In Iran is een revolutie gaande. Maar wat daar gebeurt, staat niet langer op de voorpagina van de krant. Juist daarom is het belangrijk dat we de protesten geen moment uit het oog verliezen. 

Sinds de 22-jarige Koerdische op 16 september werd vermoord door het Iraanse regime, zijn demonstrerende Iraniërs niet meer van de straat af te slaan – al doet het regime er alles aan om de protesten de kop in te drukken. 

Volgens mensenrechtenorganisaties werden inmiddels al 419 demonstranten – onder wie 50 kinderen – vermoord en meer dan 15.000 mensen Op 6 november 2022 stemde een ruime meerderheid van het Iraanse parlement vóór aan gevangengenomen demonstranten. Zes mensen werden al ter dood veroordeeld. 

Gewelddadige repressie is een beproefd recept voor het regime, de Islamitische Republiek. Door keihard terug te slaan en angst en verdeeldheid te zaaien, werden eerdere protesten met succes bestreden. 

Maar dit keer werkt dat niet.  

werd door de Iraanse zedenpolitie opgepakt en mishandeld omdat ze zich ‘onzedelijk’ zou hebben gekleed. Niet veel later overleed ze aan haar verwondingen. Haar dood bracht Iraniërs bij elkaar. Wat eerder onmogelijk leek, lijkt nu te lukken: mensen uit de hele samenleving vormen één front tegen het regime. Als de protesten lang genoeg aanhouden, zou dit weleens het einde van de Islamitische Republiek kunnen betekenen.

Maar wie hier in Nederland het nieuws volgt, krijgt niet de indruk dat er iets historisch aan de hand is. Midden-Oosten-kenner en NRC-journalist Carolien Roelants dat we kennelijk niet zo goed weten wat we met de demonstraties aan moeten.

Omdat de revolutie zich stapsgewijs voltrekt, zijn de gebeurtenissen daar niet spectaculair genoeg om de voorpagina’s te halen. Wat zich geleidelijk ontwikkelt – hoe groot en belangrijk ook – wint het niet van het nieuws.

Dat het geen nieuws is, kan grote gevolgen hebben. Revoluties als die in Iran gaan te traag om de media-aandacht vast te houden, terwijl hun kans van slagen voor een flink deel wordt bepaald door de aandacht die wij ervoor hebben.

Als er iets is wat het Iraanse regime graag ziet, is het wel dat wij wegkijken.

Dit protest is anders

De afgelopen decennia zijn er meerdere grootschalige protesten geweest in Iran. Geen daarvan heeft geleid tot de val van de Islamitische Republiek. Mensen zijn daarom geneigd te denken dat ook deze demonstraties niets gaan veranderen.

Maar vergis je niet: de aard van de protesten is dit keer fundamenteel anders.

Bij voorgaande protesten sloeg de vlam in de pan vanwege een specifieke onvrede: de Groene Revolutie in 2009 draaide om corruptie tijdens de presidentsverkiezingen, de demonstraties in 2018 en 2019 werden grotendeels gedreven door economische malaise. De belofte om verkiezingen eerlijker te maken, en een opleving van de economie, waren – – genoeg om een revolutie te voorkomen. 

Nu is het regime zelf mikpunt van verzet. Deze protesten komen voort uit álle onvrede over de Iraanse regering. Dat maakt het onmogelijk voor het regime om te voldoen aan de eisen die de demonstranten stellen. De Islamitische Republiek moet weg, Iraniërs gaan niet meer terug naar een systeem gebouwd op angst. 

Bovendien vecht deze keer niet één groep tegen het regime. De stuwende kracht in 2009 was de stedelijke middenklasse, vooral in Teheran. En in 2018 en 2019 waren het vooral de werklozen en stedelingen die zij aan zij in protest kwamen. 

De protesten dringen door tot alle lagen van de bevolking. Koerden in het noordwesten trekken samen op met Baluchi’s in het zuidoosten, jongeren uit de nieuwe middenklasse met werklozen en armen.

Gewapend met smartphone verspreiden Iraniërs beelden van het geweld van het regime tot ver buiten de landsgrenzen. Propaganda van het regime krijgt zodoende minder voet aan de grond. Iraniërs laten zich niet langer verdelen; samen zijn ze de angst voor het regime de baas.

Angst als wapen

Niet dat er niks is om nog bang voor te zijn: door de straat op te gaan, zetten Iraniërs veel op het spel. Ze lopen het risico in elkaar geslagen te worden, opgepakt of zelfs neergeschoten. Wie wordt meegenomen door staat mogelijk marteling en executie te wachten. 

Repressie bestaat bij de gratie van angst. Wie die overwint, slaat het belangrijkste wapen van de onderdrukker uit handen. 

En daar kunnen we buiten Iran bij helpen. Door niet weg te kijken, maar onze ogen open en camera’s draaiende te houden. Want juist het besef dat wij meekijken en solidair zijn met de Iraniërs op straat kan het cruciale duwtje in de rug geven om die moed vast te houden. 

Een revolutie is geen sprint, maar een marathon. Om de finish te halen, kunnen we Iraniërs helpen door ze langs de zijlijn aan te moedigen. Door te juichen bij elke stap die ze zetten in de richting van hun vrijheid, weg van de angst.

Meer lezen?

Hoe de arrestatie van een 17-jarig meisje Iran aan het dansen kreeg In Iran is dansen verboden. Dus danst de 17-jarige Maedeh Hojabri thuis en zet dat op Instagram. Als de politie haar arresteert, gebeurt het ongelooflijke: vrouwen en mannen beginnen dansvideo’s te posten. Regisseur Shoresh Kalantari verzamelde de filmpjes en reconstrueerde drie maanden dansrevolutie in de film Dansend Teheran. Ga naar deze video De Soedanezen vechten voor een Arabische Lente 2.0 (maar het regime vecht net zo hard terug) Bij het bloedige neerslaan van de demonstraties in Soedan, waar burgers al sinds december vragen om meer democratie, vielen al meer dan honderd doden. Toch blijven de betogers vasthouden aan vreedzaam protest. ‘Alleen als we geen geweld gebruiken, hebben we een kans’, zegt een activist vanuit Khartoem. Ga naar dit artikel