Alleen de stem van Greta Thunberg gaat ons niet redden, laat Greta Thunberg zien met haar nieuwe boek
Om samenhang tussen klimaatverandering en andere mondiale crises te begrijpen, moeten we er zoveel mogelijk perspectieven op loslaten, aldus klimaatactivist Greta Thunberg. Daarom bundelde ze de kennis en inzichten van meer dan honderd wetenschappers, activisten, journalisten en ervaringsdeskundigen in één boek.
‘Moeten we niet vooral de bevolkingsgroei afremmen om klimaatverandering te stoppen?’
‘Wat heeft kolonialisme met het klimaat te maken?’
‘Wat kan ik zelf doen tegen klimaatverandering?
‘Welk boek moet ik lezen om het allemaal te begrijpen?’
Sinds haar eerste protestdagen voor het Zweedse parlement, krijgt klimaatactivist Greta Thunberg telkens dezelfde soort vragen. Tot voor kort antwoordde ze met lange lijsten met boeken, artikelen, podcasts en films, maar echt handig vond ze dat niet. ‘Als je meer wilt weten over klimaat, beland je al snel in een labyrint waar je zelf maar doorheen moet zien te navigeren’, zegt ze. ‘Er is niet één boek waar alles in staat.’
Toen de coronapandemie het demonstreren op straat onmogelijk maakte, besloot ze daarom dat boek zelf maar te maken. Ze vroeg wetenschappers, activisten, denkers en schrijvers uit de hele wereld om korte artikelen te schrijven over zo’n beetje ieder aspect van de planetaire crisis. Het resultaat: Het Klimaatboek.
In de inhoudsopgave staan bekende namen als Naomi Klein, Margaret Atwood en Thomas Piketty tussen die van minder bekende denkers en activisten uit het mondiale Zuiden. Precies die meerstemmigheid en collectieve wijsheid hebben we volgens Thunberg nodig om de samenhang van de problemen te zien – en vooral ook om die problemen op te lossen.
Het Klimaatboek verschijnt op 25 oktober. Hieronder vind je alvast een voorproefje: een stuk over de effecten van klimaatverandering op gezondheid van WHO-directeur Tedros Adhanom Ghebreyesus, een bijdrage van geograaf Hindou Oumarou Ibrahim over haar persoonlijke ervaring met klimaatverandering in de Sahel en het artikel van IPCC-onderzoeker Michael Mann over nieuwe vormen van klimaatontkenning.
Wil je Greta Thunberg zelf horen over het boek? Dat kan ook: het gesprek dat David Van Reybrouck en ik met haar voerden, verschijnt dinsdag 25 oktober op De Correspondent.
Klimaatverandering heeft verwoestende gevolgen voor de gezondheid in alle landen. Maar mensen in landen met een laag tot modaal inkomen, die al genoeg andere problemen hebben, worden het hardst getroffen. Het risico van vector-overgedragen ziekten en grote hongersnoden neemt dagelijks toe, terwijl water schaarser wordt en de zeespiegel stijgt.
Klimaatverandering veroorzaakt geen ziekten, maar beïnvloedt de manier waarop die zich verspreiden en ondermijnt de bestrijding ervan. Zo kunnen malariamuggen zich vermenigvuldigen en hun verspreidingsgebied vergroten door temperatuurstijgingen en een toename van neerslag en luchtvochtigheid. Dit leidt tot meer zieken, ook in gebieden waar malaria niet eerder voorkwam.
Een onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)* schatte dat klimaatverandering tussen 2030 en 2050 60.000 extra malariadoden kan veroorzaken, zelfs als er rekening wordt gehouden met de invloed van antimalariamaatregelen. Het onderzoek liet ook zien dat in 2030 minstens 5 procent van alle malariagevallen – 21 miljoen – toe te schrijven is aan klimaatverandering.
De gevolgen van klimaatverandering worden disproportioneel gevoeld door de minst bevoorrechte mensen
Dit is slechts één voorbeeld, maar er zijn honderden andere ‘klimaatgevoelige gezondheidsrisico’s’. Sociale factoren bepalen de mate waarin mensen hier kwetsbaar voor zijn. De gevolgen worden dan ook disproportioneel gevoeld door de minst bevoorrechte mensen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden, armen, migranten of vluchtelingen, ouderen en mensen met onderliggende gezondheidsproblemen.*
Omdat de armste mensen ter wereld meestal niet verzekerd zijn, dwingen gezondheidsproblemen en stress nu elk jaar al zo’n 100 miljoen mensen de armoede in.* Om deze crisis echt aan te pakken, moeten we de ongelijkheid aanpakken die aan de basis ervan ligt.
Er is mondiale solidariteit nodig
Op den duur zal niemand gevrijwaard blijven van de gevolgen van klimaatverandering. De risico’s zullen steeds meer afhangen van de mate waarin nu actie wordt ondernomen om uitstoot te verminderen om het overschrijden van gevaarlijke temperatuurdrempels en onomkeerbare kantelpunten te voorkomen.
Veel regeringen zien in dat ze snel moeten handelen om hun burgers te beschermen tegen de groeiende klimaatgevolgen. Uit een recent onderzoek van de WHO blijkt dat driekwart van de VN-lidstaten plannen maakt of heeft gemaakt om de gevolgen van klimaatverandering op de volksgezondheid in te perken.*
Hoewel landen met een laag of laag-modaal inkomen niet de middelen hebben om die plannen uit te voeren, krijgt slechts een derde van hen internationale hulp. Mondiale solidariteit, de opbouw van capaciteit en het delen van technologie en kennis zullen heel belangrijk zijn bij het slechten van deze barrières.
Goed voor het klimaat, goed voor de gezondheid
Wat mij hoop geeft, is ons groeiend begrip van de vele voordelen die voortvloeien uit snelle en ambitieuze maatregelen om de klimaatcrisis te stoppen en om te keren. Veel van de acties die de uitstoot van broeikasgas verminderen, verbeteren bijvoorbeeld ook de luchtkwaliteit en dragen bij aan veel van de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties.
Sommige maatregelen – zoals het stimuleren van wandelen en fietsen – verbeteren de gezondheid, wat leidt tot een vermindering van ademhalingsziekten, hart- en vaatziekten, sommige soorten kanker, diabetes en obesitas.
Een ander voorbeeld is het stimuleren van groene ruimten in steden, dat klimaatadaptie mogelijk maakt, terwijl het ook de gezondheid helpt door minder blootstelling aan luchtvervuiling, plaatselijke afkoeling, vermindering van stress, en toename van recreatieruimten voor sociale interactie en lichamelijke activiteit.
Een verschuiving naar voedzamere, op planten gebaseerde eetpatronen kan de wereldwijde uitstoot aanzienlijk verlagen, voor een veerkrachtig voedselsysteem zorgen en rond 2050 zo’n 5,1 miljoen aan eetgedrag gerelateerde doden per jaar voorkomen.*
Maar veel besluitvormingsprocessen op klimaatgebied houden geen rekening met die voordelen voor de gezondheid. Je zou daardoor kunnen vergeten dat er mensen achter de cijfers zitten, wier gezondheid en toekomst afhangen van ambitieuze maatregelen op dit moment.
Investeren in een gezonde toekomst
Uitstel is duur: elke fractie van een graad extra opwarming maakt onze eigen gezondheid en die van onze kinderen duurder. De slogan ‘1.5 to stay alive’ – die wordt gebruikt door de kwetsbaarste landen als oproep voor ambitieuzere klimaatmaatregelen – kan vanuit gezondheidsperspectief heel letterlijk worden genomen.
In oktober 2021, weken voor de COP26-klimaatconferentie van de VN, werd een open brief die door zeshonderd zorgorganisaties was ondertekend naar nationale leiders gestuurd. In de brief stond: ‘Overal waar we zorg leveren, in onze ziekenhuizen, klinieken en gemeenschappen waar ook ter wereld, moeten we al reageren op de gezondheidsschade die wordt veroorzaakt door klimaatverandering.’
Met name ontwikkelde economieën hebben een kans om ware mondiale solidariteit te tonen
Tegelijkertijd publiceerde de WHO een rapport met tien aanbevelingen voor klimaatactie,* met nadruk op de bescherming van de gezondheid. Om die aanbevelingen in praktijk te brengen – van de toezegging van een gezond, groen en rechtvaardig herstel van corona, tot het opzetten van energiesystemen die het klimaat en de gezondheid beschermen en verbeteren, tot het stimuleren van voedselsystemen die gezond, duurzaam en veerkrachtig zijn – moet er worden geïnvesteerd in een gezondere, eerlijkere en veerkrachtigere wereld. Met name ontwikkelde economieën hebben een kans om ware mondiale solidariteit te tonen.
De COP26-klimaatconferentie bracht ons een stap dichter bij dat doel, met opgevoerde nationale klimaatbeloften, extra geld voor het klimaat voor kwetsbare landen, en tientallen toezeggingen van regeringen om de CO2-uitstoot te beperken en de veerkracht van hun gezondheidssysteem te versterken.
Nog een lange weg te gaan
De bescherming van de gezondheid vraagt echter ook om actie in andere sectoren, zoals energie, transport, natuur, voedselsystemen en financiën. Helaas zijn de meeste sectoren nog vreselijk slecht voorbereid op de veranderingen die moeten plaatsvinden en krijgen producenten van schadelijke fossiele brandstoffen nog elke minuut een subsidie van 11 miljoen dollar.*
We hebben nog een lange weg te gaan om onze gezondheid te beschermen en om voor een gezonde toekomst voor onze kinderen te zorgen, maar we weten wat er moet gebeuren. De gezondheidsargumenten voor snelle klimaatactie zijn kraakhelder. Aan de gang dus.
In mijn gemeenschap van nomadische herders die rond het Tsjaadmeer wonen, hebben we veel woorden om regen te beschrijven.
Er zijn woorden die het begin van het regenseizoen aankondigen en van onze trektocht met onze kuddes, en woorden die ons vertellen dat het droge seizoen op komst is en we ons moeten vestigen bij het meer. We hebben woorden om de zachte regen te beschrijven die onze gewassen irrigeert, en woorden voor de regen die onze velden verwoest tijdens een onweersbui.
In deze harde omgeving hebben we geleerd in harmonie met de natuur te leven. We werken samen met onze ecosystemen. Onze koeien bemesten het land langs het pad van onze verweiding. Elke drie of vier dagen trekken we naar een andere plek om de natuur de tijd te geven zich te vernieuwen. We leven ook in harmonie met onze buren. In onze regio zijn de meeste mensen boeren of vissers, en is ons vee de enige bron van bemesting. Als we een plek verlaten, is de grond er geschikt voor landbouw.
Nog maar een druppel in het hart van Afrika
Dertig jaar geleden, toen ik werd geboren, was het Tsjaadmeer enorm. Zestig jaar geleden, toen mijn moeder een kind was, was het bijna een kleine zee midden in een woestijn. Nu is het maar een druppeltje in het hart van Afrika.
Zo’n 90 procent van ons water is verdwenen.* Het klimaat is veranderd. De gemiddelde temperatuur is gestegen. We hebben te maken met een stijging van meer dan 1,5 graad Celsius, wat betekent dat mijn mensen al aan de andere kant van de drempel van het akkoord van Parijs leven. Dit is nog maar een voorbode. In de Sahel kan in 2030 de gemiddelde temperatuur 2 graden hoger zijn, en 3 à 4 graden halverwege deze eeuw.* Tijdens mijn leven zal het aanzicht van de streek veranderen.
Steeds vaker is regen onze vijand
Veel van de regen is al verdwenen. Het land is vaak droog en onvruchtbaar. Onze koeien produceerden vroeger 4 liter melk per dag, nu maar 2 of zelfs 1 liter, omdat er geen gras is. Steeds vaker is regen onze vijand. In de afgelopen vijf jaar hebben overstromingen ons land, onze huizen en de cultuur van mijn volk herhaaldelijk verwoest.
We leven nu op de rand van klimaatoorlogen. Mensen vechten om de laatste hulpbronnen. Soms is dat een vijver, toegang tot een rivier of een andere zoetwaterbron of een stuk vruchtbaar land. Als de natuur ziek is in een regio waar 70 procent van de mensen afhankelijk is van landbouw, worden mensen gek. Het oude verbond tussen boeren en herders is verbroken door de strijd om de rijkdom van de natuur. In Mali, het noorden van Burkina Faso en Nigeria zijn dorpen platgebrand door mensen die het land wilden afpakken van hun voormalige vrienden.
Meer dan slachtoffers van klimaatverandering
Voor mij is de Sahel echter nog een streek vol hoop. We hebben veel klimaatstrijders die terugvechten. In mijn gemeenschap hebben vrouwen al oplossingen voor klimaatverandering ingezet. Zij gebruiken hun traditionele kennis om gewassen te identificeren die tegen droogte en hittegolven kunnen, zodat we een veerkrachtige landbouw krijgen. En onze grootouders kennen allerlei oude hulpbronnen die nog water kunnen bieden in de ergste droge seizoenen.
Gras groeit sneller op het land waar wij wonen; bomen zijn sterker in de gebieden waar wij komen
De traditionele kennis van inheemse mensen geeft ons niet alleen woorden om de regen te beschrijven, maar ook de middelen om tegen klimaatverandering te vechten. Door eeuwenlang in harmonie met de natuur te leven en de wolken, de vogeltrek, de richting van de wind, het gedrag van insecten en van onze koeien te observeren, hebben we ons bewapend. We hebben misschien geen kans gehad om naar school te gaan, maar onze oudsten zijn specialisten in natuurbescherming en klimaatadaptie.
We willen niet louter slachtoffer van klimaatverandering zijn. We willen een rol spelen, en dat doen we al. Onze leefwijze is klimaatneutraal. Door onze jaarlijkse verweiding, onze seizoensgebonden graaspatronen, produceren we duurzaam vlees en duurzame melk. Wij zijn het levende bewijs dat het mogelijk is om bossen en savannes in stand te houden en koolstofopslag in de natuur te vergroten terwijl we voedsel produceren. Gras groeit sneller op het land waar wij wonen; bomen zijn sterker in de gebieden waar wij komen.
Inheemse volkeren vertegenwoordigen de toekomst
We zorgen al lang voor de natuur – niet alleen voor onszelf, maar ook voor de generaties na ons. Voordat je een belangrijk besluit neemt in mijn gemeenschap, moet je bedenken wat de afgelopen zeven generaties in deze situatie zouden hebben gedaan en wat het gevolg van een besluit voor de komende zeven generaties zal zijn. Zo wordt rechtvaardigheid tussen generaties de kern van elk belangrijk besluit.
De tijd is gekomen dat de wereldgemeenschap naar mijn mensen luistert om hen te helpen. Al te lang zijn inheemse volkeren gezien als vertegenwoordigers van de geschiedenis van onze aarde, maar we vertegenwoordigen eigenlijk de toekomst.
Eind jaren negentig publiceerden mijn collega’s en ik de inmiddels beroemde Hockeystickcurve, een grafiek waarmee we de ongekende opwarming van de aarde in de twintigste eeuw aantoonden. De grafiek gaf de gemiddelde temperatuur op het noordelijk halfrond van de afgelopen duizend jaar weer.
De ‘steel’ van de hockeystick vertoont relatief kleine temperatuurschommelingen. Tot aan de afgelopen eeuw, dan is er opeens een drastische stijging zichtbaar: de ‘haak’ van de hockeystick. Deze recente piek valt precies samen met de industriële revolutie, onomstotelijk bewijs voor de enorme impact die de mens – en dan vooral ons gebruik van fossiele brandstoffen – heeft op de planeet.
Vóór de Hockeystick was nooit eerder zo helder weergegeven hoe nauw de uitstoot van broeikasgassen verbonden is met de razendsnelle opwarming van de aarde. De grafiek kwam partijen met belangen in fossiele brandstoffen dus slecht uit, en zodoende werden het onderzoek – en ikzelf – een doelwit voor de propagandamachine van de fossielebrandstoffenindustrie.
Ontkenning is geen optie meer
Twee decennia later ziet de door het IPCC geüpdatete versie van onze grafiek er niet langer uit als een hockeystick. Nee, door de recente opwarming lijkt het eerder op de zeis van Magere Hein.
Het IPCC-rapport met de nieuwe grafiek, gepubliceerd in de zomer van 2021, viel samen met een aaneenschakeling van verwoestende weersomstandigheden op het noordelijk halfrond. Ongekende natuurbranden, overstromingen en hittegolven luidden een nieuw tijdperk in en toonden aan: klimaatverandering is geen vooruitzicht waarvoor we ons schrap moeten zetten, ze is er al.
Deze nieuwe werkelijkheid maakt dat ‘klimaatinactivisten’ – fossiele bedrijven en de mantelorganisaties en conservatieve politici die hun belangen behartigen – niet langer kunnen beweren dat klimaatverandering een fabeltje of een hoax is of genegeerd kan worden.
Nieuwe tactieken van de fossiele industrie
Ontkennen doen ze dus niet meer, maar in plaats daarvan zijn ze een heel scala aan tactieken gaan gebruiken in wat ik de ‘Nieuwe Klimaatoorlog’ ben gaan noemen.
Fossiele bedrijven proberen klimaatactivisten tegen elkaar op te zetten
Zo zijn ze in hun strijd tegen klimaatactie gaan inzetten op verdeeldheid: ze proberen klimaatactivisten tegen elkaar op te zetten, zodat die niet één duidelijke boodschap verkondigen. Daarnaast proberen ze wanhoop te zaaien – als het ze lukt ons ervan te overtuigen dat het toch al te laat is, dan bestaat de kans dat we helemaal niets meer ondernemen, zoals ze natuurlijk ook met regelrechte ontkenning beoogden.
Bovendien zetten ze bliksemafleiders in, bijvoorbeeld door het steeds maar te hebben over de rol van het individu en voorbij te gaan aan overheidsbeleid. Zo is het idee van de ‘persoonlijke ecologische voetafdruk’ halverwege de jaren 2000 gepromoot door BP. Die oliemaatschappij lanceerde zelfs een van de eerste CO2-calculators voor particulieren.
BP en andere fossiele bedrijven probeerden ons onszelf zo te laten blindstaren op onze eigen ecologische voetafdruk dat we hún veel grotere voetafdruk vergaten. Zo’n 70 procent van alle CO2-uitstoot is immers de schuld van slechts honderd vervuilende partijen.* Hoewel het individu natuurlijk zoveel mogelijk moet doen om zijn impact op het klimaat zo laag mogelijk te houden, moet overheidsbeleid voorkomen dat deze vervuilende bedrijven onze atmosfeer gebruiken als hun persoonlijke vuilnisbelt.
Hoe verzetten we ons hiertegen?
Hoe kunnen we ons hiertegen verzetten? Om te beginnen kunnen we de boosdoeners publiekelijk ter verantwoording roepen, en we mogen niet bang zijn machthebbers te zeggen waar het op staat.
Klimaatactivisten moeten weerstand bieden aan onderlinge onenigheid op sociale media, bijvoorbeeld met betrekking tot onze eigen dagelijkse keuzes, en in plaats daarvan moesten we ons best doen om het goede voorbeeld te geven en ons gezamenlijk inspannen om vervuilende partijen en hun achterban ter verantwoording te roepen.
Als we gaan stemmen, moeten we onze stem uitbrengen op politici die bereid zijn zinvolle klimaatmaatregelen tot prioriteit te maken – en degenen wegstemmen die dat niet doen. En daarbij moeten we ons laten leiden door de belangrijkste sociale verplichting van allemaal, die zegt dat we het leven van toekomstige generaties niet mogen riskeren door op dit cruciale punt in de geschiedenis op onze handen te blijven zitten.
Dit zijn drie licht bewerkte passages uit Het Klimaatboek, samengesteld door Greta Thunberg. Het boek verschijnt op 25 oktober in het Nederlands bij De Bezige Bij.