In het uitgestrekte universum bevinden zich momenteel op koolstof gebaseerde wezens die wij mensen noemen. De meesten zijn geïnteresseerd in de werking van de kosmos waarin ze zich bevinden. En toch bepaalt slechts een klein aantal van hen wat er wordt bestudeerd en hoe, en wie daaraan mag deelnemen.

Zo omschrijft de Amerikaanse kosmoloog en deeltjesfysicus Chanda Prescod-Weinstein het probleem met haar vakgebied. We zien de ruimte graag als gemeenschappelijk erfgoed van de hele mensheid, Maar de wetenschappelijke bril waarmee we namens de hele mensheid naar boven turen, houdt juist veel ongelijkheid in stand.

Het heelal brengt ons samen, maar verdeelt ons ook

Die ongelijkheid loopt als een dikke draad door haar boek The Disordered Cosmos. A Journey into Dark Matter, Spacetime, and Dreams Deferred. Prescod-Weinstein is de eerste zwarte vrouw die promoveerde in de theoretische kosmologie, de wetenschap die de structuur van het heelal onderzoekt om tot theorieën te komen over het ontstaan van ons universum. Ze heeft een voorliefde voor de allerkleinste natuurkundige deeltjes waaruit de kosmos is opgebouwd. Maar ook de kleine deeltjes die ons sociale weefsel vormen, legt ze in het boek onder de loep: blokjes geschiedenis, vooroordelen, aannames. 

Ze vraagt zich af hoe de wetenschap die zij bedrijft door de eeuwen heen tot stand kwam en welke wereld- en mensbeelden eraan ten grondslag liggen. En passant laat ze zien hoe de sterrenhemel niet alleen mensen samenbrengt, maar ook diep verdeelt.

Moreel kompas versus wetenschappelijke realiteit

The Disordered Cosmos is een achtbaan, van het goede soort. Wetenschapsgeschiedenis en theorieën over worden afgewisseld met Prescod-Weinsteins persoonlijke verhaal en de dilemma’s waar ze in haar werk mee te maken kreeg. 

Haar morele kompas botst nogal eens met de wetenschappelijke realiteit. Nog tijdens haar studie krijgt ze in 2001 een eerste baan aangeboden, bij het Mauna Kea-observatorium op Hawaï. Dat werd eind jaren zestig op grond die zij als heilig beschouwen. Een staaltje wetenschappelijk kolonialisme, stelt Prescod-Weinstein. Hoewel ze het werk hard nodig heeft om haar studieschuld af te lossen, besluit ze het af te slaan. 

De chaos van het alledaagse leven beïnvloedt nu eenmaal hoe je naar de kosmos kijkt

En dan is er een dilemma van een heel andere orde. Als Prescod-Weinstein tijdens een conferentie wordt verkracht door een vooraanstaand wetenschapper, twijfelt ze of ze aangifte moet doen. Ze schat in wat een rechtszaak zou betekenen: het is haar woord tegen het zijne, het zou een slepend verhaal worden en ze wil niet dat haar naam verbonden raakt aan een verkrachtingszaak die de aandacht wegtrekt van haar wetenschappelijke werk. Uiteindelijk besluit ze niet naar de politie te stappen. Haar verkrachter komt ze nu en dan tegen op recepties en conferenties, met de paniekaanvallen leert ze omgaan.

‘Niemand wil over verkrachting lezen in een hoofdstuk over hoe cool deeltjesfysica is, schrijft Prescod-Weinstein. Maar de chaos, ongelijkheid en uitsluiting van het alledaagse leven beïnvloeden nu eenmaal hoe je naar de kosmos kijkt. Zonder zelfbeklag laat Prescod-Weinstein zien wat het betekent om te excelleren in een wereld die niet in jouw voordeel is ingericht.

Oog voor het ongeziene

Ondanks Prescod-Weinsteins kritiek op haar werkveld is The Disordered Cosmos ook een liefdesverklaring aan de kleinste deeltjes die we kennen en aan de menselijke nieuwsgierigheid die ze in beeld bracht. Al in het eerste hoofdstuk – getiteld ‘I Love Quarks’ – beschrijft Prescod-Weinstein hoe de deeltjesfysica haar keer op keer leert hoe bizar en wonderschoon het universum is.

Tegelijkertijd vraagt ze zich af wat de diepste drijfveer is van ons verlangen alles te ontrafelen. Welke rol spelen macht en controle daarin? Is nieuwsgierigheid wel zo onschuldig? En waarom bevraagt de wetenschap alles maar niet zichzelf? Die blinde vlek is weinig wetenschappelijk, vindt de kwantumgeleerde. ‘I fight science with science’, grapt ze ergens op driekwart van het boek.

Het definiëren van wetenschap is net zo rommelig als het bedrijven ervan

Uit het boek spreekt een verlangen naar volledigheid, het vullen van leemtes. In beschrijvingen van en zwarte gaten noemt ze steeds de namen van hen die de grote ontdekkingen deden maar niet in de geschiedenis werden opgenomen. Vrouwen, mensen van kleur, soms hele samenlevingen.

De kanaka maoli bijvoorbeeld, die de koloniale overheersers in eerste instantie op Hawaï verwelkomden en de plekken toonden waar zij al eeuwen de kosmos bestudeerden. Hun perfecte observatiepunten werden overgenomen en zijn inmiddels volgebouwd met westerse telescopen, waaronder dus dat observatorium waar Prescod-Weinstein besloot niet te gaan werken. De kennis van de kanaka maoli wordt niet tot ‘echte’ wetenschap gerekend. Maar het definiëren van wetenschap, stelt Prescod-Weinstein, is net zo rommelig als het bedrijven ervan.

The Disordered Cosmos is een pijnlijke herinnering aan de talloze blinde vlekken die de mens vergezellen op de zoektocht naar kennis. Blinde vlekken die de komende decennia steeds verder met ons mee het heelal in zullen reizen. Maar het boek laat ook zien dat de leemtes gevuld kunnen worden door mensen met oog voor het ongeziene. Als we naar elkaar zouden kijken met de precisie waarmee we het heelal in turen, wordt onze kosmologie pas echt universeel.

Meer lezen?

Hoe komen witte mannen toch zo geniaal, vragen witte mannen in de wetenschap zich af Darwin deed jarenlang onderzoek voordat hij conclusies trok. Maar dat mannen intelligenter, energieker en geiler zijn dan vrouwen, stond voor hem al van tevoren vast. Pas sinds de komst van vrouwelijke wetenschappers worden oude, seksistische paradigma’s in de biologie langzaam afgebroken. Het toelaten van niet-witte perspectieven is de volgende horde. Lees het artikel van Thomas Oudman hier