Dit zijn onze favoriete boeken van 2022 📚
Een goed boek is het ideale gezelschap tijdens de donkere dagen. Onze redacteuren tippen hun favorieten – fictie en non-fictie – van dit jaar.
Olaf Koens – Alle Oekraïners die ik ken (en een paar van wie ik alleen maar gehoord heb)
RTL Nieuws-correspondent Olaf Koens doet in zijn nieuwste boek verslag van de oorlog in Oekraïne. Hij beschrijft zijn ontmoetingen met Oekraïners op treinstations, in ziekenhuizen en in verwoeste straten. Bijvoorbeeld met scholieren die met de benen over elkaar op een bankje zitten en weigeren Oekraïne te verlaten. Op de achtergrond: explosies.
Moet je als correspondent wel op die wijze, aan de hand van gesprekken met ‘gewone’ mensen, een oorlog verslaan? Zou zo iemand juist niet in de haarvaten van de politiek moeten zitten?
Onlangs interviewde ik Koens over zijn boek en werkwijze in een Haags theater. Na afloop fluisterde een bezoeker – ze kijkt naar eigen zeggen alleen naar ‘alternatieve media’ – me toe dat ze door Koens’ verhaal wel gelooft dat de oorlog echt is en Poetin een gevaar. Met zijn werkwijze, en daarom ook met zijn boek, brengt Koens de oorlog dichtbij en maakt die menselijk. (Hizir Cengiz, correspondent Twijfel)
Andrea Elliott – Invisible Child: Poverty, Survival & Hope in an American City
Journalist Andrea Elliott volgde negen jaar lang Dasani Coates, een dakloos meisje uit New York. In haar boek Invisible Child schrijft ze over dakloze kinderen zoals er nooit over ze wordt verteld: op een manier die een diepgaand begrip oplevert van hun belevingswereld.
Elliott begeleidde Dasani en haar zeven broers en zussen naar school, naar de rechtbank, naar afspraken met jeugdzorg. Als ze ergens niet bij mocht zijn, gaf ze hen camera’s mee of vroeg hun een dagboek bij te houden. Zo ben je er als lezer bij als Dasani ’s ochtends vroeg de kamer in de daklozenopvang schoonmaakt waar het hele gezin in slaapt, als ze in de metro danst om geld te verdienen en als ze op school vecht met een meisje dat haar pest omdat ze dakloos is.
Elliotts boek is een indringende kritiek op het systeem dat kinderen als Dasani hoort te helpen. Zo laat de kinderbescherming kinderen liever uit huis plaatsen dan dat ze ouders de middelen geeft om goed voor hen te zorgen. Dat heeft als gevolg dat de kinderen bij een rits pleeggezinnen geplaatst worden en families uit elkaar wordt getrokken. Dat is niet alleen slechter voor de kinderen, maar ook duurder dan wanneer hun ouders geld hadden gekregen voor eten en de huur. (Josta van Bockxmeer, correspondent Wonen)
Charles Foster – The Screaming Sky
Je hebt twee soorten mensen: zij die de lucht horen schreeuwen, en zij die dat niet doen. Lees dit poëtisch-wetenschappelijke boekje en je behoort voor de rest van je leven tot de eersten.
Het gaat over de gevederde boemerangetjes die je in warme maanden boven elke stad kunt zien – en vooral horen – vliegen. Boven onze redactie, bijvoorbeeld, wemelt het ervan: gierzwaluwen, met hun eindeloze schrille gilletjes. Ze broeden hier in de Europese zomer onder dakpannen, en vliegen na gedane zaken naar het Afrika bezuiden de Sahara – Ivoorkust, Ghana, Congo. Daar vliegen ze tien maanden lang boven de uitgestrekte wouden op jacht naar insecten.
De lucht is hun thuis – landen doen ze eigenlijk alleen om te broeden. En veel meer dan dat is er niet over ze bekend: gierzwaluwen zijn vliegende vraagtekens. We weten niet eens hoeveel er zijn, niet of het goed of slecht met ze gaat.
Niemand die dat grenzeloze mysterie beter vangt dan de compleet geobsedeerde Engelsman Charles Foster. In The Screaming Sky staat hij uitgebreid stil bij wat er over zijn muze bekend is, maar maakt vooral ook gehakt van biologen die de vele raadsels rondom gierzwaluwen denken te hebben ontrafeld met vage theorieën, gebouwd op wankele getallen en menselijke vooroordelen. (Thomas Oudman, correspondent Voedsel)
Banana Yoshimoto – Kitchen
Hij is zeker niet nieuw, deze Japanse klassieker uit 1988. Maar dit jaar is-ie opnieuw naar het Nederlands vertaald. Kitchen is een eenvoudig maar gelaagd verhaal over Mikage, die na het overlijden van haar grootmoeder in huis wordt genomen door haar studievriend Yoichi en diens moeder Eriko, die vroeger als man door het leven ging. Het boek biedt daarmee een zeldzaam inkijkje in hoe er ruim dertig jaar geleden binnen de Japanse maatschappij tegen trans personen aangekeken werd.
De beschrijvingen van het verleden en voorkomen van Eriko en haar transgender vriendinnen voelen hopeloos gedateerd. Toch is Eriko een van de sympathiekste transgender personages die ik ooit in de literatuur ontmoette. Ze is een mens dat rouwt en troost. En die kwetsbaar is voor het transfobe geweld waar de gemeenschap het ook vandaag de dag nog mee te stellen heeft. (Valentijn De Hingh, correspondent Identiteit)
Svetlana Aleksijevitsj – Chernobyl Prayer: A Chronicle of the Future
Op 24 februari 2022 hield de wereld haar adem in. Russische troepen vielen Oekraïne binnen en veroverden op dag één van de invasie de voormalige kerncentrale van Tsjernobyl. Sinds de explosie van een nucleaire reactor in 1986 monitoren wetenschappers de zone rondom het complex haarscherp op stralingsgevaar. De Russen leek het weinig te deren: vijf weken lang vermoordden en ontvoerden ze personeel, sloopten ze meetapparatuur en legden ze loopgraven aan in de radioactieve bodem.
De respectloze en onwetende houding van de Russen moet een traumatische flashback zijn geweest voor getuigen van de kernramp in wat toen nog de Sovjet-Unie was. In 1997 schreef de Belarussische auteur en Nobelprijswinnaar Svetlana Aleksijevitsj Chernobyl Prayer, een even hartverwarmende als hartverscheurende kroniek van het nucleaire no man’s land rondom Tsjernobyl.
Ze interviewde een weduwe die haar echtgenoot zijn organen in bloederige klodders zag ophoesten door de stralingsziekte; hoorde over huisdieren die tijdens de evacuaties werden achtergelaten en langzaamaan weer één werden met de natuur; en noteerde de krachtigste uitspraak die ik ooit heb gelezen over de fatalistische Sovjetmentaliteit: ‘Some day, we’ll have everything. We’ll have forgotten how to suffer. Then who will find us interesting?’ (Riffy Bol, algemeen redacteur)
Melissa Febos – Body Work: The Radical Power of Personal Narrative
‘Social justice has always depended on the testimonies of the oppressed’, schrijft Melissa Febos in haar boek Body Work. Febos, die eerder verslag deed van haar tijd als BDSM-meesteres, neemt het lichaam als uitgangspunt voor haar schrijven.
Dit boek – deels memoires, deels masterclass in non-fictie – gaat over het belang van verhalen, wie ze vertelt en op welke manier. Febos doet verslag van haar eigen ontwikkeling als schrijver en maakt daarmee een groter punt over de vooroordelen die bestaan over het persoonlijke essay als vrouwelijk en (dus) sentimenteel – geen serieuze literatuur. Febos verheft ‘navelstaren’ tot kunstvorm én politieke daad: het is immers ons lichaam dat getuige is van de wereld waar we doorheen navigeren; het archief dat ons trauma en ons geluk opslaat.
Body Work is een pleidooi voor méér persoonlijke verhalen van trans en queer schrijvers, schrijvers van kleur en iedereen die buiten de norm valt, omdat juist die verhalen uiteindelijk – in de woorden van de Amerikaanse schrijver en feminist Audre Lorde – het huis van de meester zullen ontmantelen. (Ilse Josepha Lazaroms, schrijver en genderwetenschapper)
Michel Houellebecq – Nader tot de ontreddering
Michel Houellebecqs Nader tot de ontreddering is geen roman, maar een verzameling van eerder verschenen teksten (uit de in 2004 in het Nederlands verschenen bundel De koude revolutie) en nieuwe schrijfsels. Essays over verschillende thema’s die je – eens je ze samen neemt – een diepere blik in de ziel van de verguisde Franse schrijver gunnen.
Het boek staat vol nihilistische geesteskronkels, opgeschreven in een dieptrieste doch briljante taal. Geen literatuur om vrolijk van te worden, al lijkt me dat ook niet de bedoeling. Voor degenen die Houellebecqs werk kennen biedt dit boek een unieke inkijk in het ontstaan van zijn ideeën en de uitwerking daarvan in zijn literaire oeuvre. En wie Houellebecq nog niet kent kan met dit boek perfect kennismaken met zijn leitmotiv: leven, lijden, schrijven. (Tim ‘S Jongers, correspondent Samenleven)
Dipo Faloyin – Afrika is geen land
Nog te vaak wordt Afrika afgebeeld als een dorre vlakte, met her en der een olifant of leeuw op een savanne. Of broodmagere kindjes met bolle buikjes en vliegen op hun gezicht. Maar het is een continent dat op geen enkel vlak over één kam te scheren is, en de meest prachtige gebieden en moderne steden kent.
De vooroordelen over het continent vanuit andere werelddelen worden haarfijn gefileerd door Dipo Faloyin, die opgroeide in de Nigeriaanse metropool Lagos. Zijn boek maakt je als (witte) lezer bescheiden en laat je inzien dat je soms zonder het te willen of te beseffen discrimineert. (Coco Gubbels, redactiechef)
Cheryl Strayed – Schitterende kleine dingen
Schitterende kleine dingen is al een paar jaar oud, maar wordt binnenkort ook als tv-serie gebracht. Journalist en schrijver Cheryl Strayed zat jarenlang – anoniem – achter ‘Dear Sugar’, een adviesrubriek op het literaire platform The Rumpus. In dit boek zijn de mooiste lezersbrieven en haar antwoorden gebundeld.
Strayeds raad is goudeerlijk en vol compassie, in briljante zinnen die je meteen wilt markeren. Hoewel het om briefwisselingen tussen onbekenden gaat, voelen de gesprekken toch heel intiem. Soms gaat het over liefde en angst, andere keren over twijfel en verlies.
Zo schrijft iemand kwaad en gekwetst: ‘Mijn vader heeft mijn moeder verlaten voor een jongere vrouw (...) Ik wil onze vroegere band terug, en tegelijkertijd voel ik dat ik die niet terug kan krijgen door hoe ik me nu voel.’ Waarop Strayed aanraadt om de relatie toch weer een kans te geven: ‘Het verhaal van menselijke intimiteit is er een waarin we onszelf voortdurend moeten toestaan degenen die we het diepst liefhebben in een nieuw, caleidoscopisch licht te zien.’
Schitterende kleine dingen is absoluut geen zelfhulpboek, maar stiekem wel zo’n werk waar iedereen op zijn eigen manier wat aan heeft. (Sanne van Rij, journalist)
Johann Hari – Stolen Focus: Why You Can't Pay Attention
Je leven is gevuld met dat waar je je aandacht aan schenkt. Maar de gemiddelde westerling is tijdens het werken minstens elke drie minuten afgeleid door meldingen. Waarom kijken we eigenlijk zo vaak op WhatAapp, Instagram of TikTok? Waarom lukt het niet om minder tijd te verdoen op onze telefoon?
De Brits-Zwitserse schrijver en journalist Johann Hari zet in Stolen Focus uiteen hoe hard het bergafwaarts gaat met ons collectieve vermogen om op te letten. Hij verbindt zijn eigen (gefaalde) online afkickpoging met het grotere plaatje: als we nú al te zeer afgeleid zijn om te waken over de staat van onze democratieën, het lot van onze ecosystemen en onze enige planeet, dan zijn de gevolgen niet te overzien.
Tot zover is het een verhaal dat je wellicht al denkt te kennen, maar Hari brengt het zo overtuigend dat ik buikpijn kreeg van dit boek en al zijn aanbevelingen ter harte wilde nemen. De meeste daarvan gaan veel verder dan zelfhulp: Hari besluit met de oproep om het internet en sociale media in dienst te stellen van de mens, niet langer van financiële winst. Een urgent en aanstekelijk pleidooi om je aandacht terug te veroveren. (Bregje Hofstede, correspondent Nieuw Feminisme)
Correctie 10-12-2022: In een eerdere versie van dit artikel stond dat de roman Kitchen dit jaar ‘voor het eerst naar het Nederlands vertaald’ is. Dat klopt niet: een eerdere Nederlandse vertaling verscheen in 1993.