Tijd om het immigratiedebat terug te kapen van de schreeuwers

Simon van Teutem
Correspondent Politiek

In het land van rode telefooncellen, geveinsde beleefdheid en gefrituurd ontbijt is iets bijzonders aan de hand.

Decennialang bewoog de Britse angst voor immigratie keurig mee met de werkelijke aantallen – meer nieuwkomers betekende meer bezorgde burgers. Tot zes jaar geleden. Immigratie bleef flink toenemen na het Brexit-referendum, maar de zorgen hierover verdampten gaandeweg. Zes jaar geleden vond procent van de Britten immigratie een van de belangrijkste politieke thema’s, nu is dat (!) procent. Wat is hier gebeurd? 

Jarenlang konden de Britten in tabloids als The Daily Mail en The Daily Express lezen over ‘overstromingen’ en ‘zwermen’ migranten. Het was een schande, stond in chocoladeletters op de voorpagina’s.

Maar sinds 2016 nam dat soort artikelen flink af, net als de zorgen over immigratie. Op z’n minst opmerkelijk, want het aantal immigranten bleef stijgen. Het zou kunnen dat het Britse immigratiedebat grotendeels werd gestuurd door griezelverhalen en bange burgers.

In het Verenigd Koninkrijk overschreeuwt het immigratiedebat al het andere nieuws dus niet langer, maar aan onze kant van het Kanaal is het nog steeds Holle Bolle Gijs: het verslindt krantenpagina’s, maar levert zelden iets zinnigs op. Oppervlakkige kreten herhalen zich vaker dan The Lion King op West End. ‘Meer of minder’ verschilt maar weinig van ‘papier hier’. 

Media dragen regelmatig bij aan misverstanden over immigratie, door incidenten op te blazen en het grote geheel buiten beschouwing te laten. Maar, zoals de Amerikaanse psycholoog en taalkundige Steven Pinker het vorige maand verwoordde in The Financial Times: ‘Journalistiek is een niet-willekeurige steekproef van de ergste dingen die op een bepaald moment op aarde gebeuren. Als je naar de wereld kijkt door de lens van data, in plaats van gebeurtenissen, ziet het er veel positiever uit.’

Misstanden en migratiesprookjes

procent van de Nederlanders (gevoed door retoriek over een multicultureel drama) denkt bijvoorbeeld al jaren dat de criminaliteit toeneemt. Maar CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen maakte daar korte metten mee in zijn boek Met ons gaat het nog altijd goed.

Niet alleen neemt criminaliteit al decennia af, ook daalt criminaliteit aanzienlijk sneller onder tieners met een niet-westerse achtergrond dan onder die met een Nederlandse achtergrond. In 2009 werden tieners met een niet-westerse achtergrond nog drie keer zo vaak verdacht van een misdrijf als vandaag. Het idee dat massa-immigratie zorgt voor een toename van criminaliteit is dus een sprookje.

Nog zo’n miskleun in het immigratiedebat is de obsessie met asielzoekers. Hoe groot denk je dat het aandeel asielzoekers (plus nareizigers) was in het totaal aantal immigranten, tussen 2013 en 2021? Nog geen 15 procent. En toch worden de begrippen ‘asielzoeker’ en ‘immigrant’ geregeld verward. 

Ook het idee dat een menswaardige opvang van asielzoekers Nederlanders klauwen met geld zou kosten, is onzin. De kosten voor opvang beslaan minder dan 0,2 procent van de Rijksbegroting. Nederlanders geven jaarlijks drie keer zo veel uit En nog zijn kiezers bang dat we te gul zijn.

Als bijzaken het van hoofdzaken winnen

Al ik de politiek volg, mijden politici het gesprek over immigratie als oplossing voor grote problemen op de lange termijn. Door bijzaken worden hoofdzaken ondergesneeuwd.

Denk aan vergrijzing: in 1950 stonden er tegenover iedere 65-plusser maar liefst zeven mensen jaar. Nu zijn dat er drie. En over twintig jaar nog maar twee. Dat is een demografische aardverschuiving. Hoe gaan we dit opvangen? En hoe komen we aan arbeidskrachten in cruciale sectoren? We hebben hier in Nederland te weinig ICT’ers om gedigitaliseerde systemen soepel te laten draaien, te weinig bouwvakkers voor nieuwbouw, en te weinig installateurs voor warmtepompen en zonnepanelen.

Moet je de zorgen over de culturele impact van immigratie (en over nationale identiteit) dan negeren? Natuurlijk niet: 45 procent van de Nederlanders zegt dat het land te veel van zijn eigenheid dreigt te verliezen door immigratie en open grenzen. Zo’n breed gedeelde zorg kan niet enkel en alleen door gezwollen retoriek en listige misinformatie zijn ontstaan.

Maar wat vaak wordt vergeten: cultuur kan ook onderdeel zijn van het debat zonder dat het thema het gesprek gijzelt. Er ligt nog veel meer op de weegschaal: naast de vergrijzende bevolking en de arbeidstekorten ook de wederzijdse vrijheid van personenverkeer als onlosmakelijke voorwaarde van de Europese Unie (waar driekwart van de Nederlanders graag deel van uitmaakt).

Ieder standpunt waarbij niet de afweging wordt gemaakt tússen die verschillende factoren is een volwassen gesprek onwaardig. Toch ligt het zwaartepunt van het publieke debat vaak bij mythes over criminaliteit of fabels over asielzoekers. Politici die daartegen ingaan, zijn algauw in de woestijn.

De kar van ons immigratiedebat staat al jaren vast in de blubber van bijzaken.

Tijd voor een volwassen woordenstrijd: serieuze bestuurders moeten het thema immigratie terugkapen van schreeuwers. Ze bevrijden het debat van gijzelnemers die enkel en alleen over cultuur willen praten, door niet bang te zijn om te noemen voor zowel arbeidsmigranten als asielzoekers, en een helder onderscheid te maken tussen muggen (criminaliteit, problemen gelinkt aan asielzoekers) en olifanten (vergrijzing, arbeidstekorten).

Dat het kan, zien we In Nederland hebben we inmiddels lang genoeg in het luchtledige geluld.

Meer lezen?