Deze week: vriendschap door een beeldscherm

Sanne van Rij
Journalist

Elke week brengen we vijf artikelen van de afgelopen week extra onder de aandacht. Te beginnen met: journalist Sanne van Rij over hoe technologie zeker niet alleen afbreuk doet aan intimiteit.

Toen ik acht was, at ik voor het eerst mosselen met mijn ouders. Idols mocht ik normaal nooit afkijken, maar die avond wel. Later lag ik tussen mijn vader en moeder in, in hun grote tweepersoonsbed, tot ik van de warmte in slaap viel. Het is een van mijn eerste intieme herinneringen.

Hoe langer ik me met intimiteit bezighoud, hoe meer ik me realiseer dat het in alles en in niets zit. Het begrip wordt vaak geassocieerd met fysieke aanraking, maar in werkelijkheid is de betekenis heel persoonlijk. Het kan ook intiem zijn om naar een mooi kunstwerk te staren, of naast je huisdier op de bank te liggen. 

Het is gek dat we amper stilstaan bij dit type intimiteit. Door het continu te koppelen aan seksualiteit, zou je bijna vergeten dat intimiteit veel meer behelst.

Zo sprak ik laatst auteur Mimi Zhu, die zei: ‘Intimiteit hoeft niet poëtisch of romantisch te zijn. Het draait ook om radicale eerlijkheid – om je lelijke kanten delen.’

Iedereen heeft intimiteit nodig om zich verbonden te voelen, tot wie of wat dat dan ook is. Het lijkt me goed om al die uitingsvormen te erkennen, zonder daar een oordeel over te hebben.

Daarom publiceerde ik deze week een essay over online intimiteit. Soms wordt gevreesd dat technologie de dood van intimiteit betekent, maar dat is te zwart-wit gedacht. Voor mij is de vraag: wie of wat vinden we in de digitale wereld, en waarom zijn juist die relaties vaak van grote betekenis?


Filmmaker en journalist Beri Shalmashi ziet dag in dag uit beelden uit Iran. Haar telefoon toont demonstraties, rouwende ouders, in elkaar geslagen jongeren en propaganda. Het staatsgeweld neemt toe. Toch concludeert zij: de revolutie is niet meer te stuiten. Correspondent Lex Bohlmeijer ging met haar in gesprek.


Als straatarts weet Michelle van Tongerloo dat een klein gebaar een groot verschil maakt in het leven van een dakloze. Maar om zo’n gebaar te maken heb je wel een specifiek talent nodig: het kunnen beklimmen, omzeilen of negeren van bureaucratische muren.


Jarenlang deed de Nederlandse overheid weinig om de ongelijkheid tussen Europees en Caribisch Nederland aan te pakken. De armoede op Bonaire, Sint Eustatius en Saba groeide. Nu lijkt het tij te keren. Gastcorrespondent Koloniaal heden Phaedra Haringsma onderzoekt: is dit reden tot hoop?


Oranjeverdediger Stefan de Vrij heeft een specialisme dat niet opvalt, maar wel werkt: positionering. Dus als De Vrij een topwedstrijd speelt, zien de meesten dat niet. Lof ontvangt hij voor bijzaken. Of er komt kritiek terwijl hij weinig fout doet.

De Vrij is bij uitstek een speler die beter uit de verf komt als je let op zijn data, ziet Michiel de Hoog.