VVD en CDA draaien op de Transwet: hoe #ophef het altijd van inhoud wint
Als de Tweede Kamer een oven was, stond hij de afgelopen dagen even lekker op standje oververhitting.
Op de bakplaat: de wetswijziging die het straks makkelijker moet maken voor transgender personen om hun geslachtsregistratie aan te passen. Nu is daar nog een deskundigenverklaring voor nodig, van een zorgverlener die bevestigt dat de aanvrager de ‘duurzame overtuiging’ heeft tot het andere geslacht te behoren. In de praktijk betekent dit vooral een dure en bevoogdende drempel, waarvan nota bene de zorgverleners zelf zeggen dat hij eigenlijk weinig nut heeft.
Toch waren met name de rechts-conservatieve en populistische oppositiepartijen helemaal mee met het frame dat de afgelopen weken ook op Twitter en in bushokjes werd gedebiteerd: deze wetswijziging zou de sluizen openzetten voor allerhande onheil. Vrouwensport zou overspoeld worden met mannelijke valsspelers, aanranders zouden vrijelijk damestoiletten en kleedruimtes kunnen binnenlekken, en de voorgestelde leeftijdsverlaging, waardoor jongeren onder de zestien straks bij de rechter om een geslachtswijziging mogen verzoeken, zou het welzijn van kinderen met onbevangen vraagtekens over hun genderidentiteit ernstig schaden.
Aan de coalitiepartijen de opdracht de thermostaat wat lager te draaien. Maar zowel CDA als VVD en ChristenUnie lieten dat afweten – ook deze partijen spraken in het debat grote twijfels uit. Vooral voor VVD en CDA is dat opmerkelijk. De wetswijziging werd vorig jaar immers door een VVD-minister ingediend. En in een commissiedebat in 2019 zei het CDA het vervallen van de deskundigenverklaring nog te steunen.*
Maar de afgelopen dagen draaiden CDA en VVD ineens zo hard dat we er allen duizelig van werden. Waarom?
Je beperken tot de kern van een debat is wel heel beperkend!
Al vanaf de eerste inbreng van Kamerlid Roelof Bisschop (SGP) bleek dat het moeilijk zou worden het Kamerdebat schoon te houden van zaken die niet ter zake doen. Na zijn betoog vol zorgen over medische trajecten voor trans jongeren en kinderen die zouden lijden onder de transitie van hun ouders, maakte Sylvana Simons (Bij1) een punt van orde: zouden de Kamerleden zich in dit debat willen beperken tot waar het over ging? Een administratieve wijziging, die niets met transgenderzorg, toiletten of sport te maken heeft?
Aldus Bisschop: ‘Natuurlijk gaat het hier over de geslachtsregistratie. Maar het is toch wel erg beperkt als je je alleen daartoe beperkt.’
Tja. Het is lastig stemmingmaken over een administratieve formaliteit die eigenlijk niet veel meer bepaalt dan de letter in je paspoort of de aanhef boven brieven van de Belastingdienst. Dingen die de levens van trans mensen een stuk fijner en veiliger kunnen maken, maar verder weinig om het lijf hebben.
Het is lastig stemmingmaken over een administratieve formaliteit die niet veel meer bepaalt dan de letter in je paspoort
Neem de sport. Meerdere Kamerleden vroegen zich in al dan niet hysterische bewoordingen af of mannen met vrouwenpaspoorten zich straks in vrouwencompetities mochten melden. Het antwoord is simpel: nee. In de meeste topcompetities gelden inmiddels lichamelijke richtlijnen voor de vrouwencategorie, waardoor zelfs vrouwen die al hun hele leven een v’tje in hun paspoort hebben (Caster Semenya, Dutee Chand) toch geweigerd werden. Hoe hard ze ook met hun identiteitspapieren wapperden. Anders gezegd: die boeien dus niet.
En ja, dat je iets wenst te regelen voor veroordeelde zedendeliquenten die van de mannen- naar de vrouwengevangenis willen overstappen, snap ik. Vooral omdat je daarmee de bewegingsruimte van mensen beperkt op basis van wat ze op hun kerfstok hebben, en niet de vrijheden van een hele groep inperkt op basis van incidenten of vage verdachtmakingen. Maar even: moeten we dit niet regelen in de Wet voor het gevangeniswezen? Waarom gaat het er in deze wetsbespreking over?
Al met al werd in het Kamerdebat, net als in de maatschappelijke discussie die eraan voorafging, alle kritiek op de transgender gemeenschap en haar politieke doelen op een hoop geveegd, en met veel moeite in de nauwe uitsparing van deze ene wetsbespreking gepropt. Waardoor de focus op waar het werkelijk om draait volledig verloren ging.
VVD en CDA rechten de rug, maar verraden hun slappe ruggengraat
Deze vertroebeling van de discussie over de Transgenderwet had echter wel degelijk effect. Het leidde tot een draai bij coalitiepartijen CDA en VVD, waardoor het nu onzeker is of de wetswijziging het gaat halen.
Zoals CDA-lid Raymond Knops vrij letterlijk zei in zijn inbreng: het onderscheid tussen een administratieve wijziging en andere transgender kwesties kun je theoretisch wel maken, maar de discussie in de samenleving is veel breder. Oftewel: als de samenleving een saaie wetswijziging opstuwt tot een woeste stroomversnelling waarin álle kritiek op de trans gemeenschap zomaar meedrijft, dan laat het CDA zich gewillig meevoeren. Hoe feitenvrij en irrationeel die modderkolk ook is.
Het beeld rijst van een politiek waarin opnieuw de ophef regeert. Is het omdat CDA en VVD het zo slecht doen in de peilingen, vanwege alle onpopulaire beslissingen die ze op andere dossiers moeten nemen? Of willen ze alleen een omtrekkende beweging veinzen, om voor het oog van de camera te laten zien dat ze de zorgen van de afgehaakte burger wel degelijk serieus nemen? Om zich later toch tot een positieve stem te laten verleiden?
Hoe dan ook: hun plotselinge aarzeling is het zoveelste voorbeeld van hoe het populisme wint. Door enkel de toon van het debat te zetten, kun je de wind in zijn geheel doen draaien. Waardoor partijen als VVD en CDA zich genoodzaakt zien krampachtig hun rug te rechten – terwijl dat vooral verraadt hoe slap hun ruggengraat in werkelijkheid is.
Gelukkig is het nog niet te laat. De verdere behandeling van deze wet en de stemming zijn tot nader order uitgesteld. Dus, mijn oproep aan CDA en VVD: probeer bij te draaien. Nu het nog kan.