekt zou worden. Er zou zo veel geld vrij kunnen komen om in de transitie te steken. Maar met de oorlog in Oekraïne zien we dat een van de eerste reflexen van de Nederlandse regering was om de energiebelasting te verlagen. De accijnzen op benzine en de btw op energie worden verlaagd.* Dat zijn in feite nieuwe subsidies voor die industrie.’
Die worden gematst en de huishoudens niet?
‘Het idee is dat de huishoudens daarmee worden gematst. En huishoudens moeten ook steun krijgen bij het betalen van hun onbetaalbare energierekeningen. Maar in de praktijk profiteren de rijkste huishoudens het meest van deze subsidies, omdat zij de meeste energie verbruiken. Andere maatregelen zijn effectiever, zowel in het aanpakken van die hoge rekeningen als het aanmoedigen van energiebesparingen.’
‘Nederland heeft lang gezegd: “We hebben ons gecommitteerd aan het afschaffen van fossiele subsidies, maar in Nederland hebben we geen fossiele subsidies.” Dat was de lijn van de overheid: “We hebben hier geen fossiele subsidies, dus wij hebben al uitvoering gegeven aan die belofte.”’
Wat hypocriet.
‘Ja, we hebben in kaart gebracht welke fossiele subsidies er zijn in Nederland. In reactie daarop zijn er moties ingediend en parlementaire vragen gesteld. Toen heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan de OESO en het Internationaal Energieagentschap gevraagd om die subsidies voor Nederland in kaart te brengen. Daar bleek dat er wel degelijk flink hoge subsidies in Nederland worden verleend aan de fossiele industrie.’
‘Vervolgens stond in het coalitieakkoord van onze huidige regering dat de vervuiler moet gaan betalen.* En dat er betere prijsprikkels komen voor de transitie. Er waren voorstellen om een aantal subsidies af te schaffen, bijvoorbeeld een ticketbelasting voor vliegen te verhogen* of energiebelastingkorting voor de glas- en tuinbouw af te schaffen.* Maar ondertussen wordt er dan weer een rijtje aan nieuwe subsidies geïntroduceerd. Vaak wordt aan de ene kant een belofte gedaan, maar aan de andere kant drie stappen teruggezet. De belofte om tot actie over te gaan is geen garantie dat er echt wat gebeurt. In de campagnewereld merk je hoe belangrijk het is om er bovenop te blijven zitten.’
Die lobbywereld zit ook achter gesloten deuren. Zou je daar niet dolgraag bij willen zijn?
‘Ja, soms ben je erbij. Er zijn stakeholderoverleggen door de ministeries. Daar zijn zowel de industrie als de non-profitsector en de wetenschap vertegenwoordigd. Dan zie je het narratief van de industrie live. We kunnen ook wel deels in kaart brengen hoe groot die lobby is, omdat er op EU-niveau sterke regulatie is. Onderzoek laat zien dat Shell sinds het Parijsakkoord 200 miljoen heeft uitgegeven aan lobby om klimaatbeleid te vertragen of te ondermijnen.’
Je weet hoe sterk die lobby is. Wat kun je als kleine club strategisch doen?
‘Publieke druk is het belangrijkste. Voordat ik in de campagnewereld ging werken, zat ik in het onderzoek. In Londen onderzocht ik fossiele subsidies. Ik realiseerde me al gauw dat je alle wetenschappelijke argumenten aan je kant kan hebben staan, dat je aan overheden heel duidelijk kan maken welke stappen ze kunnen ondernemen en hoe ze daarvan profiteren, en dat dit toch niet genoeg is om actie af te dwingen. Vanwege die ijzersterke lobby en de belangen. Het is geen economisch probleem, dit is een politiek probleem. En dus hebben we publieke druk nodig om tegendruk te bieden aan de macht van de fossiele industrie. Daarom heb ik de overstap gemaakt naar campagnevoeren.’
Heb je ook goede taal nodig?
‘Zeker. In de klimaatzaak waren we lang bezig met die ellenlange dagvaarding, waarin we alle wetenschappelijke en juridische argumenten op een rijtje zetten om de rechter zo goed mogelijk te overtuigen. Toen is een duo van theatermakers, Anoek Nuyens en Rebekka de Wit, met die dagvaarding aan de haal gegaan. Ze hebben De zaak Shell gemaakt. Ik was verbijsterd hoe ze het verhaal van die zaak op zo’n andere manier konden neerzetten door het theater als kunstvorm te gebruiken. Met emoties die we niet kwijt konden in die dagvaarding.’
En met perspectiefwisselingen.
‘Ja. Dan zie je hoe krachtig verhalen vertellen kan zijn, om mensen te activeren op deze problematiek. Het kwartje te doen laten vallen.’
Op 28 juni 2022 hebben de G7-landen een akkoord van hun eigen milieuministers verzwakt.* Dat was een akkoord om voor het einde van het jaar te stoppen met het financieren van fossiele brandstoffen. Daar gaat het om inmiddels 33 miljard dollar aan subsidie. Hier raken we aan het effect van de oorlog. Is dat een gemene stoorzender voor jullie strijd?
‘Ja. We boekten vorig jaar in Glasgow een grote overwinning: voor het eerst maakten landen internationaal een afspraak om niet alleen te stoppen met het financieren van kolen, maar ook met olie en gas. Dat waren bijna alle G7-landen, behalve Japan. Toen hebben we onze energie gericht op de G7 om te zorgen dat die afspraak ook daar zou komen te liggen. In mei is het gelukt om Japan mee te krijgen,* dat hadden we niet verwacht.’
Japan is een grote speler.
‘Ja, en Japan ligt graag dwars. Dat was een grote overwinning. Bij de G7-top in juni zagen we dat met name Duitsland zich inzette om die afspraak te verzwakken en meer ruimte te creëren voor investeringen in gas, vanwege de oorlog in Oekraïne.’
En opnieuw infrastructuur te bouwen.
‘Dat dreigt echt roet in het eten te gooien voor de klimaatactie die we nu nodig hebben. Bovendien is het geen oplossing voor de huidige crisis, want die gasprijzen zijn torenhoog. Nieuwe infrastructuur gaat decennia mee, dus hiermee versterk je die afhankelijkheid. Je maakt je kwetsbaar voor geopolitieke crises en volatiele energieprijzen. Zoals het hoofd van het Internationaal Energieagentschap zegt: de enige langdurige oplossing is investeren in hernieuwbare energie,* in zon en wind. Dat is ook de beste manier om die energieprijzen weer omlaag te krijgen. Dus we moeten sparen en volledig inzetten op zon en wind.’
‘Maar als het gaat om energiebesparende maatregelen, vraagt minister Rob Jetten of we in maart misschien de thermostaat een graadje lager kunnen zetten. Ondertussen doen ze in Duitsland een experiment met drie maanden publiek transport voor 9 euro per maand. Dat heeft het verbruik van energie enorm omlaag gebracht.’
Heeft dat gewerkt? Want die treinen zaten bomvol.
‘Ja, het heeft 1,8 miljoen ton aan CO2 bespaard.* Ook in Spanje heeft de overheid gezegd dat ze bedrijven gaan verplichten om de airco op maximaal 27 graden en de verwarming op maximaal 19 graden te zetten.* De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie heeft ook in kaart gebracht dat we zo veel te winnen hebben door energiebesparing. Daar moet onze energie naartoe.’
Je hebt jaren voor Milieudefensie gewerkt aan de zaak tegen Shell. Zijn rechtszaken tegen fossiel een goede route?
‘Zeker. We moeten grote olie- en gasbedrijven juridisch ter verantwoording roepen. De afgelopen decennia is er met polderen geen beweging gekomen. Er is juridische druk nodig om die bedrijven in beweging te krijgen. En bestuurdersaansprakelijkheid. Als het aanklagen van een bedrijf niet leidt tot verandering, dan moeten we kijken naar de bestuurders. Zij dragen eindverantwoordelijkheid voor die bedrijven. We zullen die juridische weg ook steeds meer zien in de context van financiële stromen. Banken en overheden die subsidies verlenen aan de fossiele industrie zullen met rechtszaken ter verantwoording worden geroepen.’
Je hebt het veel over druk uitoefenen op de overheid, via het publieke debat. Is een rechtszaak een publicitair interessant instrument om die publieke druk op te voeren?
‘Ja, en het biedt de kans om de rechter te vragen objectief naar de wetenschap en ons juridisch stelsel te kijken. Hoe verhouden die zich tot elkaar? In de kranten en op de televisie kan er van alles worden geroepen. Shell kan zeggen: “Wij compenseren uitstoot door bomen te planten en CO2-neutraal te rijden.” Zo worden we continu blootgesteld aan allerlei misleiding.’
‘Maar in een rechtszaak is het voor Shell niet mogelijk om het ene te zeggen en het andere te doen. Daar komen de feiten echt op tafel, en die worden door een onafhankelijk orgaan getoetst. We moeten die juridische route meer gaan gebruiken, maar dat is niet de enige. We hebben ook mensen nodig die zich organiseren en energiecoöperaties oprichten. We hebben ook mensen nodig die zich binnen bedrijven bezighouden met verduurzamen. Mensen die een weg blokkeren om zo aandacht te vragen. We hebben alle strategieën tegelijk nodig.’
De balans slaat vaak over naar de stroperigheid van de crisis, maar er gebeurt ook veel goeds. Zijn er grassrootsinitiatieven rondom energie die geweldig zijn?
‘Ja. Je hebt de FIXbrigade in Amsterdam, die zich bezighoudt met het isoleren van woningen. Daarbij richten ze zich vooral op huishoudens met een kleinere portemonnee en werken ze ook met mensen die minder goed toegang hebben tot de arbeidssector. Een sociaal gedreven initiatief dat milieuproblematiek aanpakt en ook zorgt voor geldbesparing. Dat kan op grotere schaal uitgerold worden. Zo zijn er nog honderden andere initiatieven. Kijk maar naar de Duurzame 100 van Trouw ieder jaar.’
Wat vind jij het mooist?
‘Ook wel die juridische route. Er zit een winst in het aantal klimaatrechtszaken dat wordt aangespannen én gewonnen. Daarbij hebben verschillende steden een verbod ingevoerd op fossiele reclame. En in Nederland gaat worden geëxperimenteerd met een burgerberaad, wat kan zorgen voor een democratischere aanpak van de problematiek. Dat initiatief is vanuit de grassroots opgezet, en ligt nu bij de Nederlandse regering. Dat zijn dingen waar ik energie uit haal. Daar zitten oplossingen, en die kant moeten we op.’
Een lid van De Correspondent legde mij de vraag voor: waarom zou de overheid geen fossiele bronnen mogen subsidiëren zolang de klimaatdoelstellingen maar worden gehaald?
‘De vraag is hoe je die klimaatdoelstellingen definieert. Heb je het echt over anderhalve graad? Wij zitten niet on route om daaronder te blijven, terwijl we met 1,2 graden al in een diepe klimaatcrisis zitten. Dus er is veel meer nodig om die olie- en gasproductie in gebruik omlaag te brengen.’
Het is een illusie om te denken dat je nog een tijdje toe kunt met fossiele brandstoffen?
‘Precies. Het is een illusie om te zeggen dat we nu goed bezig zijn. De VN heeft in kaart gebracht dat komende tien jaar de productie ieder jaar met 6 procent omlaag moet, terwijl we nu nog ieder jaar 2 procent meer produceren. Fossiel was afgelopen tien jaar verantwoordelijk voor 86 procent van de CO2-uitstoot. Als we dit probleem niet bij de bron aanpakken en gaan afbouwen, is het dweilen met de oliekraan open.’
Hij kwam daarna met het achterliggende vermoeden dat alles voor een activist ondergeschikt kan zijn aan het gekozen doel van beperken van klimaatverandering. Zelfs het opofferen van vrijheden. Hoe ver ben jij bereid te gaan?
‘Dat hebben we ook deels gedaan met de coronacrisis. Daar is onze vrijheid flink beperkt geweest om die pandemie in te dammen. Daar was niet iedereen het mee eens, maar het kon wel. Het is gelukt. Nu is het goede nieuws dat het niet nodig is om onze vrijheid zo enorm in te perken om die klimaatdoelen te halen. Volgens de VN kunnen we dat doen met de technologie die we hebben. We kunnen kosten besparen door volledig om te schakelen naar hernieuwbare energie. Dan hebben we ook schonere lucht en een betaalbare energierekening. Er wordt ook vaak gezegd dat we er dingen voor moeten opgeven, maar we krijgen er juist veel voor terug.’
‘Er zijn ook limieten aan wat we kunnen doen. Ik werk veel met partners in het mondiale zuiden, die bijvoorbeeld actievoeren tegen de aanleg van nieuwe oliepijpleidingen. Zij zetten hun leven op het spel om die pijpleidingen te stoppen, want ze kunnen gevangen worden gezet of vermoord vanwege hun activisme. Dat betekent dat wij bepaalde dingen niet kunnen doen om de veiligheid van onze collega’s in het zuiden te beschermen. Dan gaat hun veiligheid voor.’
Zou jijzelf bereid zijn om je leven te offeren? Hier in Brussel, Berlijn of Amsterdam is het niet aan de orde. Maar het is aan de orde bij mensen met wie je werkt. Dat kan dichtbij komen.
‘Dat is een grote vraag. Er zijn ook journalisten van The Guardian die na verslagleggingen van milieuproblematiek in Brazilië zijn verdwenen. Als ik denk aan de risico’s die mijn collega’s in andere delen van de wereld lopen, voel ik een nog grotere verantwoordelijkheid om vanuit mijn veilige en beschermde positie te doen wat ik kan doen.’
Ik hoop van harte dat je nooit zal hoeven te kiezen.
‘Voor mensen die zich hopeloos voelen: er is zo veel wat we samen kunnen doen, en er is nog zo veel winst te behalen. Je kan je aansluiten bij een actiegroep, een energiecoöperatie oprichten. Of aanpassingen maken in je eigen levensstijl. We hoeven niet terug te kruipen in ons hoekje. We kunnen ons met elkaar verbinden en samen tot actie overgaan. Er zijn nog veel feestjes te vieren in de toekomst als we ons nu allemaal inzetten voor een beter klimaatbeleid, en daar hebben we allemaal baat bij.’