Mensen met pijn worden vaak niet geloofd. Zeker niet als ze vrouw en/of zwart zijn
Omdat er nog geen objectieve methode bestaat om pijn te meten, kun je niet bewijzen dat je pijn lijdt. Je bent afhankelijk van of anderen je geloven. Vooral mensen van kleur, vrouwen en pijnpatiënten bij wie er geen medische oorzaak wordt gevonden, zijn daar nog altijd de dupe van.
Als je pijn hebt, wil je natuurlijk dat je omgeving – en zeker je arts – je gelooft en niet denkt dat je een aanstellerige huilebalk bent. Het probleem is dat je bijna niet kunt bewijzen dat je écht pijn hebt. Er bestaat nog geen eenvoudige en objectieve methode om pijn te meten. Een pijnervaring valt niet af te leiden uit een hersenscan of bloedtest. En dus is pijn subjectief. De enige meetmethode die je arts kan gebruiken, is je vragen: ‘Hoe erg is je pijn op een schaal van 0 tot 10?’
Dat pijn subjectief is, wordt een probleem als patiënten niet kunnen antwoorden op die vraag, omdat ze nog niet kunnen praten. Tot halverwege de jaren tachtig werden baby’s tijdens een operatie vaak niet of nauwelijks verdoofd. Zelfs bij openhartoperaties kregen de hummeltjes enkel spierverslappers – zodat ze niet konden bewegen tijdens de ingreep – maar ze waren volledig bij bewustzijn. Baby’s onder narcose brengen was gevaarlijk, zo geloofden artsen toen, en het zou ook niet nodig zijn: hun zenuwstelsel was nog niet volgroeid en dus konden ze geen pijn ervaren.
Die misvatting behoort gelukkig tot het verleden. Maar het loopt nog altijd vaak mis als artsen moeten inschatten hoeveel pijn een patiënt heeft. Omdat er geen objectieve meetmethode bestaat, laten artsen zich bij het inschatten van pijn soms leiden door achterhaalde overtuigingen en vooroordelen.
Een van die achterhaalde overtuigingen: dat pijn altijd gepaard gaat met weefselschade. Vroeger dacht men dat pijn bestond uit de waarneming van pijnprikkels. Oftewel: er is ergens iets mis in je lichaam en je brein registreert die alarmsignalen. Ondertussen weten we dat pijn ook kan voorkomen als er niets stuk is in je lichaam. Bij chronische pijn was er ooit wel degelijk weefselschade, maar nadat die herstelde bleef je brein ervan overtuigd dat er nog steeds iets mis is met je lichaam.
En het achterhaalde idee dat pijn gelijk is aan weefselschade, is hardnekkig. Uit een onderzoek* bij Belgische huisartsen en fysiotherapeuten blijkt dat zij de pijn van hun patiënten significant lager inschatten als er geen duidelijke biomedische oorzaak van die pijn te vinden is.
Dat pijn zonder weefselschade geen echte pijn is – of tenminste minder pijnlijk – is niet de enige achterhaalde overtuiging die de inschatting van pijn beïnvloedt. De subjectiviteit van pijn laat ons toe om onze vooroordelen erop te projecteren. In de achttiende eeuw veronderstelden veel (witte) artsen dat zwarte mensen nauwelijks pijn zouden voelen. Een dokter uit die periode beweerde zelfs dat hij vele beenamputaties had uitgevoerd waarbij de zwarte persoon zelf het te amputeren ledemaat vasthield.
Dat pijn zonder weefselschade geen echte pijn is, is niet de enige achterhaalde overtuiging die de inschatting van pijn beïnvloedt
Nu, meer dan tweehonderd jaar later, zijn die racistische overtuigingen nog steeds niet helemaal uitgeroeid. Uit een onderzoek* onder Amerikaanse studenten geneeskunde bleek dat meer dan de helft minstens één mythe over de pijnwaarneming van zwarte mensen geloofde. Dat zwarte mensen een dikkere huid zouden hebben dan witte mensen, bijvoorbeeld. Of dat hun zenuwuiteinden minder gevoelig zouden zijn. Het is dan ook niet verrassend dat deze studenten, in datzelfde onderzoek, de pijn van zwarte mensen systematisch lager inschatten dan die van witte mensen.
Dat racisme zien we ook in de praktijk: zwarte kinderen die met een acute appendicitis opgenomen worden kregen, zo bleek uit onderzoek,* minder pijnstillers dan witte kinderen met hetzelfde probleem. En een andere studie* toonde aan dat zwarte patiënten op de spoedeisende hulp niet alleen minder pijnstillers kregen, maar er ook gemiddeld een halfuur langer op moesten wachten.
Niet enkel van zwarte mensen, maar ook van vrouwen geloven best veel mensen nog steeds dat ze zich aanstellen en overdrijven als ze beweren dat ze pijn hebben. In een onderzoek* kregen proefpersonen filmpjes te zien van patiënten die een pijnlijke behandeling ondergingen. Daarna moesten ze op een schaal van 0 tot 10 aangeven hoeveel pijn die patiënten volgens hen hadden. Die inschatting werd dan vergeleken met de inschatting door de patiënten. Wat bleek: de pijn van vrouwelijke patiënten werd systematisch onderschat, die van mannelijke patiënten werd overschat.
Pijn lijden is vervelend, maar als je vrouw bent, zwart, of een pijnpatiënt waarbij ze geen duidelijke biomedische oorzaak vinden, dan heb je dubbele pech. Dan heb je niet alleen pijn, je wordt ook nog eens niet geloofd.