Hoe de totalitaire theocratie van Franco’s Spanje duizenden baby’s ontvoerde

Het is dat Francisco Franco in 1975 het loodje legde, anders had de Spaanse dictator ongetwijfeld met instemming geknikt bij Margaret Atwoods dystopische roman The Handmaid’s Tale. Terwijl de nazi’s invulling gaven aan hun ideologie door nietsontziende genocide, sloeg het fascistische regime in Spanje de handen ineen met de katholieke kerk.

Van eind jaren dertig tot diep in de jaren tachtig, zelfs na Franco’s dood, haalden nonnen in ziekenhuizen duizenden baby’s weg bij hun moeders – vaak afkomstig uit de arme, linkse arbeidersklasse. Het idee was om het zogenaamde marxistische ‘rode gen’ in hun bloed te onderdrukken door de kinderen een streng christelijke, traditionele opvoeding te geven. Moeders werden gedrogeerd en later werd hun wijsgemaakt dat hun kroost doodgeboren was of vlak na de geboorte was overleden. Wat ze niet wisten, was dat hun baby op dat moment werd verkocht aan Franco-lievende stellen onder het mom van ‘adoptie’.

The New York Times zet schrijnend uiteen hoezeer Spanje nog altijd worstelt met zijn totalitaire verleden. Rechters bleven jarenlang weigeren zich over ontvoeringszaken te buigen. Pas in 2007 kwam de regering met wettelijke erkenning voor de ontvoerde kinderen en hun biologische ouders. En het duurde zelfs tot 2019 voordat de stoffelijke resten van Franco uit zijn pompeuze grafmonument nabij Madrid werden weggehaald.

The New York Times Magazine: ‘Taken Under Fascism, Spain’s “Stolen Babies” Are Learning the Truth’ (Leestijd: 40 minuten)