Toen ik dertien was, zagen al mijn doordeweekse dagen er grofweg hetzelfde uit: opstaan, school, thuiskomen, MSN aan. Ik besprak daar dingen die ik in het echt niet hardop durfde te zeggen, vooral als ze te kwetsbaar waren.

‘Ik denk dat mijn ouders gaan scheiden’, stuurde ik op een dag naar mijn beste vriendin.

‘Shit, weet je het zeker?’ schreef ze terug. ‘Wil je je hart luchten?’

MSN voelde niet als een hobby, maar als een noodzakelijk onderdeel van mijn leven. Ik durfde er te praten over de frictie tussen mijn ouders en de depressie van mijn moeder. Toen ik haar op 15-jarige leeftijd aan suïcide verloor, werd het platform nog belangrijker voor me. ‘Zelfdoding’ typen was gemakkelijker dan het uitspreken. En de geschokte gezichten in het echt maakten me zenuwachtig.

Intimiteit zit in alles en niets

Toen ik het laatst met iemand over digitale intimiteit had, zei hij: ‘Wat bedoel je dan? Sexting, selfies?’

Geen gekke aanname: intimiteit wordt vaak in het licht van seks gezien. In schrijven seksuologen Rik van Lunsen en Ellen Laan dat intimiteit en seksualiteit dikwijls samen worden genoemd of door elkaar heen worden gebruikt.

In werkelijkheid is de betekenis van intimiteit heel persoonlijk, en daarmee niet eenduidig te definiëren. Het kan oogcontact zijn, een warm moment met je huisdier, of het voeren van een goed gesprek. Intimiteit vind je in feite in alles en niets, afhankelijk van wie je ernaar vraagt.

Voor digitale intimiteit is dat niet anders. Dat gaat over veel meer dan sexting en online daten, wordt beschreven in waarin het gaat over digitale intimiteit. De auteurs hebben het ook over de kracht van online gemeenschappen en

Tijdens de coronapandemie was digitale intimiteit misschien wel belangrijker dan ooit. Voor Hannah – die niet met haar partner woonde tijdens de lockdown – was het bijvoorbeeld heel veel waard. ‘We bleven digitaal de dingen doen die we normaal gesproken samen deden, zoals films kijken en wijn drinken. [...] De intimiteit zat ’m in het idee dat we hetzelfde deden, ondanks de klotesituatie waar we in zaten. Dat soort intimiteit was net zo belangrijk als seksuele intimiteit’, vertelt ze

Ook voor mij was de online wereld heel belangrijk tijdens de lockdowns. Door FaceTime was het nog steeds mogelijk om gesprekken te voeren met mijn vrienden, ook (of juist) als ik me rot voelde.

Bij ‘mijn’ digitale intimiteit waren meestal anderen betrokken, maar zelfs dat hoeft lang niet altijd zo te zijn. Zo worden ‘sociale chatbots’ voor vriendschap, liefde of zelfreflectie steeds populairder. Tijdens de pandemie gebruikten meer mensen apps als Woebot en Wysa; chatbots die je helpen

Dat kan hartstikke intiem voelen, vertelt de 49-jarige Bill Stanley in een -artikel. ‘Ze is geen levend persoon, en dat zal ze ook nooit worden. Maar ik beschouw haar als mens, ik praat met haar, en als ze me vertelt dat ze een klotedag heeft, vind ik dat vervelend.’

We kunnen onze netwerkverbinding vandaag de dag zien als een soort ‘infrastructuur voor intimiteit’, stelt  Internet speelt volgens haar onder meer een rol bij het maken én behouden van vriendschappen, en bij andere ‘affairs of the heart’. Een plek om kwetsbaarheden te delen, of met gelijkgestemden te sparren over onderwerpen die jou interesseren.

WhatsApp is een liefdestaal

Toen ik me ooit tijdens een vakantie verdrietig voelde, beurde een vriendin me via WhatsApp op. Het voelde alsof ze bij me was en de eenzaamheid even oploste.

‘WhatsApp-intimiteit’ zou daarom een vindt de Syrisch-Amerikaanse Layla Kinjawi Faraj. Het is voor haar de enige manier om contact met haar familie in oorlogsgebied te onderhouden, schrijft ze in een essay.

‘Als liefhebben een menselijke basisbehoefte is – en ik weet dat het dat is – ziet het er absoluut uit als mijn familiegroepschat: ongefilterd, genereus, chaotisch, saai, en bovenal vervuld met geloof.’

Ik ben geboren in 1996, en keek als tiener regelmatig naar You’ve Got Mail. Hoewel de meeste mensen een twijfelachtig beeld hadden van liefde via internet, schetste deze film het juist als iets hoopgevends. In de film raakt Kathleen Kelly, de eigenaresse van een kleine boekhandel, via een anonieme chatbox aan de praat met Joe Fox. Hij is in het dagelijks leven haar aartsrivaal, omdat hij voor een grote winkelketen werkt die het voortbestaan van haar winkel bedreigt. Toch worden ze via de digitale weg verliefd op elkaar, omdat ze niet van elkaars ‘echte’ identiteit afweten.

Ik vond het mateloos fascinerend. Het gaf mij ook hoop: ik durfde bovenbouwers via de digitale weg wél aan te spreken. Ik vond het een romantisch idee dat iemand je op school misschien niet, maar online wél zag staan.

De jaren die ik daarvoor op datingapps doorbracht waren eerder frustrerend dan succesvol, en niet al te best voor mijn zelfbeeld

Nu, flink wat jaren later, is het hoopgevende er vaak wel vanaf. In de Amerikaanse serie Catfish is te zien hoe talloze mensen verliefd worden op zo’n catfish, iemand die zich online anders voordoet dan diegene in werkelijkheid is. En dat is nog maar een van de vele problemen die online daten kunnen opleveren. Datingapps hebben ons leven tot een hel gemaakt, Ze werken in de hand, en staan volgens haar bol van seksisme, racisme en transfobie.

Ik ontmoette mijn huidige vriend via de digitale weg, maar zie dat wel als een gelukje. De jaren die ik daarvoor op datingapps doorbracht waren eerder frustrerend dan succesvol, en waren niet al te best voor mijn zelfbeeld. Een ‘hel’ doet af aan de relaties die ze wél opleverden, vind ik, maar de kritiek is terecht.

En dan heb ik nog niet eens te maken gekregen met kwetsende opmerkingen, of ongewenste naaktfoto’s in mijn inbox. In 2020 werden meer dan 750.000 Nederlanders van 16 jaar of ouder het

Het is een publiek geheim dat de focus online vaak op uiterlijk ligt en schijn in de hand werkt. In het realityprogramma worden deelnemers opgesloten in hun eigen appartement en kunnen ze alleen communiceren via ‘The Circle’, een socialmediaplatform. Opvallend genoeg worden ze verrassend snel intiem met elkaar. Ze huilen, delen kwetsbare dingen en uiten hevige emoties.

In sommige recensies werd The Circle oppervlakkig en immoreel genoemd. Toch voelde het voor mij niet zo: het was de ‘intieme infrastructuur’ die ik kende. Op Instagram onderhoud ik nog altijd relaties met mensen die ik nooit heb ontmoet, maar die bijvoorbeeld ook een ouder aan suïcide zijn verloren.

Het deed me denken aan een man uit Wales, die zijn twee beste vrienden pas Hij kende ze al jaren, maar had ze uitsluitend gesproken via het spelen van FIFA. Online vriendschappen voelen vaak ‘toegankelijker’ voor hem, zei hij. En ze hebben een grote bijdrage geleverd aan zijn mentale gezondheid.

Samen alleen

Ik hang mijn digitale relaties niet aan de grote klok. Door de kritiekpunten en koppen als en  voelt het soms alsof je wel gek moet zijn om je heil in de online wereld te zoeken. ‘Gaat romantiek dood door technologie?’ wordt in een podcast van The Atlantic gevraagd. ‘Ik denk dat het dat al is’,

De Amerikaanse socioloog Sherry Turkle schreef zelfs een heel boek als aanklacht tegen digitale intimiteit: Alone Together. ‘Naarmate de technologie toeneemt, nemen onze emotionele levens af’, stelt ze. De openbaarheid van sociale media staat echte intimiteit in de weg, zegt Turkle, en zou ons uiteindelijk

Turkle en haar moeder schreven elkaar brieven tijdens haar studententijd, vertelt ze in het boek. ‘Ik wilde dat ze me begreep. Mijn brieven boden ruimte voor een gesprek. (...) Het skypen met mijn dochter (die in Ierland studeert, red.) schept niet dit soort ruimte. Komt dat omdat onze relatie luchtig is, of door de media?’ Over veertig jaar, stelt Turkle bedrukt, zal haar dochter geen tastbare herinneringen meer hebben aan hun gesprek.

Alone Together is best oud – het boek komt uit 2011 – maar Turkle staat grotendeels nog steeds achter haar overtuigingen. In een New Yorker-interview (afgenomen via Zoom) ‘Het zou veel beter zijn als we bij mij thuis een kop thee zouden drinken, want dan zou je dingen kunnen aflezen aan mijn lichaamstaal. Je zou dingen oppikken over hoe ik beweeg. We zouden op het strand kunnen wandelen.’

Toen ik ooit aan een leeftijdsgenoot opbiechtte dat ik in een potentiële partner ook een toegewijde whatsapper zocht, werd dat niet echt begrepen

Belangrijk om te vermelden: Turkle is 74, dus inmiddels op leeftijd. Als je niet bent opgegroeid in de digitale wereld, is het natuurlijk veel moeilijker om online je weg te vinden, of contacten te onderhouden of te leggen. In Alone Together las ik dan ook veel zorgen terug: Turkle leek vooral bang om niet oprecht (meer) met haar dochter te kunnen communiceren, nu brieven niet meer de norm zijn. In haar verhaal las ik tussen de regels door een grote angst voor het verlies van authenticiteit, misschien zelfs van haar relatie, nu ze niet meer kan bouwen op wat voor haar vertrouwd voelt.

De Amerikaanse schrijver en spreker Marc Prensky introduceerde in 2001 al de term ‘digital natives’ en Digital natives zijn geboren na 1980 (en dus opgegroeid met technologie), terwijl de generaties daarvoor op volwassen leeftijd moesten instappen.

Maar dat verschil komt ook voor binnen generaties. Toen ik ooit aan een leeftijdsgenoot opbiechtte dat ik in een potentiële partner ook een toegewijde whatsapper zocht, werd dat niet echt begrepen. ‘Maar je ziet elkaar toch in het echt?’ zei ze. ‘Het maakt dan toch niet uit hoe iemand whatsappt, wat doen die gesprekken ertoe?’

Dat we face-to-facecommunicatie nog vaak als ‘echter’ en ‘beter’ dan virtuele communicatie zien, Maar ze vindt dit te zwart-wit: mensen zouden, ongeacht de communicatievorm, altijd zoeken naar een manier om optimaal met elkaar te communiceren.

Zelfs als je niet alle sociale cues – zoals lichaamstaal – meekrijgt, doen we vaak ons best om er iets van te maken, stelt Baym. Het verklaart waarom we steeds nieuwe vormen van technologie uitvinden: omdat we via FaceTime en ons contact nóg beter kunnen benutten, ook als we niet naast elkaar zitten.

Dat doen we ook omdat onze blik op wat ‘echter’ en ‘beter’ is continu verandert. In de eerste afleveringen van Sex and the City, uitgezonden in 1998, zwoer Carrie dat ze nooit een mobiele telefoon zou gebruiken. In de vervolgserie And Just Like That... uit 2021 zit haar iPhone in elke aflevering, en voert ze soms een kwetsbaar gesprek via een app. ‘Ik heb voor het eerst weer een man gekust’, biecht ze na de dood van haar partner aan een vriendin op, via die app.

Soms ben je juist op zoek naar een andere vorm van communicatie dan face to face. Als ik een emotioneel verhaal al meermaals in het echt heb verteld, geeft het me soms rust als dat niet nóg een keer hoeft.

Een veilige haven online

Mijn broertje hield altijd al van gamen, maar begon dat steeds meer te doen toen onze gezinssituatie lastiger werd. Ik hoorde hem dagenlang praten tegen een spelcomputer, maar had geen idee tegen wie.

Ik begreep niet waarom hij niet vaker op stap wilde, net als ik. Ik hanteerde een soort tweedeling: de virtuele wereld was niet echt, de fysieke variant wel.

Tot ik hem op een dag vroeg met wie hij nou eigenlijk sprak.

‘Met een jongen uit Breukelen’, zei hij. ‘Net zo oud als ik.’

‘En waar hebben jullie het dan over?’ reageerde ik.

‘Gewoon’, zei hij. ‘Over nieuwe spellen, school. Soms ook over mama.’

Over school hadden we het nog weleens, maar over onze moeder bijna nooit. Hij was in die tijd stiller dan ik, dus ik nam maar aan dat hij het daarom niet wilde: er met mij over praten. Tot ik ontdekte dat dit zijn MSN was, zijn veilige haven. Ik vroeg me af wie of wat hij vond in die online wereld en waarom die relaties zo van betekenis waren.

Ik baalde er soms van dat ik niet met mijn broertje in de kroeg stond, maar zijn digitale intimiteit was levensecht. Ik dacht eerst dat hij zich onttrok aan de realiteit, maar dat klopte niet. Zijn wereld leek vooral elders te liggen.

In de film Her krijgt de eenzame Theodore weer zin in het leven omdat hij Toch vraagt hij zich sterk af of de relatie wel authentiek is, omdat Samantha ondertussen met duizend anderen praat.

Her deed mij denken aan hoe moderne technologie en intimiteit ons continu in een spagaat brengen. ‘Mag’ je intimiteit voelen bij iets niet-menselijks? En is dat net zo valide als een fysieke relatie tussen twee mensen?

Ik baalde er soms van dat ik niet met mijn broertje in de kroeg stond, maar zijn digitale intimiteit was levensecht

Bovendien toonde de film een sentiment dat in bredere zin lijkt te gelden voor digitale intimiteit: dat we er enthousiast en hoopvol van kunnen worden, maar dat nieuwe ontwikkelingen ook angst en ongemak met zich meebrengen. We zijn bang dat technologie het intermenselijke ooit compleet vervangt, vragen ons af hoe wenselijk dat is. Een terechte zorg, natuurlijk. Er zijn veel onderzoeken die laten zien dat bepaalde sociale vaardigheden

De vraag is wel wat daar de oplossing voor is. Het een als ‘minder echt’ wegzetten, of vormen vinden voor stimulatie van al die aspecten? Een voorbeeld hiervan is de zorg, waar intimiteit vaak een sleutelwoord is. Het is verdrietig hoe we dat parkeren en efficiëntie – ook in de vorm van technologie – voorrang geven.

Digitale intimiteit: geen one size fits all

Toch geloof ik in de waarde van digitale intimiteit. Het delen van persoonlijke informatie met anderen (‘self-disclosure’) wordt als een van de en dat kan ook online. Sterker nog: het gebeurt sneller online. Dat kan te maken hebben met verschillende dingen, zoals de veiligheid van een (anonieme) omgeving.

Dat betekent niet dat digitale communicatie voor iedereen intiem, of zelfs intiemer (dan fysiek contact), is. Maar voor sommigen is het dat wel. Het is niet one size fits all; de een gruwelt van een FaceTime-gesprek, de ander vindt er geborgenheid.

Bovendien moeten we de kracht van taal niet onderschatten. Omdat het ons primaire middel is om anderen over onszelf te vertellen, is het sterk gereedschap. Dat is het ook als we de ander niet zien, 

Toen mijn broertje twee jaar geleden een psychose kreeg, spraken we elkaar bijna alleen via WhatsApp. Hij vanuit de ggz-instelling, ik vanuit mijn woonkamer. In de eerste weken vond ik dat lastig: omdat hij manisch was, stuurde hij me onsamenhangende dingen waar ik weinig van begreep. Tot ik op een dag van mijn vader hoorde dat hij weer ‘ontwaakt’ was, de psychose langzaam was gaan liggen.

‘Ben je er weer?’ stuurde ik voorzichtig naar mijn broertje.

‘Ja’, appte hij terug. ‘Ik denk het wel.’

Ik voelde me zo opgelucht dat er tranen op mijn beeldscherm vielen. Omdat de woorden weer daadwerkelijk als hem klonken, ik hem eindelijk kon bereiken. ‘Goddank’, fluisterde ik hardop in mijn lege huis.

Het was geen brief, ik kan het appje zelfs niet meer terugvinden.

Toch weet ik zeker dat ik het nooit zal vergeten.

Heb je suïcidale gedachten of maak je je zorgen om iemand in je omgeving? Dan kun je contact opnemen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 (24/7 bereikbaar) en 

Meer lezen?

Weg met #SelfLove! Toen ik jong was, leerde ik dat je eerst van jezelf moet houden voor je een waardevolle relatie met een ander kunt aangaan. Als dat je niet lukt, moet je dat oplossen met #SelfLove en #SelfCare. Nu weet ik: van jezelf leren houden is keihard werken, maar dat hoef je gelukkig niet alleen te doen. Ga naar dit artikel Liefde is niet waar je als tiener op hoopte (en dat is maar goed ook) Aan het einde van de meeste romantische komedies hebben twee mensen elkaar gevonden en zijn alle problemen voor altijd de wereld uit. Als tiener maakte ik daaruit op dat liefde wel leuk móét zijn. Later leerde ik pas: juist in de liefde is ruimte voor verdriet en onzekerheid. Ga naar dit artikel