Zeven jaar geleden zat ik naast een werknemer van Barça op de tribune van Camp Nou. Bij de aftrap tegen Atlético Madrid zei hij: ‘Let op Messi.’ De eerste minuten van de wedstrijd negeerde de Argentijn de bal. Hij maakte een rustige wandeling over het veld. ‘In het begin van elke wedstrijd doet hij een verkenningstocht’, verklaarde mijn buurman. ‘Hij bestudeert iedere tegenstander, kijkt waar die positie kiest en hoe de verdediging in elkaar zit.’

Toen Messi in de wandelfase door een ploeggenoot werd aangespeeld, liet hij de bal onberoerd over de zijlijn rollen. Hij was nog bezig gedane observaties in zijn visuele geheugen op te slaan. De zevenvoudig winnaar van de Gouden Bal, een record, ziet meer dan andere spelers.

Of je van voetbal houdt of niet, de genialiteit van Messi verdient respect, net als een geniale schrijver of zanger. Voetballen is een van de hoogste uitdrukkingen van menselijk kunnen. De 35-jarige heeft gezegd dat hij in Qatar zijn laatste WK zal spelen. Dit toernooi is dus een van de laatste kansen om te begrijpen wat hij doet – en om het te waarderen. 

Unieke wandelingen over het veld 

Ook voetballiefhebbers hebben zijn genialiteit te vaak voor lief genomen, na vijftien jaar bijna onafgebroken briljant spel. Maar hoe doet Messi precies wat hij doet? Hoe passeer je regelmatig drie man en schiet je de bal in de verre hoek? Om dat te begrijpen heb ik hem jarenlang bestudeerd, en gesproken met coaches, medespelers en anderen die hem nog beter hebben bestudeerd. 

Ook in Qatar zal Messi minder hard rennen dan bijna alle andere veldspelers. Zij moeten meeverdedigen. Coaches laten Messi vrij om te wandelen. De doelmatigheid van zijn wandelingen is namelijk uniek. Hoe beter de voetballer, hoe meer hij op het veld rondkijkt, en Messi is daarin de beste. Als hij wandelt, is zijn brein volop aan het werk, elk detail wordt opgeslagen. Rondstruinend plant hij zijn beslissende acties.

hoogleraar wiskunde aan de universiteit van het Zweedse Uppsala, zette dit voor me uiteen. Ik ontmoette hem op een data-analysecongres in het Barcelona-stadion. Onder het genot van een paar biertjes in een nabij café gaf hij me Messi-les.

Zodra Messi gaat sprinten, weten medespelers dat hij een opening heeft gezien: nú wil hij bediend worden

Sumpter wees op een verrassend detail: de meest gevreesde aanvaller ter wereld staat vaak helemaal vrij als hij de bal ontvangt. Soms zet Messi simpelweg één stap in de juiste richting, waardoor hij een diagonaal creëert waarlangs een ploeggenoot hem ongehinderd kan aanspelen. Zoals Johan Cruijff al zei: rennen is zinloos als de juiste ruimte een meter van je verwijderd is. 

Soms vindt Messi ruimte door te wachten tot tegenstanders bij hem weglopen. Zodra hij gaat sprinten, weten medespelers dat hij een opening heeft gezien: nú wil hij bediend worden. Ik herinner me een moment op de tribune van Athletic Bilbao: Messi trekt plotseling een sprint, Baskische toeschouwers stoten elkaar angstig aan, en vijf seconden later ligt de bal in het net. 

Als een hond die de politie ontglipt

Idealiter wil hij aangespeeld worden in de ruimte tussen de vijandelijke verdediging en hun middenveld. Een goede speler ontvangt de bal met zijn gezicht naar het vijandige doel gericht. Voor Cruijff was dat zelfs bijna de definitie van een goede speler. Maar Messi gaat in het kiezen van de juiste positie een stap verder: vaak krijgt hij het voor elkaar om te worden aangespeeld op het moment dat zijn tegenstander met zijn rug naar hem toe staat. Ook zorgt hij ervoor dat medespelers zijn linkerbeen bereiken. Dankzij zijn perfecte balcontrole met links hoeft hij amper naar de bal te kijken. Zelfs als hij dribbelt, verzamelt hij informatie over de posities van andere spelers. 

Hoewel Messi niet uitzonderlijk snel is, is hij met de bal even vlug als zonder. Hij registreert in een oogopslag wat het standbeen van de verdediger is, en passeert hem aan die kant. Messi speelt superefficiënt: hij maakt nooit een schijnbeweging te veel, probeert nooit à la de Braziliaan zijn tegenstander met een truc te vernederen.

Cruciaal is dat hij, zelfs afgezet tegen zijn geringe lengte van 1.70 meter, kleine passen maakt. Zodoende maakt hij veel balcontacten, en met elk balcontact kan hij van richting veranderen. Cruijff zei: ‘Ronaldo raakt de bal twee keer per seconde aan. Maar Messi doet dat in hetzelfde tijdsbestek drie keer. Hij wisselt sneller van tempo en positie.’ 

Weinig tegenstanders kunnen die wisselingen bijhouden. Als grotere spelers rennen, hangen ze langer met beide voeten boven de grond – en in de lucht kun je niet van richting veranderen. Daardoor kan Messi verdedigers ontwijken zoals een hond in oude slapsticks de politie ontglipt.

Alle wetten van de statistiek gebroken

Zijn spel heeft iets merkwaardig voorspelbaars. We weten doorgaans waar hij heen gaat. Standaard dribbelt hij naar de meest waardevolle plek op het veld: de halve cirkel aan de rand van het vijandelijke strafschopgebied. De meeste van zijn doelschoten en beslissende passes lost hij daar.

De genialiteit van Einstein begrijp ik helaas niet, maar die van Messi is voor de halve mensheid toegankelijk

Dit alles heb ik in kille, analytische termen omschreven, maar Messi heeft het leven van honderden miljoenen voetballiefhebbers verrijkt. Hij geeft ons een glimp van een hogere schoonheid. De genialiteit van Einstein begrijp ik helaas niet, maar die van Messi is voor de halve mensheid toegankelijk. Een vriend die met zijn geestelijke gezondheid worstelt, probeert vrijwel elke wedstrijd van Messi op tv te kijken. ‘Hem te zien spelen is een soort therapie voor mij. Hij is een genie dat je wekelijks voor de prijs van een jaarabonnement kunt zien.’

Grote voetballers voelen ontzag voor Messi. Frenkie de Jong vertelde me in 2020, toen zij samen voor Barcelona speelden: ‘Voor mij is hij eigenlijk de beste in bijna alle aspecten van het voetbal. Hij is echt veel beter dan de rest van de spelers. Ik denk dat veel mensen dat onderschatten. Ze zien het elke week, en op een gegeven moment gaan mensen het normaal vinden. Je speelt hier [in Barcelona] met de allerbeste spelers van de wereld maar hij staat daar een stuk boven.’ 

De Franse spits Kylian Mbappé, misschien wel de beste voetballer van de jongere generatie, accepteert dat hij minder goed is dan Messi en Ronaldo. Hij vertelde me: ‘Als je denkt dat je beter bent dan zij, heeft dat niets meer met ego of ambitie te maken – dan ontbreekt het je aan inzicht. Die spelers zijn onvergelijkbaar. Ze hebben alle wetten van de statistiek gebroken.’

Met Messi in Parijs

Ik woon in Parijs, en Messi tegenwoordig gelukkig ook, als speler van Paris St-Germain. Regelmatig ga ik in het Parc des Princes kijken. Zeker nu zijn carrière tegen het einde loopt, voel ik bijna de verplichting hem zo vaak mogelijk te zien.

Als journalist die ook over sociaalpolitieke thema’s schrijft, heb ik geworsteld met de vrees dat voetbal een onwaardig onderwerp is: niet belangrijk of diepgaand genoeg om een groot deel van mijn carrière aan te wijden. Na jaren van berichten over klimaatverandering, Donald Trump en Brexit denk ik dat niet meer. Misschien is Messi zelfs een hoger onderwerp dan de politiek. Hij vertegenwoordigt schoonheid, schuurt tegen de grenzen aan van het menselijk vermogen, en hij schaadt niemand met wat hij doet. Dat kun je van weinigen zeggen.

Het is prima als zijn genialiteit jou niet aanspreekt. Het is prima om te menen dat hij overbetaald is. Maar het is onwetend om de schoonheid van zijn spel te ontkennen, puur omdat je het niet begrijpt. Dat is alsof je roept dat opera niks is. Je hoeft dit WK niet te kijken, Messi hoeft je niet te raken, maar van de honderden miljoenen die wereldwijd tegen een bal trappen, is hij de beste, en dat verdient respect. 

Lees verder:

Echte topvoetballers weten dat ze de beste zijn – en spelen daar ook naar In het profvoetbal leveren spelers uitzonderlijke, bovenmenselijke prestaties. Toptalenten bezitten specifieke eigenschappen die ze in geen ander werkveld zo goed zouden kunnen inzetten. Hoe definieer je dit talent, en wat betekent dat voor de rest van de club? Lees mijn analyse hier terug