Dicht op de huid van de grootste metalband ter wereld
Het is verdomd eenvoudig om de draak te steken met Metallica. Elke minuut een grommende ‘yeah!’ van zanger en ritmegitarist James Hetfield;* de timing van drummer Lars Ulrich die geregeld zoekraakt midden in een nummer;* het iconische wah-wah-pedaal van leadgitarist Kirk Hammett* waar je na een half album wel klaar mee bent.
Maar net zo simpel is het om Metallica een warm hart toe te dragen. Het is de bekendste metalband ter wereld, ze maakten het thrashmetalgenre groot, verkochten 120 miljoen T-shirts en 125 miljoen platen, en blazen na 41 jaar nog altijd avond na avond arena’s weg met rauwe zang, beukende baslijnen en schreeuwende gitaarsolo’s.
Weinig bands maakten zo’n succesvolle comeback na een verongelukte bassist, een vergeefse strijd tegen online piraterij of het uitbrengen van een dramatisch album waarop de snaredrum klinkt als het doffe deksel van een vuilnisemmer.*
Muziekjournalist Amanda Petrusich trok op met de bandleden – twee kemphanen (Hetfield en Ulrich) en twee kalme zielen (Hammett en bassist Robert Trujillo). Vooral frontman Hetfield worstelt twintig jaar na de fenomenale relatietherapiedocu Some Kind of Monster nog altijd met zijn demonen. Maar Metallica blijft fier overeind; een elfde album met bijbehorende wereldtour is onderweg.*
The New Yorker: ‘The Enduring Metal Genius of Metallica’ (Leestijd: 45 minuten)