Het is bijna vijftig jaar geleden dat 90 procent van alle vrouwen in IJsland massaal het werk – betaald en onbetaald – neerlegde. Women’s Day Off, zoals de vrouwenstaking bekend is komen te staan, staat in het IJslandse collectieve geheugen gegrift. Op een zonnige vrijdagmiddag in oktober 1975 gingen duizenden vrouwen de straat op om één ding duidelijk te maken: vrouwen zijn onmisbaar voor de maatschappij.
De vrouwenstaking was een omslag voor de positie en rechten van vrouwen in IJsland. In 1976 werd de eerste Wet gendergelijkheid aangenomen. Ook kregen vrouwen drie maanden zwangerschapsverlof en werd een nieuwe abortuswet aangenomen.
Vier jaar later werd Vigdís Finnbogadóttir verkozen tot president van de eilandstaat. Zij was daarmee niet alleen de eerste vrouwelijke president van IJsland, maar ook de eerste vrouw ter wereld die democratisch werd verkozen tot staatshoofd. Sindsdien is het aantal vrouwen in het parlement, de Althing, na bijna elke verkiezing toegenomen. Tijdens de laatste verkiezingen werden 30 vrouwen gekozen voor het 63-koppige parlement.
Dit jaar werd IJsland voor de twaalfde keer op rij verkozen tot het meest gendergelijke land ter wereld. Met een score van 0,908 – 1 betekent dat volledige gendergelijkheid is bereikt – lijkt het erop dat IJsland nog maar een kleine stap verwijderd is van het ideaal waar feministen van dromen.
Wie begaan is met vrouwenrechten kijkt dus met goede reden naar IJsland – of reist ernaartoe, zoals wij deden. Spieken doe je nu eenmaal bij de beste leerling van de klas. Hoeveel kan Nederland leren van IJsland? We vergelijken de twee landen op drie thema’s waar nog een wereld te winnen is: de loonkloof, de taakverdeling in huis en geweld tegen vrouwen.

1. De loonkloof
Het is sinds jaar en dag een feit in ieder land ter wereld: vrouwen verdienen en bezitten minder geld dan mannen. En hoewel gelijk loon voor gelijk werk in de wet al 65 jaar in de Europese Unie is vastgelegd, krijgen veel vrouwen nog steeds minder betaald dan hun mannelijke collega’s die hetzelfde werk doen.
In Nederland blijven de meeste Tweede Kamerdebatten, Twitterdraadjes en gesprekken bij de borrel over dit onderwerp hangen in een ‘welles-nietes’ over de vraag of de loonkloof überhaupt bestaat. Na een discussie over de cijfers gaat het vaak al snel over de keuzes die vrouwen maken, en of ze het niet vooral aan zichzelf te danken hebben dat ze minder geld verdienen. Wie een willekeurige krant openslaat, zou bijna geloven dat elke Nederlandse vrouw de godganse dag op de yogamat ligt, een balletje slaat of iets met klankschalen doet.
In IJsland is de discussie van een ander niveau, merken we na een aantal gesprekken met experts. Het bestaan van de loonkloof wordt daar niet betwist.
Als een vrouw vermoedt dat ze minder verdient dan een mannelijke collega, moet ze daar in Nederland zelf achteraan
Een willekeurige rondvraag op straat bevestigt dat beeld. Of we het nu vragen aan twee deftige oude mannen die een wandeling maken, een moeder en dochter in het park, of een jonge vader die bijkomt van de zoveelste gebroken nacht: iedereen is het erover eens dat het belachelijk is dat vrouwen nog altijd zo veel minder geld verdienen dan mannen. En, zegt iedereen die we spreken, het systeem moet worden aangepakt, niet de vrouwen.
Dat is ook terug te zien in de cijfers. Hoewel ook in IJsland vrouwen nog altijd fors minder verdienen dan mannen, is de loonkloof er kleiner dan in Nederland. Volgens de ranglijst van het World Economic Forum staat IJsland op nummer 4 wereldwijd als het gaat om gelijk loon voor gelijk werk – Nederland staat op plek 69. Ook verdienen vrouwen in IJsland een groter deel van het totale inkomen dan in Nederland.
De frustratie over de loonkloof is ook te zien onder politici, die er hard aan werken om het resterende verschil te verkleinen. ‘Dit verandert niet vanzelf, daar heb je politieke beslissingen voor nodig’, zegt parlementariër Þórunn Sveinbjarnardóttir, die nu de sociaaldemocraten vertegenwoordigt en eerder in het parlement zat als lid van Kvennalistinn, de vrouwenpartij. Sinds 2017 heeft IJsland een wet die organisaties verplicht te bewijzen dat zij hun werknemers gelijk betalen voor gelijkwaardig werk.
In Nederland is de bewijslast andersom: als een vrouw vermoedt dat ze minder verdient dan een mannelijke collega, moet ze daar als werknemer zelf achteraan. Ze moet bewijs verzamelen, haar werkgever daarmee confronteren en die ervan overtuigen dat zij hetzelfde hoort te verdienen. In het uiterste geval kan ze naar de rechter stappen. Dat is vaak een moeizaam, tijdrovend en kostbaar proces, waar veel vrouwen überhaupt niet aan beginnen vanwege de afhankelijkheidsrelatie met hun werkgever.

Appels met sinaasappels vergelijken
Gelijk loon voor gelijk werk is slechts een deel van de loonkloof. Een belangrijke andere oorzaak is dat sectoren waarin veel vrouwen werken, zoals bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs, minder goed betalen dan sectoren waarin veel mannen werken, zoals de techniek en IT.
In Nederland bestaan er eindeloos veel initiatieven om meisjes in die door mannen gedomineerde sectoren te krijgen. In IJsland pakken ze het anders aan. In door vrouwen gedomineerde sectoren gelden andere regels, contracten en vooral ook andere salarissen dan in door mannen gedomineerde sectoren, erkent de IJslandse overheid. Om de loonkloof aan te pakken, moet daar dus iets aan gebeuren.
Dus werkt de IJslandse overheid aan een systeem dat het mogelijk maakt werk van de verschillende arbeidsmarkten te vergelijken. Het doel: een herwaardering van het werk dat vooral door vrouwen wordt gedaan. Zo kan het werk van een verzorgende in een verpleeghuis worden vergeleken met dat van een gevangenisbewaarder. Beiden doen fysiek zwaar werk, waarbij ze soms te maken krijgen met moeilijk en agressief gedrag. Maar in een verpleeghuis werken voornamelijk vrouwen, terwijl gevangenisbewaarders voornamelijk mannen zijn. Drie keer raden wie er meer salaris krijgt.
Het invoeren van een vergelijkingssysteem is niet eenvoudig, en is ook in IJsland nog niet gelukt. Maar dat de overheid eraan werkt, laat wel zien dat ze erkent dat de loonkloof een diepgeworteld probleem is, dat vraagt om fundamentele oplossingen.

2. De taakverdeling in huis
‘Women are not going to be equal outside the home until men are equal in it’, zei de toonaangevende Amerikaanse feminist Gloria Steinem. In IJsland heeft de overheid dat ter harte genomen en werkt ze er hard aan om te zorgen dat stellen de taken ín huis gelijk verdelen. Dat kan ervoor zorgen dat vrouwen meer tijd zullen hebben om buitenshuis betaald werk te doen.
De zorg voor kinderen is een voorbeeld van dat onbetaalde werk. Een vrouw die moeder is, wordt of wil worden, wordt op de werkvloer al snel gezien als minder waardevol. Minder ambitieus, minder flexibel, en minder bereid om veel uren te werken. Dit zijn hardnekkige aannames met grote gevolgen: 43 procent van de zwangeren in Nederland krijgt te maken met een vorm van zwangerschapsdiscriminatie op de werkvloer.

Een kind is meestal van twee ouders, maar als je zwanger bent kun je je buik niet verbergen. ‘Mannen kunnen wel vijftien kinderen krijgen zonder dat iemand op hun werk daar ooit wat van af hoeft te weten’, lacht parlementariër Sveinbjarnardóttir. Om die ongelijkheid gelijk te trekken, werkt de overheid in IJsland al twintig jaar aan betere verlofregelingen, waarbij het vooral zaak is om te regelen dat mannen óók voor hun kinderen gaan zorgen. Als ook mannen daardoor (tijdelijk) minder gaan werken, is er minder aanleiding om zwangeren te discrimineren.
‘Vaders zijn veel meer betrokken dan vroeger, en het heeft een soort prestige om een gendergelijke relatie te hebben’
Het geboorteverlof werd in IJsland de afgelopen twintig jaar steeds wat langer, en op verschillende manieren werd geprobeerd mannen te prikkelen om het op te nemen. Sinds kort krijgen ouders gezamenlijk twaalf maanden verlof. Beide partners worden geacht om de helft op te nemen. Er mogen slechts zes weken aan elkaar worden ‘gedoneerd’, om te zorgen dat het echt gelijkwaardig wordt verdeeld. Die regeling is een stuk ruimer dan in Nederland: zwangeren hebben hier in totaal recht op zestien weken geboorteverlof, voor partners is dat zes weken.
In IJsland is er door die verruiming zeker een verschuiving te merken, vertelt historicus Valgerður Pálmadóttir, onderzoeker aan de Universiteit van IJsland. ‘Er ontstaat een nieuw ideaal van mannelijkheid. Vaders zijn veel meer betrokken dan vroeger, en het heeft een soort prestige om een gendergelijke relatie te hebben.’ Ze vertelt over de wendagen op de crèche van haar eigen kind: ‘Op veel van die dagen waren er alleen maar vaders aanwezig. Dat was vijftien jaar geleden zeker niet het geval.’
Maar ook in haar land is het ouderschap niet altijd helemaal gelijkwaardig, benadrukt Pálmadóttir. Plek op de kinderopvang is er – net als in Nederland – schaars. En er werken bijna alleen maar vrouwen, die weinig betaald krijgen. ‘Als het verlof van beide ouders is afgelopen, is er meestal nog een wachttijd voor de crèche. Vaak is het de moeder die extra vrij neemt om die periode te overbruggen’, legt ze uit.
Toch geldt ook hier dat IJsland verder is dan Nederland. Misschien is het belangrijkste verschil dat de overheid in IJsland gelooft dat de keuzes die aan de keukentafel gemaakt worden meer dan privékeuzes zijn. ‘De grootste fout die je als maatschappij kunt maken is vrouwen laten kiezen tussen een carrière en een gezin’, zegt parlementariër Sveinbjarnardóttir. Als je als land wilt bloeien, moet je ervoor zorgen dat vrouwen de twee kunnen combineren, gelooft zij.

3. Geweld tegen vrouwen
Of een vrouw nu kiest voor een gezin, een carrière of allebei, ze moet wel veilig zijn. Maar dat is geen gegeven voor veel vrouwen in de publieke ruimte, op de werkvloer en soms zelfs in hun eigen huis. En dat is een thema waar ook in IJsland nog een wereld te winnen valt.
‘IJsland lijkt misschien een feministisch paradijs, maar is dat absoluut niet’, zegt Edda Falak. Ze is podcastmaker, activist, crossfitatleet en heeft een groot bereik op sociale media. In haar podcast Eigin Konur bespreekt ze verschillende vormen van genderongelijkheid.
Sinds een jonge vrouw in 2021 in haar podcast vertelde hoe een groep machtige mannen uit de bankenwereld haar hadden misbruikt, is Falak een van de gezichten en stemmen van een grote #MeToo-golf die in IJsland is losgebarsten. Meerdere machtige mannen werden gedwongen uit hun posities op te stappen of ontslagen als gevolg van de verhalen die werden gedeeld in de podcast.
Falak zelf blijft ook niet buiten schot. Niet iedereen is blij dat zij vrouwen een platform biedt om hun verhaal te doen. In een jaar werden er meer dan vierhonderd artikelen over haar geschreven waarin ze werd afgeschilderd als onsympathiek en onbetrouwbaar, vertelt ze. ‘Ach, dat is een oude tactiek die we vaker hebben gezien: vrouwen in de media zijn bazig, gemeen, en ga zo maar door.’ Het weerhoudt haar er niet van om door te gaan. ‘We proberen de standaard te verhogen. Als je iemand misbruikt, moet dat consequenties hebben.’
De aandacht voor (seksueel) geweld tegen vrouwen is een volgend hoofdstuk in de strijd voor gendergelijkheid. Ruim 40 procent van de IJslandse vrouwen heeft te maken gehad met fysiek of seksueel geweld. In Nederland is dit 45 procent. In beide landen ligt dit hoger dan het wereldwijde gemiddelde van 30 procent.
Dat lijkt misschien tegenstrijdig, maar het hoge percentage vrouwen dat geweld rapporteert komt wellicht juist doordat de landen relatief gendergelijk zijn, zei onderzoeker Arna Hauksdóttir tegen CNN. Door de vooruitgang die er is geboekt op het gebied van gelijkwaardigheid zijn vrouwen zich er bewust van als ze een vorm van geweld meemaken, en zullen ze dat sneller rapporteren.
Zoiets lijkt zich de afgelopen tijd ook in Nederland af te spelen. Na de uitzending van #BOOS over seksueel geweld bij tv-programma The Voice of Holland explodeerde het aantal meldingen bij het Centrum Seksueel Geweld. Ook volgden er onthullingen over seksueel geweld en intimidatie bij onder meer Ajax, in de politiek, en in de tv- en filmindustrie.
Met de golf aan onthullingen kunnen zowel IJsland als Nederland seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag niet langer beschouwen als een kwestie van incidenten. In IJsland ontwikkelde de regering een nationaal actieplan tegen gendergerelateerd geweld. In Nederland werd Mariëtte Hamer aangesteld als regeringscommissaris op dit onderwerp. Zij richt zich op het signaleren, voorkomen en stoppen van seksueel geweld, en op een maatschappelijk gesprek dat tot cultuurverandering moet leiden. In beide landen wordt nu erkend dat er fundamentele verandering nodig is met aandacht voor preventie en een cultuurverandering.


Een vraagstuk dat iedereen aangaat
Dus, betekent de koploperspositie van IJsland dat alles daar perfect geregeld is voor iedereen? Nee, na ons bezoek kunnen we concluderen dat zelfs de beste leerling van de klas niet alleen maar tienen haalt. Ook in IJsland is gendergelijkheid een continu work in progress.
Heeft het dan zin om van IJsland te leren? Dat zeker wel. Women’s Day Off heeft IJsland niet in een handomdraai veranderd in een paradijs, maar het effect van de staking is nog steeds merkbaar. Terwijl we in Nederland vaak nog discussiëren over de vraag of we écht een probleem hebben, zijn de IJslanders volop bezig met oplossingen. De bal wordt niet bij de vrouwen of individuen gelegd; gendergelijkheid is een vraag die iedereen aangaat, en waar ook mannen zich voor inzetten.
Dus laten we ook in Nederland de straat op gaan, het werk neerleggen, ons recht opeisen en duidelijk maken wat ze in IJsland allang weten: dat vrouwen onmisbaar zijn.
Meer lezen?


…dit verhaal heb je gratis gelezen. Maar het maken van dit verhaal kost tijd, geld en energie. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping, verbinding en optimisme brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Steun ons en doe mee!