Als ik aan mijn moeder denk, zie ik haar nog voor het raam zitten. Daar was het licht het best en kon ze in een spiegeltje haar onzuiverheden bekijken. De mee-eters die weggewerkt moesten worden, de groeven in haar voorhoofd.

‘Vind jij jezelf mooi?’ vroeg ik een keer vanaf de bedrand.

‘Soms’, zei ze. ‘Maar ik houd niet echt van wat ik zie.’

Ze kwam een paar jaar later Ik was toen vijftien jaar oud.

Mijn moeder is jaren depressief geweest voor ze een eind aan haar leven maakte. Op een van onze laatste vakantiefoto’s samen is haar buik opgezwollen van de medicatie en zijn haar lippen samengeperst tot iets wat op een lach moet lijken. Hoe vaak we dat beeld ook bekeken, er moest op die buik worden ingezoomd. ‘Gadverdamme’, zei ze dan.

Missie: zelfliefde

Toen mijn moeder er niet meer was, maakte ik het tot mijn missie om wél te houden van wat ik in de spiegel zie. Ook al kon zij het niet langer proberen; mij lukte het misschien. En ik was bang. Bang dat ik mezelf op een dag ook niet meer mooi en interessant zou vinden. Dat ik net zo treurig naar mijn spiegelbeeld zou kijken.

Dus ging ik hard aan de slag met mezelf, aangemoedigd door wat ik om me heen had opgepikt. Whitney Houstons stond vaak op in huis. Ze zingt: ‘Learning to love yourself is the greatest love of all.’

Toen ik achttien was, ging ik in de bibliotheek op zoek naar boeken over liefde. Omdat ik graag een relatie wilde (en dat niet wilde lukken) en vanwege de opdracht die ik mezelf had gegeven. In het boek Verslaafd aan liefde las ik: ‘Geluk ligt in de herkenning van de essentie van de eigen geest. Pas dan kun je echt liefdevolle relaties aangaan.’ Advertenties in de bladen die ik las, deden daar een schepje bovenop: ‘Because you’re worth it.’

Ik ben, net als andere millennials, opgegroeid met het begrip ‘zelfliefde’. We hebben geleerd dat we ‘eerst van onszelf’ moeten houden voor we in staat zijn een waardevolle relatie met een ander op te bouwen. En als dat je niet lukt, moet je dat zelf oplossen.

In Generation Me beschrijft hoogleraar Jean Twenge dat dit mantra eindeloos herhaald is in de popcultuur (en door onze ouders). We hebben het geaccepteerd en overgenomen, zonder er echt over na te denken.

Ik kan me niet herinneren dat ik het ooit een makkelijke opdracht heb gevonden: houden van wie ik ben. Als tiener verafschuwde ik de puistjes op mijn rug en hield ik in strakke T-shirts de hele dag mijn buik in. Soms vond ik het cool dat ik een blog bijhield en op theaterles zat, andere keren schaamde ik me daar juist voor. Hoeveel bemoedigende quotes ik ook op Tumblr las, een rotsvaste liefde was het niet.

Als tiener verafschuwde ik de puistjes op mijn rug en hield ik in strakke T-shirts de hele dag mijn buik in

Nu ik 26 ben, worstel ik er nog mee. Ik ben nog altijd onzeker over mijn buik, zoals mijn moeder dat ook was. En als ik een periode angstig of somber ben, kan ik mezelf meteen vreselijk vinden. Af en toe vraag ik me af of mijn moeder me daarin beïnvloed heeft, omdat zij zo baalde van haar lijf en gemoedstoestand. Ze zei ontelbaar vaak tegen me hoe mooi en slim ze me vond. Maar ik ben bang dat wat ze over mij zei niet het enige is dat is blijven hangen.

Toen ik vorig jaar voor het eerst psychologische hulp kreeg, realiseerde ik me pas dat dit soort onzekerheden niet zo makkelijk in je eentje op te lossen zijn. Het zijn diepgewortelde overtuigingen. Ik geloofde eerder dat ik er hard voor moest werken om mezelf klaar te maken voor het leven, de liefde en mijn eigen geluk. Nu vraag ik me af of zelfliefde niet ontstaat door een wisselwerking, waarbij ook een ander nodig is.

Eigenliefde, eigenwaan, amour de soi

Eeuwen terug sprak de filosoof Jean-Jacques Rousseau al over ‘eigenliefde’. Hij legde de basis voor amour de soi, een van de oudste definities van zelfliefde: een oorspronkelijke, natuurlijke liefde voor jezelf, die Die liefde leren we volgens Rousseau (als het goed is) via onze ouders, zodat we automatisch nastreven wat goed is voor onszelf.

Hoe sterker de oorspronkelijke eigenliefde is, hoe beter we kunnen omgaan met invloeden van buitenaf. Met zijn ideeën sprak Rousseau de christelijke traditie tegen, die nederigheid predikt: ‘Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle nederigheid Niets duivels aan eigenwaan, vond Rousseau.

In China vinden de meeste mensen contact met anderen wél een belangrijk onderdeel van zelfliefde

Mijn moeder had vooral een negatief zelfbeeld door haar depressie. Ik zag wat zo’n gebrek aan eigenliefde met iemand doet. Omdat ze altijd overliep van zelfkritiek, kon ze lastig (intiem) contact leggen, maar tegelijkertijd vond ze het moeilijk om alleen te zijn.

In China vinden de meeste mensen contact met anderen wél een belangrijk onderdeel van zelfliefde, Denk aan het zuurstofmasker in een vliegtuig: je moet het eerst zelf op doen, maar bent daarna in staat om anderen te helpen.

De Caraïbisch-Amerikaanse auteur Audre Lorde zag zelfliefde in 1988 dan ook als de basis voor gemeenschapszin, blijkt uit haar boek Dat paste bij hoe de Black Panther Party zelfliefde (en zorgen voor jezelf) in die tijd naam gaf: als een manier om collectief om te gaan met systematisch racisme, met name Het was een noodzakelijk middel, waardoor je als activist je werk kunt blijven doen. En dat is het nog: zorgen voor jezelf wordt ook door Extinction Rebellion genoemd

Concurreren met je spiegelbeeld

#SelfLove is zó bekend dat het inmiddels een modewoord is geworden. Alleen op TikTok heeft de hashtag #SelfLove al Maar daar betekent het vaak heel wat anders dan Rousseaus amour de soi, of de gemeenschapszin van Lorde. Volgens psychotherapeut Paul Verhaeghe hebben we het idee gekregen dat waardoor iedereen het wel móét maken. We leggen de lat steeds hoger en verwachten een hoop van onszelf: het perfecte lichaam, het juiste eten en waanzinnige prestaties.

‘Er is een soort concurrentie met ons spiegelbeeld ontstaan’, vertelt Verhaeghe in een van zijn lezingen. ‘We moeten steeds blijer met onszelf zijn. Maar de race met onze eigen schaduw kunnen we helemaal niet winnen.’ Onze definitie van ‘perfect’ verandert zo vaak, dat we er met moeite maar heel even aan kunnen voldoen.

We leggen de lat steeds hoger: het perfecte lichaam, het juiste eten en waanzinnige prestaties

We zijn beland in een confidence cult, betogen de Britse sociologen Shani Orgad en Rosalind Gill in hun boek Confidence Culture. Het is een soort sekteachtige verering van zelfliefde, die alle verantwoordelijkheid voor liefde en levensgeluk bij mensen zélf legt. Zo lang je maar van jezelf houdt, komt alles goed – dat idee. Dat klinkt natuurlijk fijn, maar er klopt weinig van, volgens de sociologen.

Je ziet de confidence cult overal online. Daar wordt het niet alleen gepresenteerd als een gevoel, maar ook als een vaardigheid, die je jezelf kunt aanleren: zo lang je A of B doet, volgt zelfliefde.

In een video van influencer Sanny zoekt Geluk, deelt ze tips om jezelf te leren accepteren zoals je bent. ‘Wandelen is selfcare, deze thee is selfcare’, zegt ze. ‘Net als een bad met magnesiumkristallen.’ In beeld verschijnen producten van het merk Rituals, waar Sanny mee samenwerkt.

Sanny is een millennial, de ‘snowflake-generatie’ die vaak wordt verweten zelfliefde te gebruiken als excuus voor egocentrisch en egoïstisch gedrag – generatie Z, idem. Het gaat nu eenmaal niet altijd om wat jij jezelf gunt, luidt de kritiek.

Wat die kritiek versterkt, is dat #SelfLove vaak wordt gebruikt door mensen die duidelijk een vertekend beeld van zichzelf delen. Als je zo van jezelf houdt, waarom zou je dan een filter gebruiken? Schijnzelfliefde, is het dan eigenlijk.

Ik keek in de spiegel nog eens naar mijn buik, een lichaamsdeel waar ik in mijn hoofd ook snel het woordje ‘fat’ opplak

Van de een ‘houdt’ de maatschappij bovendien makkelijker dan van de ander. ‘Love yourself, love yourself!’ schreeuwt een denkbeeldige vrouw tegen de sombere Kat in de serie , die zichzelf te dik vindt. ‘Maar ik haat mezelf!’ schreeuwt ze terug. ‘En voor jou is het makkelijk praten! Jij bent de mooiste persoon die ik ooit heb gezien!’ De vrouw in het hoofd van Kat leek tussen de regels hetzelfde te zeggen: als jij ‘dik’ als iets negatiefs beschouwt, zul je wel niet hard genoeg gewerkt hebben om die gedachten te bestrijden.

Ik keek in de spiegel nog eens naar mijn buik, een lichaamsdeel waar ik in mijn hoofd ook snel het woordje ‘fat’ opplak. Het laatste wat ik wil is dat lelijk of slecht vinden. Toch voelt het vaak wel zo. Mag je houden van jezelf én onzeker zijn? Zou zelfliefde niet juist moeten draaien om ruimte geven aan die imperfecties?

Er is geen quick fix voor onzekerheid

Noem het naïef, maar #SelfLove-posts hebben me door de jaren heen vaak genoeg overgehaald om aan peperdure skincare routines te beginnen. Of elke ochtend om half zeven op te staan, om pilates te doen. Toen dates al jaren op niks uitliepen, nam ik een piercing, een tattoo, en een nieuw kapsel. Want na een rebranding voel je die afwijzingen niet meer, zei Instagram.

In zekere zin deed mijn moeder dit soort dingen ook: dan zocht ze stad en land af naar producten die ‘sterker haar’ beloofden (wat haar op den duur vast gelukkiger zou maken) of stortte ze zich op een Sonja Bakker-dieet. Als het een niet werkte, was er altijd wel iets nieuws om te proberen.

Markttechnisch gezien is het natuurlijk slim om zelfliefde in verband te brengen met producten en tijd voor jezelf. Juist voor kwetsbare mensen klinkt zo’n quick fix maar wat verleidelijk. Dat is precies wat het gevaarlijk maakt: als het product niet helpt, denk je dus dat het aan jou ligt.

Dat is precies wat het gevaarlijk maakt: als het product niet helpt, denk je dus dat het aan jou ligt

Volgens de populaire relatietherapeut Esther Perel hebben selfcare-rituelen dan ook ‘Het kan heerlijk zijn om alleen te zijn, een massage te nemen, iets lekkers voor jezelf te koken. Maar zelfliefde is het niet. Dat is zelfredzaamheid, onafhankelijkheid. Zelfliefde draait om een imperfect mens in de spiegel zien, maar jezelf toch hoog in het vaandel houden.’

Eigen liefde eerst

‘Zelfliefde-gewoontes’, zoals die van Sanny zoekt Geluk, lijken daarnaast op pogingen om een individuele oplossing te vinden voor een gemeenschappelijk gevoel van onvrede: ‘We verlangen ernaar om onszelf los te koppelen van de pijn die nu in de wereld heerst’, ‘Maar dat werkt niet.’

In haar boek Eigen welzijn eerst beschrijft Roxane van Iperen hoe zelfliefde giftige vormen kan aannemen wanneer mensen zichzelf buiten de samenleving plaatsen en veronderstellen dat ze de medemens niks verschuldigd zijn. Zij noemt de groep waartoe mensen die dit doen behoren het product van een extreemrechtse marketingmachine van de middenklasse, waarbinnen solidariteit aan het kortste eind trekt.

Het is een groep die stomverbaasd kan kijken naar mensen in armoede (omdat ze ervan overtuigd zijn dat iedereen genoeg geld kan verdienen, als je maar hard genoeg je best doet), of vanuit de gedachte ‘eigen lijf eerst’ geen vaccinatie wil. Volgens Van Iperen speelt het maakbaarheidsgeloof hier een grote rol in: wie faalt, heeft dat aan zichzelf te danken. Daarom wordt er zo angstvallig vastgehouden aan eigendom en verworvenheden. Als je die kwijtraakt, zal dat wel aan jou hebben gelegen.

Op TikTok en Instagram vind je dan ook selfcare-tips als en ‘omring je alleen met dingen of mensen die je "positieve energie" geven’.

Anderliefde

Toen ik keek naar een documentaire van Sunny Bergman, was ik positief verrast door de betekenis die daar aan zelfliefde werd gegeven.

Deze familie ziet in dat zelfliefde óók in relatie tot anderen ontstaat en groeit

In een scène zien we Kaouthar Darmoni – die geboren werd in Tunesië – in haar ‘privéhamam’ zitten met andere vrouwen. Ze smeren zichzelf en elkaar in met modder. Darmoni vertelt dat ze dit al van jongs af aan doet met haar vrouwelijke familieleden, en hoe dat de basis voor haar zelfliefde heeft gevormd. ‘In Tunesië word je heel vaak geconfronteerd met het vrouwelijk lichaam, van vier tot tachtig jaar oud. Ik heb mijn grootmoeder, moeder en zusjes geëpileerd. Omdat je die evolutie zo goed meemaakt, weet je precies hoe je er zelf uit gaat zien.’

Ik vond dat ontroerend: hoe deze familie inziet dat zelfliefde óók in relatie tot anderen ontstaat en groeit. En dat je de klus niet compleet in je eentje hoeft te klaren.

Misschien is ‘anderliefde’ dus wel een beter woord. Omdat het die wisselwerking erkent en benadrukt dat niemand een eiland is. De wereld heeft juist van mensen nodig dat hun liefde niet stopt bij zelfliefde. Dat we niet blind zijn voor de problemen van een ander.

Onlangs vond ik een oud ‘zwangerschapsdagboek’ van mijn moeder terug; de laatste bladzijde was net voor mijn geboorte geschreven. ‘Je mag nu wel komen’, stond er onderaan. En dan, in een hoekje gekrabbeld, zo klein geschreven dat het bijna niet opviel: ‘Ik ken je nog niet, maar ik houd nu al van je.’

Ik keek even naar mijn handen, ze heeft ze misschien wel duizend keer gekust.

Het begon bij haar, dacht ik bij mezelf.

Meer lezen?

Waarom je beter de #self uit #selfcare kan halen Het zijn gouden tijden voor ‘self-care’. Dat houdt in dat je zelf een grote rol hebt in je eigen fysieke en mentale gezondheid. Maar niet alles is maakbaar of te koop, zeker niet voor de meest kwetsbaren. Dit zijn mijn vier problemen met self-care. Lees de analyse van Tanmoy Goswami Hoogmoed en zelfhaat: welkom in het hoofd van de hedendaagse student De coronacrisis treft studenten in het hoger onderwijs zwaar, lees je overal. En er wás al zo veel aandacht voor de wankele psyche van de student. Maar over het onderliggende probleem gaat het te weinig: de mythe van de meritocratie, waarin je succes én falen aan jezelf te danken hebt. Lees het essay van Nina Polak