Deze week: Waarom wonen in de stad zó duur is.

Josta van Bockxmeer
Correspondent Wonen

Elke week zetten we vijf artikelen van de afgelopen week nog even extra in het zonnetje. Maar eerst: correspondent Wonen Josta van Bockxmeer over de structurele redenen achter de stijgende huisprijzen.

Hoe langer ik over de wooncrisis schrijf, hoe meer de complexiteit ervan tot me doordringt. Het tekort aan huizen, de hoge rente, de afbraak van de sociale huursector: er zijn ontzettend veel redenen waarom veel mensen niet aan een betaalbare woning kunnen komen. 

Het gekke is dat het in het publieke debat vaak lijkt alsof er juist één simpele, fundamentele oorzaak is: een tekort aan huizen. 

Dat lijkt logisch, want producten worden nu eenmaal duurder als het aanbod kleiner is dan de vraag. 

Nieuwbouw heeft inderdaad invloed op de kosten: De Nederlandsche Bank schreef eerder dat als het woningtekort met 1 procentpunt afneemt (van 4 naar 3 procent, bijvoorbeeld), de huizenprijzen dalen met 2 procent. 

Maar die daling is niets vergeleken met de enorme stijgingen de afgelopen jaren. Om te begrijpen waar die vandaan komen, is het belangrijk te kijken naar de onderliggende, structurele redenen achter de hoge huizenprijzen.

Over een van die oorzaken publiceerde ik afgelopen week een artikel. Wie een woning zoekt, wil niet zomaar een huis. Veruit de meeste mensen zoeken een woning op een bepaalde plek

Dat betekent dat er op populaire plekken (lees: grote steden) steeds weer nieuwe mensen willen wonen. En dat bijbouwen er dus niet toe leidt dat de vraag naar huizen op een gegeven moment verzadigd is.

Voor mij leidde dit inzicht tot een radicaal andere kijk op de wooncrisis. Het gaat er niet om hoeveel woningen erbij moeten komen. De vraag moet zijn: wat maakt bepaalde plekken aantrekkelijk om te wonen?

O, ja: vorig kwartaal vertoonden de huizenprijzen de sterkste daling die ooit binnen een kwartaal werd gemeten, volgens makelaarsvereniging NVM. Komt een eigen huis voor starters nu eindelijk in zicht?


Van zelfrijdende auto’s tot kunstmatige intelligentie: veel technologie lijkt zelf slimme dingen te kunnen. Maar, ontdekte correspondent Beter internet Maurits Martijn, om die illusie in stand te houden, zetten techbedrijven hordes onderbetaalde arbeidskrachten in.


Als hangjongeren voor overlast zorgen of crimineel dreigen te worden, is de reflex van het gezag al snel: keihard aanpakken, zero tolerance. Maar criminoloog Timo Peeters ziet: onderzoek naar zo’n aanpak in de beruchte Amsterdamse Diamantbuurt laat zien dat harde repressie slachtoffers maakt – en in het slechtste geval zelfs averechts werkt.


Aan overbodige en dure belastingregelingen geen gebrek in Nederland. Toch strandt elke poging tot versimpeling op opportunisme, gevestigde belangen en/of slappe knieën. Correspondent Economie Jesse Frederik over het onnodig lastige belastingstelsel in Nederland. Want: het kan wél makkelijker.


De dramaserie Rampvlucht over de Bijlmerramp is een mengeling van feit en fictie, waarschuwen de makers. Maar volgens correspondent Nina Polak blijft het vaag waar het een ophoudt en het ander begint, ook in de documentaire die de serie vergezelt. Dat lijkt bewust: spannende verhalen blijven nu eenmaal beter hangen dan de rommelige werkelijkheid.