Als je vroeger op het knopje van de televisie drukte, keek je naar televisieprogramma’s. Dat was het. Tegenwoordig word je bekeken door bijna ieder apparaat op wier knopje je drukt. Onder de motorkap van die apparaten circuleert een onbeschrijfelijke hoeveelheid data over wie wij zijn, waar wij zijn en wat wij doen. En het is onmogelijk voor ons om dat allemaal te doorzien.

We kunnen niet van mensen verwachten dat zij begrijpen op welke manier technologie wordt gebruikt om hun gedrag te monitoren. Uit mijn blijkt bijvoorbeeld dat ongeveer 75 procent van de mensen niet weet of niet begrijpt wat de betekenis van het woord ‘privacy policy’ is. Zo gek is dat ook niet: het is ondoenlijk voor een iemand zich niet professioneel bezighoudt met thema’s als privacy, surveillance en technologie, om bij te houden wat er allemaal kan en gebeurt.

In de VS - en ook steeds meer in Europa - zijn er veel bedrijven die ons willen leren kennen. Zij verzamelen informatie over ons die wordt gebruikt om te begrijpen wie we zijn en hoe waardevol we zijn. Zo kunnen zij ons gerichter producten verkopen, maar het stelt hen ook in staat om het risico te berekenen of iemand een lening wel terug kan betalen.

Wat als je geen werk krijgt door je dataprofiel?

Het schrikbeeld van de verzamelwoede van bedrijven en de steeds geraffineerdere persoonsprofielen is dat sommige individuen daar in de toekomst grote schade van gaan ondervinden. Dat ze geen werk meer kunnen vinden vanwege hun dataprofiel. Of dat de verzekeringsmaatschappij een hogere premie vraagt, omdat iemands dataspoor een ongezond leven verraadt. Hoewel ik denk dat dit een reële mogelijkheid voor de toekomst is, maak ik me meer zorgen over de op het oog kleinere gevolgen.

Wat doet het met je als je erachter komt dat jij consequent andere aanbiedingen krijgt dan andere klanten?

Vroeger ging je naar de winkel en wist je dat jouw dollar evenveel waard was als die van andere klanten. Nu gaan we steeds meer naar een wereld toe waarbij de winkel al allerlei ideeën heeft over iedere klant en hij zodoende de ene klant waardevoller acht dan de andere. Wat doet het met je als je erachter komt dat jij consequent andere aanbiedingen krijgt dan andere klanten?

Niet alleen advertenties en aanbiedingen zullen in toenemende mate per persoon verschillen, ook de inhoud van websites zal worden gebaseerd op wie je bent en wat je voorkeuren zijn. Televisieshows zullen zich aanpassen aan wat de makers van je weten. Wat betekent het om in een samenleving te leven waarin mensen in de publieke sfeer anders worden benaderd vanwege de informatie die over hen is verzameld? Wat doet het met de democratie? Wat als straks iedereen continu over zijn schouder kijkt om te zien hoe hij wordt gezien?

Les in privacy

Er zijn in mijn ogen twee manieren om hier iets tegen te doen: door mensen bewust te maken en door gericht beleid. Eigenlijk zouden we al op de lagere school moeten beginnen met uitleggen hoe ict en dataverzameling werkt. Laatst was ik bij een vriend van vijftig die niet wist dat zijn smartphone een surveillance- en marketingapparaat is. Hij gaat het ook niet meer leren; je moet jong beginnen.

Die kennis moet een integraal onderdeel worden van algemene vakken als literatuur, geschiedenis en wiskunde. De meeste studenten weten maar al te goed hoe ze een telefoon moeten gebruiken, maar niet hoe die echt werkt en wat die van hen weet.

Daarnaast is het zaak dat beleids- en wetmakers privacy op een andere manier gaan benaderen. In de VS gaat privacy bijna alleen maar over het individu. Maar we moeten gaan begrijpen dat privacy en surveillance - de wijze waarop bedrijven en overheidsdiensten ons gedrag registreren - niet los van elkaar te zien zijn. Op die manier wordt duidelijk dat mijn privacy ook altijd betrekking heeft op jouw privacy. Want niet alleen het individu wordt gesurveilleerd, ook diens relaties met anderen.

Ik zal vandaag een van de panelleden zijn tijdens een discussie over behavioural targeting op Information Influx. Dit was de laatste van vier gastbijdragen van wetenschappers die deelnemen aan dit symposium.

Let op: deze gratis online dienst kost u meer dan u denkt Het is zo goed als onmogelijk om aan online surveillance door bedrijven te ontkomen, schrijft Chris Jay Hoofnagle van de University of California, Berkeley. Het wordt tijd om het begrip ‘gratis’ op internet te herdefiniëren en te heroverwegen, stelt hij. Lees hier de bijdrage van Chris Jay Hoofnagle Als u niet akkoord gaat met deze onleesbare privacyvoorwaarden, klik toch maar op OK In theorie wordt onze online privacy goed beschermd door de wet: internetbedrijven moeten bezoekers informeren over wat er met hun gegevens gebeurt. Maar in de praktijk leest niemand de privacyvoorwaarden - en hebben ze dus ook geen zin. Het wordt tijd voor strengere eisen, schrijft Frederik Zuiderveen Borgesius, onderzoeker aan het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam. Lees hier de gastbijdrage van Frederik Zuiderveen Borgesius Hoe robots onze privacywetgeving gaan veranderen Technologische ontwikkelingen wijzen erop dat we binnen tien of vijftien jaar nieuwe spelers kunnen verwachten die mens noch dier zijn, maar ook geen dingen. Deze robots zullen verregaande consequenties voor de privacywetgeving hebben, betoogt hoogleraar Mireille Hildebrandt in een gastbijdrage. Lees hier de gastbijdrage van Mireille Hildebrandt Big Business is watching you Met geavanceerde trackers op websites slaan onbekende bedrijven talloze persoonsgegevens van ons op. Hoewel er miljarden aan worden verdiend, weet niemand wat deze bedrijven er precies mee doen. Deel 1 in een serie over de verborgen economie achter het web. Lees hier het artikel over online trackers terug


Dit gebeurt er allemaal onder de motorkap van je smartphone Eerder schreven we over onlinetrackers die ons gedrag registeren via pc’s en laptops. Vandaag het vervolg: wat houdt het apparaat in onze broekzak allemaal over ons bij? Na langdurig onderzoek naar 85 populaire apps ontdekte correspondent Dimitri Tokmetzis hoe de smartphone vol privacygevoelige lekken zit. Lees hier het artikel over de datalekken in de smartphone terug Nee, je hebt wél iets te verbergen In discussies over privacy duikt steeds dit argument op: ‘Ik heb niets te verbergen’. Waarom zou je je dan zorgen maken over de NSA of Facebook? Correspondenten Rob Wijnberg en Maurits Martijn geven elf redenen waarom dit een fundamenteel verkeerd argument is. Lees hier het stuk tegen het niks-te-verbergen-argument terug